Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Na de trouwdag

Na de trouwdag

Hoofdstuk 3

Na de trouwdag

1. Hoe zou de soort van samenwerking die in Prediker 4:9, 10 wordt beschreven, iemands huwelijk tot voordeel kunnen strekken?

UW TROUWDAG is voorbij, en u en uw huwelijkspartner vormen nu een nieuwe gezinseenheid. Bent u volmaakt gelukkig? U bent niet langer alleen, maar hebt een metgezel in wie u vertrouwen kunt stellen en met wie u uw vreugden en ook uw problemen kunt delen. Bemerkt u dat in uw geval Prediker 4:9, 10 waar is? „Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben voor hun harde werk. Want indien een van hen zou vallen, kan de ander zijn makker oprichten. Maar hoe zal het zijn met slechts de ene die valt, wanneer er geen ander is om hem op te richten?” Wordt uw huwelijk door dit soort van samenwerking gekenmerkt? Het kost gewoonlijk enige tijd en moeite om twee levens tot één samen te smelten in een gelukkig huwelijk. Maar in veel huwelijken gebeurt dit helaas nooit.

2, 3. (a) Welke realiteiten van het leven moeten na de trouwdag onder de ogen worden gezien? (b) Waarom is het alleen maar redelijk te verwachten dat er in de beginperiode van het huwelijk aanpassingen worden vereist?

2 In romannetjes wordt vaak beschreven welke moeilijkheden er overwonnen moeten worden om de twee die van elkaar houden, in een huwelijk bij elkaar te brengen. Daarna leven zij nog lang en gelukkig. In het werkelijke leven is het echter precies andersom en betekent het een ware uitdaging om daarna dag in dag uit gelukkig te leven. Na de vreugden van de trouwdag komt de dagelijkse levensroutine: vroeg opstaan, naar het werk gaan, reparaties verrichten, boodschappen doen, koken, afwassen, het huis schoonmaken, enzovoort.

3 De huwelijksverhouding vereist aanpassingen. U bent beiden het huwelijk aangegaan met op zijn minst enkele verwachtingen en idealen die niet bepaald praktisch en realistisch waren. Wanneer deze idealen niet worden verwezenlijkt, kunnen er na de eerste paar weken teleurstellingen komen. Maar bedenk dat u een grote verandering in uw leven hebt aangebracht. U leeft niet langer alleen of in een gezin waarin u uw hele leven hebt doorgebracht. U bent nu samen met een nieuwe persoon, iemand die u achteraf beschouwd misschien toch niet zo goed blijkt te kennen als u dacht. U hebt een nieuw schema, uw werk is misschien nieuw, u moet met een ander budget rekening houden, en u moet aan nieuwe vrienden en familieleden wennen. Het succes van uw huwelijk en ook uw geluk hangen af van uw bereidheid om u aan te passen.

BENT U PLOOIBAAR?

4. Welke schriftuurlijke beginselen zouden een gehuwd persoon kunnen helpen zich aan te passen? (1 Korinthiërs 10:24; Filippenzen 4:5)

4 Sommigen zijn trots en vinden het daarom moeilijk om plooibaar te zijn. Maar de bijbel zegt: „Trots gaat aan den ondergang vooraf, en hoogmoed aan den val.” Eigenzinnig te blijven, kan rampspoedig zijn (Spreuken 16:18, Vertaling van Obbink en Brouwer). Jezus gaf de raad dat men bereid moest zijn te buigen en zich te schikken, toen hij zei dat als iemand in het bezit wilde komen van uw „onderkleed, laat hem dan uw bovenkleed erbij hebben”, en dat als iemand van u verlangde „een mijl met hem te gaan, ga dan twee mijlen met hem”. In plaats van met iemand die u na aan het hart ligt, te gaan redetwisten, is de vraag van de apostel Paulus op zijn plaats: „Waarom laat gij u niet liever onrecht doen?” (Matthéüs 5:40, 41; 1 Korinthiërs 6:7) Als christenen bereid zijn zo ver te gaan om de onderlinge vrede te bewaren, dienen twee gehuwde personen die elkaar liefhebben, beslist in staat te zijn zich aan te passen ten einde hun nieuwe verhouding tot een succes te maken.

5. Hoe zou men positief of negatief over de huwelijkspartner kunnen denken?

5 Er zijn zoveel mogelijkheden om hetzij gelukkig of ongelukkig te zijn. Welke zult u aangrijpen? Zult u zich op de positieve aspecten concentreren of bij de negatieve aspecten blijven stilstaan? De pasgetrouwde vrouw denkt misschien: ’Waar is nu die romantische man die me vóór ons huwelijk altijd meenam naar interessante plaatsen en tijd met me doorbracht? Hij is in een sleur geraakt. Hij beschouwt me als iets vanzelfsprekends. Hij is beslist niet meer de man van vroeger!’ Of begrijpt en waardeert zij dat hij nu hard werkt om een goede gezinsverzorger te zijn? En hoe staat het met de pasgetrouwde man? Ziet hij dat zijn vrouw erg haar best doet met koken en het huis schoonhouden, en dat zij soms erg moe is en niet zoveel tijd meer heeft om zich mooi te maken? Of zegt hij bij zichzelf: ’Wat is er toch gebeurd met dat aantrekkelijke jonge meisje dat ik getrouwd heb? Ze is veranderd.’

6. Wanneer man en vrouw er werkelijk naar streven hun huwelijk tot een succes te maken, hoe is dit dan van invloed op hun verhouding tot elkaar?

6 Beiden dienen zo rijp te zijn om te beseffen dat geen van hen meer de tijd of de energie heeft om alles te doen wat zij vóór hun huwelijk deden. Nu is het de tijd om plooibaar te zijn en de diep voldoeningschenkende verantwoordelijkheid te aanvaarden het huwelijk tot een succes te maken. Eén persoon kan een huwelijk ruïneren, maar er zijn er twee voor nodig om het te doen slagen. Het huwelijk tot een succes te maken, is een hele prestatie. Prestatie houdt in dat men iets tot stand brengt ondanks moeilijkheden. Wanneer u beiden hiernaar streeft, zult u met vereende krachtsinspanningen deze prestatie kunnen leveren. Deze gezamenlijke inspanning met een gemeenschappelijk doel brengt u dicht tot elkaar en maakt u in feite één. Mettertijd schept dit een band van liefde die elke verwachting die men vóór het huwelijk koesterde, verre overtreft, en in zo’n verenigend geluk wordt het een vreugde zich aan elkaar aan te passen.

7. Wanneer is het goed om toegeeflijk te zijn als er beslissingen genomen moeten worden?

7 Trots verdwijnt naarmate liefde groeit, en het schenkt niet alleen geluk om te geven, maar ook om toe te geven en meegaand te zijn wanneer het een kwestie van persoonlijke voorkeur betreft en er geen beginselen bij betrokken zijn. Misschien gaat het om iets nieuws dat men voor het huis wil aanschaffen of hoe men een vakantie zal doorbrengen. Wanneer er bezorgdheid voor het geluk van de ander wordt getoond, begint het echtpaar te voldoen aan de woorden van de apostel Paulus: „Terwijl gij niet alleen uit persoonlijk belang het oog houdt op uw eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen.” — Filippenzen 2:4.

EEN EVENWICHTIGE KIJK OP SEKS

8, 9. Wat is de schriftuurlijke zienswijze met betrekking tot de intieme huwelijksverhouding?

8 De bijbel is niet preuts wanneer daarin over seksuele gemeenschap wordt gesproken. Door middel van poëtische beeldspraak toont de bijbel aan dat dit iets is wat man en vrouw grote verrukking dient te schenken; er wordt echter ook in beklemtoond dat seks slechts binnen het huwelijk beoefend mag worden.

„Drink water uit uw eigen regenbak, en stroompjes uit het midden van uw eigen bornput. Dienen uw bronnen zich soms buitenshuis te verspreiden, uw waterstromen op de openbare pleinen zelf? Laten ze voor u alleen blijken te zijn, en niet voor vreemden met u. Laat uw waterbron gezegend blijken te zijn, en verheug u met de vrouw van uw jeugd, een lieflijke hinde en een bekoorlijke steengeit. Laten háár borsten u te allen tijde vreugdedronken maken. Moogt gij over haar liefde voortdurend in extase zijn. Waarom zoudt gij dus, mijn zoon, in extase zijn over een vreemde vrouw of de boezem van een buitenlandse vrouw omhelzen?” — Spreuken 5:15-21.

9 Het zou echter verkeerd zijn om zozeer de nadruk op seks te leggen dat men het doet voorkomen alsof het succes van het huwelijk van het seksuele leven van het echtpaar afhangt, of dat zij hiermee ernstige tekortkomingen op andere terreinen van de huwelijksverhouding zouden kunnen compenseren. Alles wat er op seksueel gebied in boeken, films en reclame op de markt wordt gebracht — waarvan veel erop gericht is de erotische verlangens op te wekken — heeft ten doel aan te tonen dat seks heel erg belangrijk is. Gods Woord is het daar echter niet mee eens en beveelt zelfbeheersing op alle terreinen van het leven aan. Zelfs binnen het huwelijk kan de huwelijksverhouding door de beoefening van bepaalde praktijken waarbij men elke beteugeling afwerpt, tot iets goedkoops worden gemaakt. — Galáten 5:22, 23; Hebreeën 13:4.

10. Wat zijn enkele dingen die een echtpaar dient te beschouwen en waardoor zij geholpen kunnen worden zich seksueel aan te passen?

10 Seksuele aanpassing is dikwijls moeilijk en kan in de beginperiode van het huwelijk enige tijd vergen. Dit komt gewoonlijk door gebrek aan kennis en doordat men de behoeften van de huwelijkspartner niet onderscheidt. Het kan een hulp zijn om voordien met een gerespecteerde gehuwde vriend te spreken. Een man en een vrouw zijn niet alleen verschillend gemaakt, maar zij hebben ook een verschillend gevoelsleven. Het is belangrijk in aanmerking te nemen dat een vrouw behoefte aan tederheid heeft. Maar er dient geen negatief gevoel van valse schaamte te zijn of preutsheid of het gevoel dat seks iets schandelijks is. Noch dient het een kwestie van verovering te worden, zoals sommige mannen dit wel doen. „Laat de man zijn vrouw geven wat haar toekomt”, zegt de bijbel, en „laat ook de vrouw hetzelfde doen ten opzichte van haar man”. En wanneer dit wordt gedaan, is het volgende bijbelse beginsel passend: „Laat een ieder niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander.” — 1 Korinthiërs 7:3; 10:24.

MENINGSVERSCHILLEN IN EEN PRETTIGE SFEER OPLOSSEN

11-13. Wanneer er meningsverschillen zijn, wat dienen wij dan in gedachten te houden zodat er geen ernstige breuk ontstaat?

11 Geen twee personen op aarde zijn precies hetzelfde. Iedereen is anders. Dit betekent ook dat geen twee mensen het in alles met elkaar eens zullen zijn. Vaak gaat het slechts om onbeduidende dingen, maar soms kunnen er ook ernstige meningsverschillen zijn. Er zijn huisgezinnen waar het dikwijls tot zo’n hooglopende ruzie komt dat er geschreeuwd, met dingen gegooid, geduwd en geslagen wordt; soms gaat de man of de vrouw er gewoon dagenlang of wekenlang vandoor, of spreken zij eenvoudig niet meer met elkaar. Er kunnen echter heel goed meningsverschillen bestaan zonder het zover te laten komen. Hoe? Door een fundamentele waarheid onder de ogen te zien.

12 Wij zijn allen onvolmaakt en hebben allen gebreken, en zelfs met de beste bedoelingen treden er zwakheden aan het licht. De apostel Paulus bemerkte het volgende in zijn geval: „Het goede dat ik wens, doe ik niet, maar het slechte dat ik niet wens, dát beoefen ik” (Romeinen 7:19). Wij hebben van onze eerste ouders zonde geërfd. Volmaaktheid ligt buiten ons bereik. Dus „wie kan zeggen: ’Ik heb mijn hart gereinigd; ik ben zuiver geworden van mijn zonde’?” — Spreuken 20:9; Psalm 51:5; Romeinen 5:12.

13 Onze eigen zwakheden aanvaarden en verontschuldigen wij. Kunnen wij die van onze huwelijkspartner dan ook niet aanvaarden en verontschuldigen? Wij zullen ongetwijfeld grif toegeven dat wij zondaars zijn, maar wat doen wij als het om een specifieke zonde gaat? Nemen wij dan een verdedigende houding aan en geven wij onze fout ongaarne toe? En reikt ons inzicht zover dat wij begrijpen dat het niet willen toegeven van fouten iets is wat mensen, dus ook onze huwelijkspartner, eigen is, en houden wij hier rekening mee? „Het inzicht van een mens vertraagt stellig zijn toorn, en het is luister van zijn kant, de overtreding voorbij te gaan”, zegt de geïnspireerde spreuk. Ongetwijfeld onderschrijft ook u, evenals ieder ander, het beginsel van de „gulden regel”, die door Jezus in zijn beroemde Bergrede werd vermeld: „Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen.” De meeste mensen onderschrijven deze regel met de mond, doch slechts weinigen brengen hem in praktijk. Wanneer deze regel in alle oprechtheid zou worden toegepast, zouden hierdoor de problemen op het gebied van menselijke verhoudingen, met inbegrip van huwelijksverhoudingen, worden opgelost. — Spreuken 19:11; Matthéüs 7:12.

14, 15. (a) Wat kan het gevolg zijn wanneer men de huwelijkspartner in ongunstige zin met iemand anders vergelijkt? (b) In verband met wat voor kwesties worden dergelijke onverstandige vergelijkingen soms getrokken?

14 Wij willen allemaal graag als een afzonderlijke persoon beschouwd en behandeld worden. Wanneer iemand ons in ongunstige zin met iemand anders vergelijkt, door onze hoedanigheden of bekwaamheden misschien als inferieur te bezien, hoe reageren wij dan? Gewoonlijk voelen wij ons gekrenkt of gebelgd. Wij zeggen dan in feite: ’Maar ik ben niet die persoon. Je kunt MIJ niet met hem of haar vergelijken.’ Zulke vergelijkingen zijn gewoonlijk niet aansporend. Wij willen met begrip bejegend worden.

15 Ter illustratie: Geeft u als echtgenoot uiting aan uw waardering voor de maaltijden die uw vrouw bereidt of klaagt u dat zij niet zo goed kan koken als uw moeder? Weet u ook hoe goed uw moeder kon koken toen zij pas getrouwd was? Misschien doet uw vrouw het wel beter dan uw moeder in haar beginperiode. Geef uw vrouw een kans om haar nieuwe taken te leren en er bedreven in te worden. En hoe staat het met u als echtgenote? Klaagt u dat uw man met minder geld thuiskomt dan uw vader? Wat verdiende uw vader toen hij pas getrouwd was? Maar zelfs dat doet er niet toe. Belangrijk is wat u doet om uw man te helpen. Staat u op en maakt u het ontbijt voor hem klaar voordat hij naar zijn werk gaat, zodat hij voelt dat u zijn inspanningen ondersteunt en waardeert? Wordt er gekibbeld over aangetrouwde familie, of zijn er meningsverschillen over de vriendschappen die men wil aankweken of de ontspanning die men zoekt? Deze en andere meningsverschillen kunnen rijzen. Hoe zult u ze oplossen?

16. Wat is er verkeerd aan de theorie dat hevige ruzies een hulp zijn om moeilijkheden op te lossen?

16 Sommige moderne psychologen beweren dat ruzies nuttig zijn voor het oplossen van moeilijkheden. Hun theorie is dat frustraties zich ophopen, pressie veroorzaken en ten slotte in een hevige ruzie tot uitbarsting komen. In de hitte van dergelijke woedeuitbarstingen wordt er lucht gegeven aan lang opgekropte wrokgevoelens en raakt men ze kwijt — aldus de theorie. Tot aan die tijd worden de frustraties ingehouden en broeit het van binnen, maar dan komt het er plotseling uit. Het ernstige gevaar bestaat echter dat men in zulke woedeuitbarstingen dingen zegt die men niet zo bedoelt en er kunnen ongeneeslijke wonden worden toegebracht. De andere persoon zou zo ernstig gekwetst kunnen worden dat er een niet te helen breuk ontstaat. Spreuken 18:19 waarschuwt dan ook: „Een broeder tegen wie een overtreding is begaan, is meer dan een sterke stad; en er zijn twisten die als de grendel van een woontoren zijn.” De deugdelijke raad van de bijbel luidt: „Houdt op vóór de ruzie uitbreekt.” — Spreuken 17:14, Willibrordvertaling.

SPREEK MET ELKAAR!

17. Wat zou er gedaan kunnen worden om te voorkomen dat men dingen opkropt en het dan tot een uitbarsting laat komen?

17 In plaats van meningsverschillen op te kroppen en het dan tot een uitbarsting te laten komen, is het veel beter om ze onmiddellijk te bespreken. Wanneer men over iets broedt, lijkt het altijd veel erger dan het in werkelijkheid is. Bespreek het direct of vergeet het. Is het slechts een terloopse opmerking? Laat het schieten. Moet het besproken worden? Heeft uw huwelijkspartner u gegriefd? Sta niet direct klaar om botweg te veroordelen. Tracht de kwestie in vragende vorm op te werpen of doe een suggestie waardoor het punt vanzelf ter sprake zal komen. U zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ’Lieverd, er is iets wat ik niet begrijp. Zou je me kunnen helpen?’ Luister dan. Tracht de zienswijze van de ander te begrijpen. Sla acht op de waarschuwing in Spreuken 18:13: „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant en schande.” Niemand van ons vindt het fijn wanneer iemand voorbarig tot verkeerde gevolgtrekkingen omtrent ons komt. Tracht dus, in plaats van snel te reageren, te ontdekken welke bedoeling of welk motief er achter schuilt. Doe zoals Spreuken 20:5 adviseert: „Raad in het hart van een man is als diepe wateren, maar de man van onderscheidingsvermogen, díe zal hem naar boven halen.”

18. Wat zou ons kunnen helpen om negatieve gemoedsstemmingen te verdrijven?

18 Bent u humeurig? Het is moeilijk om met een humeurig persoon te leven. Sommigen beweren dat wij gemoedsstemmingen niet in de hand hebben, daar ze door chemische stoffen in de hersenen worden beheerst. Of dit nu al dan niet waar is, gevoelens zijn besmettelijk. Wij kunnen door personen in onze omgeving hetzij opgemonterd of terneergedrukt worden. Muziek kan een bepaalde gemoedsgesteldheid in ons teweegbrengen. Verhalen kunnen hetzelfde doen. De gedachten die wij in onze geest koesteren, zijn van invloed op de wijze waarop wij ons voelen. Als u bij negatieve dingen blijft stilstaan, zult u terneergedrukt worden; door wilskracht kunt u de geest dwingen om over positieve, optimistische dingen na te denken. Vul uw geest daarmee (Filippenzen 4:8). Als u dit moeilijk vindt, probeer dan wat flinke lichaamsbeweging te hebben — doe wat zwaar werk, al is het onkruid wieden of een vloer schrobben; ga eruit en ga trimmen of maak een boswandeling of, beter nog, probeer iets nuttigs voor iemand anders te doen. Doe iets om uw aandacht en energie in een andere richting te stuwen. Het is veel beter om aan een goed humeur te werken en een slecht humeur te beperken. Bovendien is het veel plezieriger voor uzelf en zeer zeker voor uw huwelijkspartner!

19. Hoe zou men begrip kunnen tonen voor de gemoedsstemmingen van de huwelijkspartner?

19 Soms gebeuren er echter dingen die u diep grieven, of misschien bent u erg ziek en hebt u veel pijn. Of in het geval van uw vrouw kunnen er tijdens de menstruatie of de zwangerschap veranderingen in temperament optreden doordat er krachtige hormonen worden uitgescheiden die van invloed zijn op het zenuwstelsel en de emoties. Een vrouw kan soms vóór haar menstruatie erg gespannen zijn zonder het zelf te weten. De echtgenoot dient hier wel degelijk rekening mee te houden zodat hij, in plaats van geërgerd te raken, begrip kan tonen. In zulke speciale omstandigheden dienen zowel de man als de vrouw te onderkennen wat de oorzaak van een eventuele verandering in temperament is en elkaar hierin op een opbouwende wijze op te vangen. — Spreuken 16:23; 17:17.

20-22. (a) Waarom moet ongepaste jaloezie vermeden worden? (b) Wat zou er gedaan kunnen worden om de huwelijkspartner een gevoel van zekerheid te geven?

20 Is uw huwelijkspartner jaloers? Het is niet verkeerd wanneer iemand angstvallig over zijn reputatie waakt en ook geen mededinging met betrekking tot zijn huwelijk duldt. Zoals adrenaline een hart weer zal doen kloppen, wekt jaloezie de ziel op om iets dierbaars te verdedigen. Het tegenovergestelde van jaloezie is onverschilligheid, en wij dienen niet onverschillig tegenover ons huwelijk te staan.

21 Er is echter ook een andere soort van jaloezie, die door onzekerheid wordt opgewekt en door de verbeelding wordt gevoed. Door een dergelijke onredelijke jaloezie, waarbij men het volledige monopolie over de huwelijkspartner meent te hebben, wordt het huwelijk veranderd in een onaangename gevangenis waar vertrouwen en ware liefde geen stand kunnen houden. „De liefde is niet jaloers”, dat wil zeggen niet op een dergelijke wijze, en wanneer jaloezie een obsessie voor iemand wordt, is ze „verrotting voor de beenderen”. — 1 Korinthiërs 13:4; Spreuken 14:30.

22 Als uw huwelijkspartner gegronde reden heeft om zich onzeker te voelen wegens jaloezie, ruim dat struikelblok dan onmiddellijk uit de weg. Als er geen werkelijke reden voor is, doe dan alles wat in uw vermogen ligt om door woorden en, belangrijker nog, door uw daden het vertrouwen van de jaloerse partner op te bouwen.

23. Wat zou nuttig zijn om te beschouwen wanneer men geneigd is de hulp van buitenstaanders in te roepen bij het oplossen van huwelijksproblemen?

23 Kunnen buitenstaanders hulp bieden bij het oplossen van meningsverschillen tussen gehuwde personen? Mogelijk, maar hun hulp dient niet ingeroepen te worden tenzij beide huwelijkspartners hiermee instemmen. „Bepleit uw eigen zaak [eerst] met uw naaste, en openbaar het vertrouwelijke gesprek van een ander niet” (Spreuken 25:9). Er bestaat een extra risico wanneer men schoonouders vraagt om te bemiddelen. Zij zullen waarschijnlijk niet onpartijdig zijn. De bijbel zegt wijselijk: „Een man [zal] zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw” (Genesis 2:24). Hetzelfde geldt voor de vrouw met betrekking tot haar ouders en haar man. In plaats van met problemen naar ouders of schoonouders te gaan, die partij voor een van beiden zullen trekken, dienen man en vrouw bij elkaar te blijven en te beseffen dat het hun gezamenlijke problemen zijn die zij samen moeten oplossen. Door de hulp van buitenstaanders in te roepen zonder toestemming van de andere huwelijkspartner, haalt men elkaar in de ogen van anderen omlaag. Als u openlijk, eerlijk en liefdevol met elkaar spreekt, is er geen reden waarom u niet zelf uw problemen zou kunnen oplossen. Men zou andere rijpe personen om raad kunnen vragen, maar de oplossing berust uiteindelijk bij u en uw huwelijkspartner.

24, 25. Wat zou men kunnen doen als trots de oplossing van een huwelijksprobleem in de weg staat?

24 „Hebt geen eigendunk en schat uzelf niet te hoog”, aldus de raad van de apostel Paulus (Romeinen 12:3, New English Bible). Vervolgens voegt hij eraan toe: „Neemt de leiding in het betonen van eer aan elkaar” (Romeinen 12:10). Wanneer onze trots wordt gekrenkt, is het soms goed te bedenken dat wij in werkelijkheid niet zo groot of belangrijk zijn. Stellig zijn wij niet groot of belangrijk in vergelijking met de aarde, en de aarde is slechts een stipje in het zonnestelsel, dat op zijn beurt een stofje in het universum is. In Jehovah’s ogen zijn „alle natiën . . . als iets wat niet bestaat . . . als niets en een onwerkelijkheid zijn ze bij hem geacht” (Jesaja 40:17). Zulke gedachten zijn een hulp om de dingen in het juiste perspectief te blijven zien, beseffend dat de geschillen achteraf beschouwd toch niet zo belangrijk zijn.

25 Nu en dan kan een gevoel voor humor ook een hulp zijn om onszelf niet al te serieus te nemen. Te kunnen lachen om uzelf, getuigt van rijpheid en zal de scherpe kantjes van het leven wegnemen.

„WERP UW BROOD OP HET WATER”

26, 27. Welke bijbelse beginselen dienen toegepast te worden wanneer de huwelijkspartner niet gunstig op pogingen om geschillen vreedzaam op te lossen, reageert, en waarom?

26 Maar stel dat uw huwelijkspartner niet gunstig reageert op uw pogingen om geschillen vreedzaam op te lossen. Wat dan? Volg de bijbelse raad op: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad.” Jezus is het model dat wij dienen na te volgen: „Wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen.” Onder mensen is het heel gewoon om met gelijke munt te betalen. Maar als u dit doet, laat u toe dat anderen u vormen en u maken tot wat u bent. In werkelijkheid maken zij u tot wat zij zijn. Wanneer u dit toelaat, betekent het dat u uzelf, datgene wat u voorstaat en de beginselen die u dierbaar acht, verloochent. Volg daarentegen Jezus na, die zichzelf bleef en zich niet door de zwakheden van personen in zijn omgeving liet veranderen: „Indien wij ontrouw zijn, hij blijft getrouw, want hij kan zichzelf niet verloochenen.” — Romeinen 12:17; 1 Petrus 2:23; 2 Timótheüs 2:13.

27 Als u sterk genoeg bent om een cyclus van kwaad te doorbreken met het goede, kunt u wellicht een cyclus van goed beginnen. „Een zacht antwoord keert woede af” (Spreuken 15:1). Een zacht antwoord vloeit niet voort uit zwakheid, maar spruit voort uit kracht, en uw huwelijkspartner zal dit beseffen. Daar zovelen met gelijke munt betalen, kan uw doorbraak met het goede de cyclus wellicht van kwaad op goed omschakelen. Bepaalde teksten geven dit te kennen (Spreuken 11:25; Lukas 6:38; Prediker 11:1). Er kan tijd overheen gaan voordat uw goedheid door uw huwelijkspartner wordt beantwoord. U kunt nu eenmaal niet verwachten dat wat u de ene dag zaait, de volgende dag reeds geoogst kan worden. Niettemin blijft het waar dat „wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; . . . Laten wij het derhalve niet opgeven te doen wat voortreffelijk is, want te rechter tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden”. — Galáten 6:7-9.

28. Wat zijn enkele van de voortreffelijke beginselen die in het bijbelboek Spreuken worden aangetroffen en die tot een gelukkig huwelijksleven kunnen bijdragen, en hoe?

28 Hier volgen enkele schriftplaatsen en vragen die echtparen kunnen beschouwen:

Spreuken 14:29: „Hij die langzaam tot toorn is, is overvloedig in onderscheidingsvermogen, maar wie ongeduldig is, verheft dwaasheid.” Als u uzelf de tijd gunt om na te denken, ontdekt u dan niet dikwijls dat er feitelijk geen goede reden is om boos te zijn?

Spreuken 17:27: „Al wie zijn woorden inhoudt, is in het bezit van kennis, en een man van onderscheidingsvermogen is kalm van geest.” Houdt u uw geest kalm en houdt u woorden in die uw huwelijkspartner zouden kunnen opwinden?

Spreuken 25:11: „Als gouden appels in zilver beeldsnijwerk is een woord, gesproken op de juiste tijd ervoor.” Een woord dat op het ene tijdstip juist is, kan op een ander tijdstip verkeerd zijn. Onderscheidt u het juiste woord op de juiste tijd?

Spreuken 12:18: „Er bestaat er een die onbezonnen spreekt als met de steken van een zwaard, maar de tong van de wijzen is genezing.” Staat u er, alvorens te spreken, bij stil welke uitwerking uw woorden op uw huwelijkspartner zullen hebben?

Spreuken 10:19: „In de overvloed van woorden ontbreekt overtreding niet, maar wie zijn lippen in bedwang houdt, handelt beleidvol.” Wanneer wij van streek zijn, zeggen wij soms dingen die wij niet zo bedoelen en hebben er later spijt van. Hoedt u zich hiervoor?

Spreuken 20:3: „Het strekt een man tot heerlijkheid van geredetwist af te laten, maar iedere dwaas zal erin losbarsten.” Voor geredetwist zijn twee personen nodig. Bent u rijp genoeg om degene te zijn die het geredetwist staakt?

Spreuken 10:12: „Háát verwekt twisten, maar liefde bedekt zelfs alle overtredingen.” Haalt u voortdurend oude koeien uit de sloot, of hebt u uw huwelijkspartner voldoende lief om zand over de kwestie te strooien?

Spreuken 14:9, „New English Bible”: „Een dwaas is te arrogant om zich te verbeteren; oprechte mensen weten wat verzoening betekent.” Bent u te trots om concessies te doen en vrede in uw huwelijk te zoeken?

Spreuken 26:20: „Waar geen hout is, gaat het vuur uit.” Kunt u het geredetwist staken of moet u altijd het laatste woord hebben?

Efeziërs 4:26: „Laat de zon niet ondergaan terwijl gij in een geërgerde stemming verkeert.” Blijft u lang stilstaan bij meningsverschillen, zodat u beiden diep ongelukkig blijft?

29. Wat zijn enkele fundamentele dingen die men in gedachten dient te houden wanneer men ernaar streeft een gelukkig huwelijk te behouden?

29 Wijze raad heeft alleen nut wanneer men de raad ook in praktijk brengt. Probeer het. Wees eveneens bereid om de suggestie van uw huwelijkspartner op te volgen. Zie of het resultaten afwerpt. Wie treft de schuld als er iets misgaat? Dat is niet belangrijk. Belangrijk is hoe men de situatie kan herstellen. Wees plooibaar, praat meningsverschillen uit en neem uzelf niet al te serieus. Spreek met elkaar! Als u ’uw huwelijkspartner zo liefhebt als uzelf’, dient het niet al te moeilijk te zijn u in uw huwelijk aan te passen en samen gelukkig te zijn. — Matthéüs 19:19; Leviticus 19:18.

[Studievragen]