Gods strijders rukken voorwaarts
Lied 39
Gods strijders rukken voorwaarts
1. Gods leger rukt nu voorwaarts;
Het balt zijn krachten saam,
Gehoorzaam aan Jehovah,
Vol eerbied voor zijn naam.
Al stormt „de grote draak” ook
Op ’t kleine leger aan,
Gods hand zal hen behoeden,
Zodat zij veilig gaan.
2. Wij zijn dus in de aanval
— Dit is Jehovah’s dag! —
En prediken vrijmoedig;
Geen die nu falen mag.
Gods Zoon is onze Leidsman;
Hij strijdt met kracht voor recht.
Hij leidt de grote aanval;
Kom, steun hem in ’t gevecht!
3. Ga voorwaarts met Jehovah;
Hij wint beslist de strijd.
Tot hij zichzelf rechtvaardigt,
Zij elk hem toegewijd.
De zege is niet ver meer,
Dien hem dus en zijn Zoon.
Getrouwen en beproefden
Geeft hij het volle loon.