(E̱nos) [Sterfelijk mens].

De zoon van Seth, die hem op de leeftijd van 105 jaar werd geboren. Enos was 90 jaar oud toen hij de vader van Kenan werd, en hij leefde in totaal 905 jaar (Ge 5:6-11). Zijn naam wordt ook vermeld in de geslachtsregisters in 1 Kronieken 1:1 en Lukas 3:38. In zijn tijd „werd er een begin mee gemaakt de naam van Jehovah aan te roepen” (Ge 4:26). Kennelijk werd hier niet gedoeld op een aanroepen van Jehovah in geloof en zuivere aanbidding, zoals Abel dit meer dan 105 jaar voor Enos’ geboorte had gedaan. Sommige geleerden op het gebied van de Hebreeuwse taal beweren dat de tekst dient te luiden „begonnen te ontwijden” of „toen begon de ontwijding”. Met betrekking tot Enos’ tijd staat in de Jeruzalemse targoem: „Dat was het geslacht in welks dagen zij begonnen af te dwalen, zich afgoden maakten en hun afgoden naar de naam van het Woord des Heren noemden.” Misschien pasten mensen Jehovah’s naam op zichzelf toe of op andere mensen door bemiddeling van wie zij voorgaven God in aanbidding te naderen; of misschien pasten zij zijn naam ook wel op afgodsbeelden toe.