Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Antichrist

Antichrist

Antichrist

Definitie: Antichrist betekent tegen of in plaats van Christus. Het woord is van toepassing op iedereen die loochent wat de bijbel over Jezus Christus zegt, iedereen die zijn koninkrijk tegenstaat en iedereen die zijn volgelingen slecht behandelt. Het omvat ook afzonderlijke personen, organisaties en natiën die valselijk beweren Christus te vertegenwoordigen of die zich de rol van Messías toeëigenen.

Spreekt de bijbel over slechts één antichrist?

1 Joh. 2:18: „Jonge kinderen, het is het laatste uur, en zoals gij gehoord hebt dat de antichrist komt, zo zijn er ook nu vele antichristen opgestaan.”

2 Joh. 7: „Er zijn vele bedriegers tot de wereld uitgegaan, personen die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Dit is de bedrieger en de antichrist.” (Merk op dat de „vele antichristen” uit 1 Johannes 2:18 hier collectief als „de antichrist” worden betiteld.)

Moeten wij de komst van de antichrist pas ergens in de toekomst verwachten?

1 Joh. 4:3: „Elke geïnspireerde uiting die Jezus niet belijdt, spruit niet uit God voort. Wat meer is, dit is de geïnspireerde uiting van de antichrist, die, zoals gij gehoord hebt, zou komen, en nu is hij reeds in de wereld.” (Dit werd tegen het einde van de eerste eeuw G.T. geschreven.)

1 Joh. 2:18: „Zo zijn er ook nu vele antichristen opgestaan; uit welk feit wij te weten komen dat het laatste uur is aangebroken.” (Met het „laatste uur” bedoelde Johannes klaarblijkelijk het einde van de apostolische periode. De andere apostelen waren gestorven en Johannes zelf was hoogbejaard.)

Als antichrist worden onder meer aangemerkt —

Personen die loochenen dat Jezus werkelijk de Messías is

1 Joh. 2:22: „Wie anders is de leugenaar dan degene die loochent dat Jezus de Christus [of Messías, gezalfde] is? Dit is de antichrist.”

Allen die loochenen dat Jezus in uniek opzicht de Zoon van God is

1 Joh. 2:22: „Dit is de antichrist, degene die de Vader en de Zoon loochent.”

Vergelijk Johannes 10:36; Lukas 9:35.

Afvalligen

1 Joh. 2:18, 19: „Zo zijn er ook nu vele antichristen opgestaan . . . Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren niet van ons slag.”

Zij die Christus’ ware volgelingen tegenstaan

Joh. 15:20, 21: „Indien zij mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen . . . Maar zij zullen u al deze dingen aandoen wegens mijn naam.”

Afzonderlijke personen en natiën die Christus als Koning tegenstaan of die zich ten onrechte voor de Messías uitgeven

Ps. 2:2: „De koningen der aarde stellen zich op en de hoogwaardigheidsbekleders zelf hebben zich als één blok aaneengesloten tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde [Christus of Messías].”

Zie ook Openbaring 17:3, 12-14; 19:11-21.

Matth. 24:24: „Er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden.”