De Koninkrijksruiter rijdt
Hoofdstuk 13
De Koninkrijksruiter rijdt
1, 2. (a) Op wie richten wij nu onze aandacht, en wat heeft hij in zijn rechterhand? (b) Waarom werd tot Johannes gezegd niet langer te wenen? (c) Wie is de „Leeuw” van Juda, en waarom is hij waardig de zegels te openen?
LATEN wij nu het vijfde hoofdstuk van Openbaring opslaan. Daar lezen wij over een geïnspireerd visioen dat de apostel Johannes kreeg en dat rechtstreeks verband houdt met de ’komst’ van Gods koninkrijk. De centrale figuur in het visioen is de Soevereine Heer Jehovah, „degene die op de troon is gezeten”. In zijn rechterhand heeft hij een beschreven boekrol, „welverzegeld met zeven zegels”. De apostel Johannes begint echter zeer te wenen. Waarom? Omdat er in het gehele universum niemand gevonden kon worden die waardig was de verzegelde boekrol te openen en de daarin opgetekende boodschap bekend te maken. Maar zie! Er is toch iemand die waardig is de boekrol te openen! Hij is niemand anders dan „de Leeuw, die uit de stam Juda is”, de erfgenaam van Davids koninkrijk. — Openbaring 5:1 tot 5.
2 Hij is waardig de boekrol te openen omdat hij „heeft overwonnen”. Als volmaakt mens op aarde bleef hij zelfs tot aan een wrede marteldood onwankelbaar loyaal aan zijn Vader. „De heerser van de wereld”, Satan, kon zijn rechtschapenheid niet verbreken. Jezus kon zeggen: „Ik heb de wereld overwonnen.” — Johannes 14:30; 16:33.
3. Waarom dienen wij ons over de vervulling van Openbaring 5:9, 10 te verheugen?
3 Er zijn ook nog anderen die de wereld hebben overwonnen, Matthéüs 25:40). Door middel van een hemelse opstanding zullen zij met hem in zijn duizendjarige Koninkrijksheerschappij delen en ook te zamen met hem de voordelen van zijn loskoopoffer aan de miljarden mensen op aarde doen toekomen. Daarom worden er stemmen in de hemel gehoord die een nieuw lied zingen. Zij zeggen tot deze Persoon, die eens als een onschuldig lam ter slachting werd geleid:
en deze moedige „Leeuw”, Christus Jezus, beschouwt hen als zijn geestelijke „broeders” („Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen, want gij werdt geslacht en gij hebt met uw bloed uit elke stam en taal en elk volk en elke natie personen voor God gekocht, en gij hebt hen gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God, en zij zullen als koningen over de aarde regeren” (Openbaring 5:9, 10).
Wat een zegen dat de Koning en zijn beproefde en getoetste medekoningen op het punt staan ten behoeve van de onderdrukte mensheid op te treden! Maar in verband hiermee moet er eerst oorlog worden gevoerd.
DE RUITER OP HET WITTE PAARD
4. (a) Wat wordt gesymboliseerd door het ’witte paard’, door de „boog” van de ruiter en door het feit dat hij een „kroon” ontvangt? (b) Wie is deze ruiter, en wanneer ontving hij koninklijke autoriteit?
4 Wanneer het „Lam” de boekrol neemt en het eerste zegel opent, weerklinkt er een donderende stem uit de hemel die zegt: „Kom!” En wat zien wij? „Zie! een wit paard” — als symbool van een rechtvaardige oorlogvoering. Zijn berijder heeft een „boog”. Hij kan zijn vijanden van verre vernietigen want zijn vernietigingsmiddelen hebben een veel verdere reikwijdte dan louter door mensen gemaakte intercontinentale ballistische raketten. Hem wordt een „kroon” gegeven, en dit wijst op het recente jaar 1914, toen Jehovah hem koninklijke autoriteit over de natiën gaf. Daar deze „Heer der heren en Koning der koningen” zoveel machtiger is dan nietige Openbaring 6:1, 2; 17:14.
menselijke heren of koningen, zal hij, te zamen met de ’geroepen en uitverkoren en getrouwe’ gezalfde christenen die met hem in zijn hemelse koninkrijk zijn verenigd, over alle vijanden van rechtvaardigheid zegevieren. —5. (a) Wat was de eerste overwinning die de ruiter behaalde? (b) Wat heeft dit voor de mensheid tot gevolg gehad, maar waarom dienen wij acht te slaan op de waarschuwing in Markus 13:32-37?
5 Deze ruiter op het „witte paard” is een machtige veroveraar. Wat zou derhalve bij de aanvang van zijn tocht passender kunnen zijn dan dat hij „de oorspronkelijke slang”, Satan, en diens demonenengelen uit de hemel werpt? Hij slingert hen naar deze aarde! Geen wonder dat de Duivel nu grote toorn heeft. Zoals wij reeds hebben vernomen, koelt hij deze toorn aan de mensheid door „wee [over] de aarde en de zee” te brengen. De Duivel weet dat hij slechts „een korte tijdsperiode” heeft, maar hij is buitengewoon listig. Hij zou ons er graag toe willen brengen te denken dat de „laatste dagen” zich nog tot ver in de toekomst uitstrekken. Moge niemand van ons zich door zo’n denkwijze in slaap laten sussen! — Openbaring 12:9-12; Markus 13:32-37.
EEN VURIGGEKLEURD PAARD
6. (a) Wat stuift volgens Openbaring 6:3, 4 nu het toneel op? (b) Hoe verschilde de Eerste Wereldoorlog van alle voorgaande oorlogen?
6 Het „Lam” opent het tweede zegel. Nu stuift er „een vuriggekleurd paard” te voorschijn! „En hem die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, zodat zij elkaar zouden afslachten; en hem werd een groot zwaard gegeven” (Openbaring 6:4). Ah, de eerste wereldoorlog in de menselijke geschiedenis stormt het toneel op. De vrede wordt weggenomen, niet slechts van enkele natiën, maar van „de aarde”, daar enorme legers en zeemachten met gebruikmaking van afschuwelijke massavernietigingswapens de strijd met elkaar aanbinden. In tegenstelling tot voorgaande oorlogen, die door beroepslegers werden gestreden en waarbij gewoonlijk slechts enkele landen betrokken waren, was de Eerste Wereldoorlog een totale oorlogvoering. Voor het eerst in de geschiedenis werd in vele natiën de algehele mobilisatie afgekondigd.
7-9. Welke statistieken en uitspraken met betrekking tot ’afslachting’ tonen aan dat 1914 het begin van de moorddadigste periode in de gehele geschiedenis kenmerkte?
7 De profetie spreekt over „afslachten”, en het was met recht een ’afslachting’! In de strijd aan de Somme werden door een nieuwe en moorddadige uitvinding, het machinegeweer, honderdduizenden Britse en Franse soldaten neergemaaid. Volgens sommige schattingen vertegenwoordigde dit aantal tachtig procent van alle oorlogsslachtoffers. In Verdun sneuvelden in negen maanden tijds meer mannen dan er met Napoleons leger Rusland binnenmarcheerden. Op de muur van een begraafplaats in Verdun stonden de met bloed geschreven woorden te lezen: „VIJF KILOMETER NAAR HET SLACHTHUIS.” In de vier jaar van die Grote Oorlog werden er in totaal zo’n 9.000.000 soldaten afgeslacht.
8 Was 1914 het jaar waarin de ruiter op het „vuriggekleurde paard” de vrede van de aarde wegnam? Vele geschiedschrijvers ondersteunen die zienswijze. Zo schreef bijvoorbeeld de redacteur van het geschiedkundige tijdschrift American Heritage bijna vijftig jaar later: „In de zomer van 1914 verkeerden de natiën in vrede en de toekomst scheen rustig. Maar toen gingen de kanonnen spreken, en het zou nooit meer hetzelfde zijn op aarde. . . . Het jaar 1914 was een van de noodlottigste jaren in de menselijke geschiedenis . . . Dat jaar werd gekenmerkt door een van die ingrijpende keerpunten die zich gewoonlijk niet vaker dan één- of tweemaal in een millennium voordoen. Er zal waarschijnlijk een lange tijd overheen
gaan voordat wij volledig begrijpen waarin het jaar 1914 ons heeft doen belanden, maar wij kunnen op zijn minst beginnen te zien waaruit het ons heeft weggerukt.” Ja, de ruiter op het „vuriggekleurde paard” heeft de vrede van de aarde weggerukt, en dat gebeurde in het jaar 1914.9 De ruiter heeft zijn moorddadige tocht voortgezet tijdens een tweede wereldoorlog, waarin 16.000.000 soldaten zijn gesneuveld. Gaan wij verder tot in de jaren tachtig, dan zijn er volgens de berekeningen van een Hongaarse professor in drie decennia na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog eens 25.000.000 soldaten gesneuveld. Hij zegt dat er in de 33 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog slechts 26 dagen waren waarin er niet ergens ter wereld oorlog was.
10. Hoe heeft deze ruiter „een groot zwaard” gebruikt?
10 De profetie vertelt ons dat aan deze ruiter „een groot zwaard” werd gegeven. En inderdaad hebben dodelijke wapens een grote rol gespeeld in de afslachting tijdens de oorlogen van deze twintigste eeuw. In de Eerste Wereldoorlog werd voor het eerst op grote schaal gebruik gemaakt van gifgas, automatische wapens, legertanks, vliegtuigen en onderzeeboten. In de Tweede Wereldoorlog werden door de luchtoorlog hele steden letterlijk weggevaagd, terwijl de meeste slachtoffers onschuldige vrouwen, kinderen en oude mensen waren. In één nacht werd de stad Coventry (Engeland) verwoest, en later werd door een luchtaanval van de Geallieerden het leven van 135.000 mensen in Dresden (Duitsland) uitgeblust. Dan volgde nog de massavernietiging door atoombommen van ten minste 92.000 mensen in Hirosjima en 40.000 in Nagasaki (Japan), wederom voor het merendeel burgers. En wat het ’grote zwaard’ in deze tijd zou kunnen uitrichten indien er een kernoorlog zou uitbreken, gaat het voorstellingsvermogen te boven!
„ZIE! EEN ZWART PAARD”
11, 12. (a) Hoe heeft de ruiter op het „zwarte paard” er blijk van gegeven een metgezel van de tweede ruiter te zijn? (b) Waaruit blijkt dat hij tot op onze tijd is blijven rijden?
11 Wanneer het „Lam” het derde zegel opent, stormt er „een zwart paard” te voorschijn. „En die erop zat, had een weegschaal in zijn hand” (Openbaring 6:5). Ah, deze vergezelt de ruiter van totale oorlogvoering! Het is de ruiter die hongersnood brengt. Tijdens beide wereldoorlogen werden vele landen door hongersnood gekweld. Voedselrantsoenering, afgebeeld door de „weegschaal”, werd de norm voor de burgers van de strijdende natiën. En in het kielzog van de Eerste Wereldoorlog kwam de grootste hongersnood in de gehele geschiedenis. In het blad The Nation van 7 juni 1919 werd vermeld dat in India 32.000.000 mensen „op de rand van de hongerdood” verkeerden. In het blad World’s Work van maart 1921 stond dat alleen al in Noord-China dagelijks 15.000 mensen de hongerdood stierven. In Current History Magazine van oktober 1921, een uitgave van de New York Times, werd een Brits verslag aangehaald waarin stond dat in Rusland „niet minder dan 35.000.000 mensen worden achtervolgd door het grimmige spookbeeld van hongersnood en pestilentie”. Een soortgelijke hongersnood heerste er na de Tweede Wereldoorlog. Het tijdschrift Look van 11 juni 1946 berichtte toen: „Een vierde van de wereld verhongert thans.”
12 Zelfs zonder totale oorlog verschijnen er als gevolg van een mislukte oogst in onze moderne wereld vaak krantekoppen zoals deze in 1974: „De schaduw van de derde ruiter valt over India.” In 1976: „Een steeds hongeriger wereld heeft met een grote voedselcrisis te kampen.” En in 1979: „450 miljoen mensen verhongeren.” Naarmate de wereldbevolking zich vermenigvuldigt, wordt de voedselsituatie in onderontwikkelde en door oorlog verscheurde landen steeds nijpender. In de New
Scientist van mei 1975 stond onder de rubriek Atlas World Press Review: „De wereld staat tegenover een tweekoppig spookbeeld. Hongersnood is slechts één aspect: het andere is chronische ondervoeding. De FAO [Voedsel- en Landbouworganisatie] schat dat 61 van de 97 ontwikkelingslanden in 1970 aanzienlijk minder voedsel hebben geproduceerd of geïmporteerd dan noodzakelijk was om hun eigen bevolking te voeden. De FAO heeft volgens een voorzichtige schatting berekend dat 460 miljoen mensen aan ondervoeding lijden; volgens een ruimere interpretatie zou men het getal op 1 miljard kunnen stellen.” Thans, in de jaren tachtig, is de situatie nog veel slechter.13. Welke hedendaagse toestanden die vrees veroorzaken, worden in Openbaring 6:6 afgeschaduwd?
13 Terwijl de derde ruiter zijn tocht vervolgt, roept een stem uit de hemel: „Een liter tarwe voor een denarius en drie liter gerst voor een denarius; en breng geen schade toe aan de olijfolie en de wijn” (Openbaring 6:6). Aangezien een denarius een dagloon vertegenwoordigde, zou een werkman beslist gebelgd zijn over zo’n opgeschroefde prijs. En is het niet zo dat de inflatie in deze tijd constant inbreuk maakt op het inkomen van de gewone mensen? Maar wat valt er van zulke artikelen als „olie” en „wijn” te zeggen? Hebzuchtige profiteurs en andere rijke mensen zouden graag hun luxueuze leventje willen beveiligen. Maar zullen zij hierin slagen? Laten wij dat eens zien terwijl wij het „zwarte paard” in zijn onstuimige galop over de aarde volgen.
’EEN VAAL PAARD, MET DE DOOD’
14. Hoe houden de ruiter op het vierde paard en zijn metgezel op passende wijze verband met de gebeurtenissen sinds 1914?
14 Het vierde zegel wordt geopend en „een vaal paard” sluit zich bij de galopperende strijdrossen aan. De berijder draagt de naam Dood. Hij wordt op de voet gevolgd door Hades — of Hades al dan niet op een paard zit, vermeldt het verslag niet. Maar zij hebben een afgrijselijke opdracht: „Hun werd autoriteit gegeven over het vierde deel van de aarde, om te doden met een lang zwaard en met voedseltekorten en met dodelijke plagen en door de wilde beesten van de aarde” (Openbaring 6:7, 8). Sinds dat noodlottige jaar 1914 hebben de Dood en Hades inderdaad hun aanwezigheid tot in de vier hoeken van de aarde doen voelen.
15, 16. (a) Welke treffende vervulling had deze profetie in 1918-1919? (b) Waaruit blijkt dat dit paard sinds 1914 zijn galop onafgebroken heeft voortgezet?
15 „Dodelijke plagen”! Denk eens aan de Spaanse griep, die de pandemie van 1918-1919 werd genoemd. Deze ziekte eiste in enkele weken tijds het duizelingwekkende aantal van ten minste 21.000.000 slachtoffers, tweemaal zoveel als er tijdens de Eerste Wereldoorlog op het slagveld waren gesneuveld. In de Verenigde Staten stierven er volgens officiële gegevens 548.452 personen aan deze griep, meer dan tienmaal het aantal Amerikaanse soldaten dat in de oorlog was omgekomen. De slachtoffers waren voor het merendeel jonge en sterke mensen. In India stierven er meer dan 12.000.000. Geen continent of eiland bleef gespaard — op één uitzondering na: het eiland St.-Helena. Hele dorpen onder de Eskimo’s en in Centraal-Afrika werden uitgeroeid. Op Tahiti werden brandstapels gebruikt om de lijken van 4500 personen die in slechts 15 dagen tijds waren gestorven, op te ruimen, en in West-Samoa stierven er van de bevolking van 38.000 personen 7500 ten gevolge van de plaag.
16 De Spaanse griep was echter niet de enige dodelijke
ziekte die door de ruiter op het „vale paard” werd teweeggebracht. De New York Times berichtte dat er in 1915 in de strijd om Gallipoli meer soldaten werden gedood door dysenterie dan door kogels. Van 1914 tot 1923 stierven er in India 3.250.000 mensen aan cholera. In 1915 stierven in Rusland ten gevolge van de tyfus zo’n „twee en een half tot drie miljoen” mensen. En terwijl de ruiter voortgaloppeert tot in meer recente tijden zijn hartziekten en kanker voorname doodsoorzaken geworden, staat syfilis als „Doodsoorzaak no. 2 onder de besmettelijke ziekten” genoteerd en heeft hepatitis wereldwijd een explosief stadium bereikt.BEVRIJDING NABIJ!
17, 18. (a) Wat zei één staatsman, waaruit blijkt dat er verband bestaat tussen de tweede, de derde en de vierde ruiter? (b) Maar wie wordt door de wereldleiders genegeerd? (c) Waarom kunnen wij verheugd zijn over datgene wat de glorierijke Koning zal doen?
17 Reeds meer dan zestig jaar rijden het ’vuriggekleurde paard’, het ’zwarte paard’ en het ’vale paard’ nu nek aan nek, op de voet gevolgd door Hades. Hades heeft inderdaad een rijke oogst aan slachtoffers binnengehaald, waarvan het aantal in de honderden miljoenen loopt. Het is interessant dat een voormalige president van de Verenigde Staten, Herbert Hoover, deze drie ruiters met elkaar in verband bracht toen hij in 1941 zei: „De gevolgen van grote oorlogen zijn altijd hongersnood en pestilentie . . . De Wereldoorlog van vijfentwintig jaar geleden bracht 300.000.000 mensen in de greep van de honger. . . . Anderhalf jaar na het begin van de huidige oorlog [Tweede Wereldoorlog] kampen bijna 100.000.000 meer mensen met voedselgebrek dan drie jaar na het begin van de vorige oorlog.” Wat een rampspoed zou een derde wereldoorlog voor de mensheid betekenen!
18 De wereldleiders zijn zich volledig bewust van de verwoesting die door de ruiters op het ’vuriggekleurde’, het ’zwarte’ en het ’vale’ paard wordt aangericht. Zij negeren
echter de Ruiter op het ’witte paard’. De vreugdevolle dag komt naderbij waarop deze glorierijke Koning in actie zal komen om de rollen om te keren! In plaats van oorlog zal hij vrede brengen. In plaats van hongersnood zal hij overvloed verschaffen. In plaats van ziekte zal hij de mensheid tot volmaakte gezondheid herstellen, en zelfs Hades zal de doden opgeven. In een parallelle passage in de Psalmen wordt deze ruiter op het ’witte paard’ als volgt beschreven:„Gord uw zwaard aan uw dij, o machtige, met uw waardigheid en uw pracht. En ga in uw pracht voort tot succes; rijd voor de zaak van waarheid en ootmoed en rechtvaardigheid, en uw rechterhand zal u onderrichten in vrees inboezemende dingen” (Psalm 45:3, 4).
De zegepraal van de Koninkrijksruiter komt naderbij!
19. (a) Dienen wij ons met het oog op de vervulling van Openbaring 6:2-8 van streek te laten brengen? (b) Welk voorbeeld wordt aangehaald om ons aan te moedigen sterk in het geloof te zijn?
19 Wij dienen ons daarom door de verslechterende situatie op aarde in deze tijd niet van streek te laten brengen. Mogen wij in plaats daarvan hetzelfde standpunt innemen als de getuige van Jehovah die vanwege haar geloofsovertuiging twintig jaar van de tijdruimte tussen 1956 en 1978 in een socialistisch land in de gevangenis heeft doorgebracht. Bij één gelegenheid werd het doodvonnis over haar uitgesproken, en tot op deze dag zijn op haar armen nog de sporen te zien van de marteling die zij heeft ondergaan. Hoe bleef zij sterk in het geloof? Door te mediteren over de vele schriftplaatsen die zij zich van haar vroegere ijverige studie van de bijbel kon herinneren. Zij zegt dat een van deze schriftplaatsen Openbaring 6:2 was. Zij was er vast van overtuigd dat de Ruiter op het ’witte paard’, de Koning Jezus Christus, in 1914 in de hemel op de troon was geplaatst, en zij was vastbesloten te volharden totdat hij „zijn overwinning [zou] voltooien”. Mogen alle anderen die om de ’komst’ van Gods koninkrijk bidden, getrouw blijven totdat de Koning de volledige overwinning heeft behaald!
[Studievragen]
[Kader op blz. 123]
HET ZWARTE PAARD ZET ZIJN GALOP VOORT
„Volgens schattingen van de Wereldbank leven 780 miljoen mensen over de gehele wereld in absolute armoede, een toestand die ’aan geen enkele redelijke norm van menselijk fatsoen voldoet’.” — Detroit „Free Press”, 1 september 1980