(Ma̱ktes) [Een vijzel].

Blijkbaar een stadsdeel of wijk van Jeruzalem in de buurt van de Vispoort en het tweede stadsgedeelte. Over de inwoners van Maktes werd voorzegd dat zij ten tijde van Juda’s rampspoed zouden jammeren, aangezien in Maktes geen handel meer gedreven zou worden. — Ze 1:1, 2, 10, 11.

Het Hebreeuwse woord makh·tesjʹ heeft betrekking op „een vijzel” (Sp 27:22) of „een vijzelvormige holte” (Re 15:19), en daarom gebruiken sommige vertalingen in plaats van „Maktes” het woord „Vijzel” als eigennaam (LV; NBG; PC). In de targoem wordt Maktes geïdentificeerd met het Kidrondal, het diepe ravijn dat langs de oostelijke muur van Jeruzalem loopt. Dit dal bevindt zich echter niet in de omgeving van de meer westelijk gelegen „Vispoort” en het „tweede stadsgedeelte”. Om die reden is men over het algemeen de gedachte toegedaan dat Maktes betrekking heeft op een deel (misschien het bovendeel) van het centrale dal of Tyropeondal.