Jehovah’s Getuigen
Jehovah’s Getuigen
Definitie: De wereldomvattende christelijke gemeenschap van mensen die actief getuigenis afleggen omtrent Jehovah God en zijn voornemens met betrekking tot de mensheid. Hun geloofsovertuigingen zijn uitsluitend op de bijbel gebaseerd.
Door welke geloofsovertuigingen onderscheiden Jehovah’s Getuigen zich van andere religies?
(1) Bijbel: Jehovah’s Getuigen geloven dat de gehele bijbel het geïnspireerde Woord van God is, en in plaats van een geloofsbelijdenis aan te hangen die op menselijke overlevering berust, houden zij vast aan de bijbel als de maatstaf voor al hun geloofsovertuigingen.
(2) God: Zij aanbidden Jehovah als de enige ware God en spreken vrijmoedig met anderen over hem en zijn liefdevolle voornemens ten aanzien van de mensheid. Iedereen die in het openbaar getuigenis aflegt omtrent Jehovah, wordt gewoonlijk met slechts die ene groepering — „Jehovah’s Getuigen” — in verband gebracht.
(3) Jezus Christus: Zij geloven niet dat Jezus Christus deel uitmaakt van een Drieëenheid maar dat hij, zoals de bijbel zegt, de Zoon van God is, de eerste van Gods scheppingen; dat hij een voormenselijk bestaan heeft gehad en dat zijn leven vanuit de hemel werd overgebracht naar de schoot van een maagd, Maria; dat het volmaakte menselijke leven dat hij als slachtoffer heeft afgelegd, redding tot eeuwig leven mogelijk maakt voor hen die geloof oefenen; dat Christus als Koning over de gehele aarde regeert met de autoriteit die God hem sedert 1914 gegeven heeft.
(4) Gods koninkrijk: Zij geloven dat Gods koninkrijk de enige hoop voor de mensheid is; dat het een werkelijke regering is; dat het spoedig het huidige goddeloze samenstel van dingen met inbegrip van alle menselijke regeringen zal vernietigen en dat het een nieuw samenstel tot stand zal brengen waarin rechtvaardigheid zal heersen.
(5) Hemels leven: Zij geloven dat 144.000 met de geest gezalfde christenen met Christus deel zullen hebben aan zijn hemelse koninkrijk en als koningen met hem zullen regeren. Zij geloven niet dat alle „goede” mensen met hemels leven beloond worden.
(6) De aarde: Zij geloven dat Gods oorspronkelijke voornemen met de aarde verwezenlijkt zal worden; dat de aarde geheel bevolkt zal worden door aanbidders van Jehovah, die zich zullen kunnen verheugen in eeuwig leven als volmaakte mensen; dat zelfs de doden zullen worden opgewekt en de gelegenheid zullen ontvangen in deze zegeningen te delen.
(7) De dood: Zij geloven dat de doden zich van volstrekt niets bewust zijn; dat zij noch gepijnigd worden, noch een gelukzalig bestaan leiden in een geestenrijk; dat zij slechts in Gods herinnering bestaan, zodat de hoop op toekomstig leven voor hen gelegen is in een opstanding uit de doden.
(8) Laatste dagen: Zij geloven dat wij thans, sedert 1914, in de laatste dagen van dit goddeloze samenstel van dingen leven; dat sommigen die de gebeurtenissen van 1914 hebben meegemaakt, ook de totale vernietiging van de huidige goddeloze wereld zullen meemaken; dat zij die rechtvaardigheid liefhebben, het einde zullen overleven en een gereinigde aarde zullen binnengaan.
(9) Afgescheiden van de wereld: Zoals Jezus over zijn volgelingen had gezegd, streven zij er ernstig naar geen deel van de wereld te zijn. Zij tonen oprechte christelijke liefde voor hun naasten, maar laten zich niet in met de politiek of de oorlogen van welke natie ook. Zij voorzien in de materiële behoeften van hun gezin, maar houden zich verre van de hebzucht waarmee in de wereld materiële dingen, persoonlijke roem en buitensporig genot worden nagejaagd.
(10) Passen bijbelse raad toe: Zij geloven dat het belangrijk is nu de raad uit Gods Woord in het dagelijks leven toe te passen — thuis, op school, op het werk, in hun gemeente. Iemand kan ongeacht zijn vroegere levenswijze een van Jehovah’s Getuigen worden indien hij zich afkeert van gewoonten die door Gods Woord worden veroordeeld en de daarin gegeven goddelijke raad toepast. Maar iemand die daarna overspel, hoererij of homoseksualiteit beoefent of zich herhaaldelijk schuldig maakt aan drugmisbruik, dronkenschap, liegen of stelen, zal uit de organisatie worden verwijderd.
(Bovenstaande opsomming vermeldt in het kort enkele in het oog springende geloofsovertuigingen van Jehovah’s Getuigen, maar biedt allerminst een compleet overzicht van alle geloofspunten waarin zij zich van andere groeperingen onderscheiden. De schriftuurlijke basis voor bovenstaande geloofsovertuigingen kunt u vinden via de Index in dit boek.)
Zijn Jehovah’s Getuigen een Amerikaanse religie?
Zij staan Gods koninkrijk voor, niet het politieke, economische of sociale stelsel van enige natie in deze oude wereld.
Het is waar dat de hedendaagse geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in de Verenigde Staten is begonnen. Het feit dat hun internationale hoofdbureau zich daar bevindt, heeft het mede mogelijk gemaakt bijbelse lectuur te drukken en naar de meeste delen van de wereld te verzenden. Maar de Getuigen begunstigen geen enkele natie boven een andere; zij zijn in vrijwel iedere natie te vinden en hebben in veel delen van de aarde een bijkantoor dat belast is met de leiding van hun activiteiten in die gebieden.
Bedenk het volgende eens: Jezus werd als jood in Palestina geboren, maar het christendom is toch geen Palestijnse religie? De plaats waar Jezus als mens werd geboren, is niet de belangrijkste factor die in aanmerking genomen moet worden. Wat Jezus leerde, was afkomstig van zijn Vader, Jehovah God, die mensen van alle natiën onpartijdig bejegent. — Joh. 14:10; Hand. 10:34, 35.
Hoe wordt het werk van Jehovah’s Getuigen gefinancierd?
Door vrijwillige bijdragen, net als bij de vroege christenen (2 Kor. 8:12; 9:7). Op hun vergaderingen worden nooit collectes gehouden; zij vragen niet om geld bij het publiek. Eventuele giften van belangstellende personen worden gebruikt ter bevordering van het wereldomvattende bijbelse onderwijzingswerk dat de Getuigen verrichten.
Getuigen worden niet betaald om van huis tot huis te gaan of op straat bijbelse lectuur aan te bieden. Liefde voor God en voor hun naaste beweegt hen ertoe over Gods liefdevolle voorzieningen voor de mensheid te spreken.
De Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, een wettelijke religieuze corporatie die door Jehovah’s Getuigen wordt gebruikt, kreeg in 1884 rechtspersoonlijkheid in overeenstemming met de Nonprofit Corporation Law of the Commonwealth of Pennsylvania, U.S.A. Ze kan dus volgens de wet geen winstmakende onderneming zijn en is dat ook niet, terwijl ook afzonderlijke personen geen financieel voordeel van dit Genootschap hebben. De statuten van het Genootschap vermelden: „Het [Genootschap] beoogt geen geldelijke winst of voordeel, incidenteel of anderszins, voor zijn leden, bestuurders of functionarissen.”
Zijn Jehovah’s Getuigen een sekte?
Sommigen definiëren sekte als een groepering die zich van een gevestigde religie heeft afgescheiden. Anderen gebruiken het woord voor een groep die een bepaalde menselijke leider of leraar navolgt. Gewoonlijk wordt het woord denigrerend gebruikt. Jehovah’s Getuigen zijn geen afsplitsing van een kerk, maar hun organisatie telt personen uit alle lagen van de bevolking en met velerlei religieuze achtergronden. Zij zien niet op naar een mens, doch naar Jezus Christus als hun leider.
Hoe lang bestaan Jehovah’s Getuigen?
Volgens de bijbel is de geschiedenis van de getuigen van Jehovah terug te voeren tot op de getrouwe Abel. Hebreeën 11:4–12:1 zegt: „Door geloof heeft Abel een slachtoffer van grotere waarde aan God gebracht dan Kaïn . . . Door geloof heeft Noach, nadat hem een goddelijke waarschuwing was gegeven aangaande dingen die nog niet werden gezien, godvruchtige vrees aan de dag gelegd . . . Door geloof heeft Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaamd, door weg te trekken naar een plaats die hij als erfenis zou ontvangen . . . Door geloof heeft Mozes, toen hij opgegroeid was, geweigerd de zoon van de dochter van Farao genoemd te worden en verkoos hij liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan de tijdelijke genieting der zonde te hebben . . . Daarom dan, omdat wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, laten ook wij elk gewicht en de zonde die ons gemakkelijk verstrikt, afleggen en met volharding de ons voorgestelde wedloop lopen.”
Met betrekking tot Jezus Christus verklaart de bijbel: „Deze dingen zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping door God.” Van wie was hij een getuige? Hijzelf zei dat hij de naam van zijn Vader openbaar had gemaakt. Hij was de voornaamste getuige van Jehovah. — Openb. 3:14; Joh. 17:6.
Het is interessant dat enkele joden vroegen of de activiteiten van Jezus Christus „een nieuwe leer” betekenden (Mark. 1:27). Later dachten sommige Grieken dat de apostel Paulus een „nieuwe leer” introduceerde (Hand. 17:19, 20). Ze was nieuw voor de oren van degenen die ze hoorden, maar waar het om ging was dat het de waarheid was, in volledige overeenstemming met Gods Woord.
Jes. 43:10-12). Hun geloofsovertuigingen en gebruiken zijn niet nieuw, maar zijn terug te voeren tot het eerste-eeuwse christendom.
De hedendaagse geschiedenis van Jehovah’s Getuigen is begonnen toen in het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw in Allegheny (Pennsylvania, VS) een bijbelstudiegroep werd opgericht. Aanvankelijk stonden zij slechts bekend als Bijbelonderzoekers, maar in 1931 namen zij de schriftuurlijke naam Jehovah’s Getuigen aan (Geloven Jehovah’s Getuigen dat hun religie de enig juiste is?
De bijbel stemt niet in met de moderne zienswijze dat er veel aanvaardbare manieren zijn om God te aanbidden. Efeziërs 4:5 zegt dat er „één Heer, één geloof” is. Jezus verklaarde: „Nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden. . . . Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” — Matth. 7:13, 14, 21; zie ook 1 Korinthiërs 1:10.
De Schrift spreekt herhaaldelijk over het samenhangende geheel van ware christelijke leringen als „de waarheid”, en het christendom wordt „de weg der waarheid” genoemd (1 Tim. 3:15; 2 Joh. 1; 2 Petr. 2:2). Omdat Jehovah’s Getuigen al hun geloofsovertuigingen, hun maatstaven voor gedrag en organisatorische procedures op de bijbel baseren, schenkt hun geloof dat de bijbel zelf Gods Woord is, hun de overtuiging dat zij inderdaad de waarheid hebben. Het is dus niet zo dat zij zichzelf op een voetstuk plaatsen, maar hun houding toont hun vertrouwen dat de bijbel de maatstaf is waaraan iemands religie getoetst dient te worden. Zij zijn niet egocentrisch maar willen hun geloofsovertuigingen graag met anderen delen.
Houden andere religies zich niet eveneens aan de bijbel?
Veel religies maken er tot op zekere hoogte gebruik van. Maar leren en beoefenen ze werkelijk wat erin staat? Beschouw het volgende eens: (1) Uit de meeste van hun bijbelvertalingen hebben ze op duizenden plaatsen de naam van de ware God verwijderd. (2) De drieëenheidsleer, ja hun hele Godsbegrip, is ontleend aan heidense bronnen en werd in de huidige vorm pas eeuwen na het voltooien van de bijbelboeken Matth. 24:14). (5) Jezus zei dat zijn ware volgelingen gemakkelijk te identificeren zouden zijn op grond van hun zelfopofferende liefde voor elkaar. Gaat dat op voor de religies van de christenheid wanneer er onder de natiën oorlog uitbreekt? (6) De bijbel zegt dat Christus’ discipelen geen deel van de wereld zouden zijn en waarschuwt dat al wie een vriend van de wereld wil zijn, zich tot een vijand van God maakt; maar de kerken van de christenheid en hun lidmaten zijn ten nauwste betrokken bij de politiek (Jak. 4:4). Kan men met zo’n bericht in alle eerlijkheid zeggen dat ze zich werkelijk aan de bijbel houden?
ontwikkeld. (3) Hun geloof in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel als uitgangspunt voor een leven na de dood stamt niet uit de bijbel; het heeft zijn wortels in het oude Babylon. (4) Het thema van Jezus’ prediking was Gods koninkrijk, en hij zond zijn discipelen uit met de opdracht er persoonlijk met anderen over te spreken; maar de kerken in deze tijd noemen dat koninkrijk zelden en hun lidmaten houden zich niet bezig met de prediking van „dit goede nieuws van het koninkrijk” (Hoe komen Jehovah’s Getuigen aan hun uitleg van de bijbel?
Een sleutelfactor is dat de Getuigen werkelijk geloven dat de bijbel Gods Woord is en dat de inhoud ten doel heeft ons te onderrichten (2 Tim. 3:16, 17; Rom. 15:4; 1 Kor. 10:11). Zij nemen daarom niet hun toevlucht tot filosofische argumenten om te ontsnappen aan de duidelijk geformuleerde waarheden die erin staan of om een rechtvaardiging te vinden voor de levenswandel van mensen die zich van de morele maatstaven van de bijbel hebben afgekeerd.
Wanneer zij de in de bijbel gebruikte symbolische taal verklaren, laten zij de bijbel zelf de uitleg geven, in plaats van hun eigen theorieën over de betekenis ervan naar voren te brengen (1 Kor. 2:13). Aanwijzingen voor de betekenis van symbolische uitdrukkingen zijn gewoonlijk in andere bijbelgedeelten te vinden. (Zie bijvoorbeeld Openbaring 21:1; lees vervolgens met betrekking tot de betekenis van „zee” Jesaja 57:20. Zie Johannes 1:29 en 1 Petrus 1:19 om vast te stellen wie het in Openbaring 14:1 genoemde „Lam” is.)
Als het om de vervulling van profetieën gaat, handelen zij overeenkomstig Jezus’ aanmoediging om te letten op gebeurtenissen die precies kloppen met datgene wat er Luk. 21:29-31; vergelijk 2 Petrus 1:16-19). Gewetensvol wijzen zij op die gebeurtenissen en vestigen de aandacht op de betekenis die ze volgens de bijbel hebben.
volgens de profetie zou gebeuren (Jezus zei dat hij op aarde een „getrouwe en beleidvolle slaaf” (zijn gezalfde volgelingen, bezien als groep) zou hebben en dat hij zich van dat instrument zou bedienen om geestelijk voedsel te verschaffen aan degenen die het huisgezin des geloofs vormen (Matth. 24:45-47). Jehovah’s Getuigen erkennen die regeling. Evenals de eerste-eeuwse christenen zien zij op naar het besturende lichaam van die „slaaf”-klasse om moeilijke kwesties op te lossen — niet op basis van menselijke wijsheid maar door af te gaan op hun kennis van Gods Woord en zijn bemoeienissen met zijn dienstknechten, en met de hulp van Gods geest, waar zij ernstig om bidden. — Hand. 15:1-29; 16:4, 5.
Waarom hebben de leringen van Jehovah’s Getuigen in de loop der jaren veranderingen ondergaan?
De bijbel toont aan dat Jehovah zijn dienstknechten in staat stelt een progressief begrip van zijn voornemen te krijgen (Spr. 4:18; Joh. 16:12). Zo begrepen de profeten die onder goddelijke inspiratie gedeelten van de bijbel schreven, niet de betekenis van alles wat zij schreven (Dan. 12:8, 9; 1 Petr. 1:10-12). De apostelen van Jezus Christus beseften dat er veel was dat zij in hun tijd niet begrepen (Hand. 1:6, 7; 1 Kor. 13:9-12). De bijbel toont aan dat er gedurende „de tijd van het einde” een grote toename in kennis van de waarheid zou zijn (Dan. 12:4). Toegenomen kennis vergt dikwijls dat men zijn denkwijze herziet. Jehovah’s Getuigen zijn nederig tot zulke herzieningen bereid.
Waarom prediken Jehovah’s Getuigen van huis tot huis?
Jezus heeft voor onze tijd het volgende werk voorzegd: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Ook droeg hij zijn volgelingen op: „Gaat . . . en maakt discipelen van mensen uit alle natiën.” — Matth. 24:14; 28:19.
Toen Jezus zijn vroege discipelen uitzond, droeg hij hun op naar de huizen van de mensen te gaan (Matth. 10:7, ). De apostel Paulus zei over zijn bediening: „Ik [heb] mij er niet van . . . weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.” — 11-13Hand. 20:20, 21; zie ook Handelingen 5:42.
Bij de boodschap die de Getuigen verkondigen, zijn mensenlevens betrokken; zij willen daarom niemand overslaan (Zef. 2:2, 3). Zij worden gedreven door liefde — in de eerste plaats voor God maar ook voor hun naaste.
Op een conferentie van religieuze leiders in Spanje werd het volgende opgemerkt: „Misschien zijn [de kerken] uiterst nalatig in datgene waarmee de Getuigen zich nu juist het meest bezighouden — het huisbezoek, dat past in de apostolische methodologie van de primitieve kerk. Terwijl de kerken zich in veel gevallen beperken tot het bouwen van hun tempels, het luiden van hun klokken om de mensen te trekken en het prediken binnen hun plaatsen van aanbidding, volgen [de Getuigen] de apostolische procedure door van huis tot huis te gaan en gebruik te maken van iedere gelegenheid om getuigenis te geven.” — El Catolicismo, Bogotá (Colombia), 14 september 1975, blz. 14.
Maar waarom gaan de Getuigen zelfs herhaaldelijk naar de huizen van mensen die een ander geloof hebben?
Zij dringen anderen hun boodschap niet op. Maar zij weten dat er mensen verhuizen en dat de omstandigheden van mensen kunnen veranderen. Vandaag heeft iemand het wellicht te druk om te luisteren; een andere keer neemt hij er misschien graag de tijd voor. Mogelijk is het ene gezinslid niet geïnteresseerd, maar zijn anderen het wel. Mensen veranderen zelf ook; ernstige problemen in het leven kunnen iemand bewust maken van zijn geestelijke nood. — Zie ook Jesaja 6:8, 11, 12.
Waarom worden Jehovah’s Getuigen vervolgd en wordt er zoveel ongunstigs over hen verteld?
Jezus zei: „Indien de wereld u haat, gij weet dat ze mij eerder dan u heeft gehaat. Als gij een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort. Daar gij echter geen deel van de wereld zijt, maar ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u” (Joh. 15:18, 19; zie ook 1 Petrus 4:3, 4). De bijbel toont aan dat de gehele wereld in Satans macht ligt; hij is de voornaamste aanstichter van de vervolging. — 1 Joh. 5:19; Openb. 12:17.
Ook zei Jezus tot zijn discipelen: „Gij zult om mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle mensen” (Mark. 13:13). Het woord „naam” duidt hier op Jezus’ officiële positie als de Messiaanse Koning. De vervolging wordt veroorzaakt doordat Jehovah’s Getuigen zijn geboden meer gehoorzamen dan die van enige aardse heerser.
Als iemand zegt —
’Waarom proberen jullie niet de wereld leefbaarder te maken of de maatschappij te verbeteren?’
Dan zou je kunnen antwoorden: ’Het is duidelijk dat de toestanden in de maatschappij u ter harte gaan, en ik voel met u mee. Mag ik eens vragen: Welk probleem zou volgens u als eerste aangepakt moeten worden?’ En misschien toevoegen: ’Waarom vindt u dat juist dit zo dringend om een oplossing vraagt? . . . Natuurlijk kan het nut hebben als er onmiddellijk iets aan gedaan wordt, maar u bent het vast met mij eens dat wij graag verbetering op lange termijn zouden zien. Zo benaderen wij de kwestie. (Leg uit wat wij doen om mensen te helpen bijbelse beginselen in hun leven toe te passen ten einde op persoonlijke basis tot de kern van de zaak door te dringen; ook wat Gods koninkrijk zal doen, en waarom daarmee elk probleem voorgoed opgelost zal zijn.)’
Of kunnen zeggen: ’(Nadat je enkele punten uit het vorige antwoord hebt behandeld . . .) Sommigen dragen bij tot de verbetering van de samenleving door geld te geven; anderen doen het door hun diensten aan te bieden. Jehovah’s Getuigen doen beide. Mag ik dat even toelichten?’ En misschien toevoegen: (1) ’Als iemand een van Jehovah’s Getuigen wil zijn, moet hij nauwgezet zijn belastingen betalen; dat verschaft de regering de geldmiddelen voor de nodige dienstverlening.’ (2) ’Wij gaan nog een stapje verder, door de mensen thuis te bezoeken en hun aan te bieden gratis de bijbel met hen te bestuderen. Wanneer zij vernemen wat de bijbel zegt, leren zij bijbelse beginselen toe te passen en zo het hoofd te bieden aan hun problemen.’
Een andere mogelijkheid: ’Ik ben blij dat u die kwestie ter sprake brengt. Veel mensen hebben er nog nooit naar gevraagd
wat Jehovah’s Getuigen nu eigenlijk doen op het sociale vlak. Uiteraard zijn er verschillende manieren om hulp te bieden.’ En misschien toevoegen: (1) ’Sommigen doen het door instellingen te stichten — ziekenhuizen, bejaardentehuizen, revalidatiecentra voor drugverslaafden, enzovoort. Anderen gaan misschien als vrijwilliger naar de mensen thuis om naar hun beste vermogen passende hulp aan te bieden. Dat laatste doen Jehovah’s Getuigen.’ (2) ’Onze ervaring is dat iemands hele kijk op het leven kan veranderen wanneer hij uit de bijbel verneemt wat het werkelijke doel van het leven is en wat de toekomst zal brengen.’Nog een suggestie: ’Ik ben blij dat u die vraag stelt. Wij zouden graag zien dat de toestanden verbeterden, niet waar? Mag ik u eens vragen wat u vindt van de dingen die Jezus Christus zelf deed? Zou u zeggen dat de manier waarop hij mensen hielp, praktisch was? . . . Wij proberen zijn voorbeeld na te volgen.’
’Christenen behoren getuigen van Jezus te zijn en niet van Jehovah’
Dan zou je kunnen antwoorden: ’Daar roert u een interessant punt aan. En u hebt gelijk dat wij de verantwoordelijkheid hebben om van Jezus te getuigen. Daarom wordt in onze publikaties de nadruk gelegd op de rol van Jezus in Gods voornemen. (Je zou dit aan de hand van een boek of een tijdschrift kunnen tonen.) Maar hier staat iets wat wellicht nieuw voor u is (Openb. 1:5). . . . Van wie was Jezus „de Getrouwe Getuige”? (Joh. 5:43; 17:6) . . . Jezus heeft toch het voorbeeld gegeven dat wij moeten navolgen? . . . Waarom is het zo belangrijk zowel Jezus als zijn Vader te leren kennen? (Joh. 17:3)’