Inkthoorn van een secretaris
In Ezechiël 9:2, 3, 11 wordt de in het linnen geklede man die de opdracht had om mensen aan het voorhoofd te kentekenen, beschreven als iemand „met de inkthoorn van een secretaris aan zijn heupen”; kennelijk stak deze in de gordel die hij om zijn middel droeg. Deze inkthoorn van een secretaris leek wellicht op die welke eens in het oude Egypte werden gebruikt. Het Egyptische schrijfgerei bestond uit een lange, smalle houten koker met een vak of sleuven voor rietpennen. Verder zat er boven aan de buitenkant van de koker minimaal één kuiltje voor een blokje gedroogde inkt. Zodra de schrijver met schrijven wilde beginnen, streek hij met het bevochtigde uiteinde van zijn pen langs de inkt. Uit inscripties blijkt dat Syrische schrijvers soortgelijk schrijfgerei gebruikten.