Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De bestemde tijd is nabij

De bestemde tijd is nabij

Lied 137

De bestemde tijd is nabij

(Habakuk 2:3)

1. O Jehovah, heil’ge God,

O Rots, u waakt gestaag.

Sion galmt straks van uw stem;

Uw oordeel is niet traag.

Wacht het visioen misschien,

Het komt echt niet te laat.

Zie! hijgend spoedt het naar het eind;

Wij wachten kalm uw daad.

2. ’t Duurt niet lang meer, grote God,

Tot u de vijand velt.

Uw aanbidding hier op aard

Is eind’lijk weer hersteld.

Goddelozen gaan tekeer;

Hun vijandschap is groot,

Maar de bestemde tijd breekt aan

Dat u uw arm ontbloot.

3. Machtig God en Soeverein,

Jehovah is uw naam.

Heel de aarde zwijge stil

En hore van uw faam.

U regeert met majesteit

Als Koning, door uw Zoon.

Ja, u heerst over heel de aard,

Gezeten op uw troon.

4. Vreugdevol weerklinkt ons lied;

Voor u, God, zingen wij.

Met uw Zoon trekt u thans uit,

Brengt redding, maakt ons vrij.

Majesteit, o hemels Heer,

Snel nadert nu uw „dag”,

Dus wachten wij vol spanning op

Uw overwinningsslag.