Een geplaveide plaats in Jeruzalem waar de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus op de rechterstoel zat toen Jezus Christus voor hem terechtstond (Jo 19:13). In het Hebreeuws werd de plek „Gabbatha” genoemd, een woord waarvan de oorsprong onzeker is en dat mogelijk „heuvel”, „hoogte”, „verhoging” of „open ruimte” betekent. De Griekse naam ervoor, Li·tho·stroʹton (Stenen Plaveisel), kan erop wijzen dat het een mozaïekvloer was.

„Het Stenen Plaveisel” waar Jezus voor Pilatus verscheen, hield op een of andere wijze verband met „het paleis van de stadhouder” (Jo 19:1-13). Het zou een open ruimte voor het paleis van Herodes de Grote geweest kunnen zijn; sommige geleerden geven de voorkeur aan een centrale binnenplaats in de burcht Antonia, ten NW van het tempelterrein, of aan een plaats daar dichtbij. Maar de precieze plek van Het Stenen Plaveisel is niet bekend. — Zie ANTONIA, BURCHT; PALEIS VAN DE STADHOUDER.