Boaz (II)
(Bo̱az) [misschien: In sterkte].
De noordelijkste van de beide enorme koperen zuilen die vóór de voorhal van Salomo’s prachtige tempel werden opgericht, kreeg de naam Boaz, wat misschien „in sterkte” betekent. De zuidelijke zuil werd Jachin genoemd, wat „Moge [Jehovah] stevig bevestigen” betekent. Deze beide namen zouden dus, van rechts naar links gelezen, aan iemand die naar het O keek, de gedachte overbrengen: ’Moge [Jehovah de tempel] stevig bevestigen in sterkte.’ — 1Kon 7:15-21; zie KAPITEEL.