Baälath-Beër
(Ba̱älath-Be̱ër) [Meesteres van de put].
Een enclavestad van Simeon binnen het stamgebied van Juda (Joz 19:1, 8). Ze heet ook „Rama van het zuiden” (of de Negeb); kennelijk wordt ze in 1 Kronieken 4:33 eenvoudig Baäl genoemd, en ze is misschien identiek met het in 1 Samuël 30:27 vermelde „Ramoth van het zuiden”. Volgens de verwijzingen zou ze ten Z van Berseba, in de Negeb, hebben gelegen.