Het brood uit de hemel
Lied 150
Het brood uit de hemel
1. O Vader in de hemel,
Die altijd door Dezelfde blijft,
Uw naam zij hoog geprezen;
Wij loven u, die zorg verdrijft.
U hebt eertijds als Herder,
U trouw betoond en groot:
Uw volk geleid als schapen,
Zond manna hun tot brood,
Hun dorst gelest met water,
Dat uit de rots kwam door uw macht.
Uw zorg bleef hen omringen
Toen u uw volk naar Kanaän bracht.
2. Het manna was een schaduw
Van Christus, die ons leven bood,
Die hemels leven prijsgaf
Om ons te redden van de dood.
Hij is het brood des levens:
Hij gaf zijn eigen vlees,
Een offer dat de mensheid
De weg tot redding wees.
Blijf vol geloof gebruiken
Van ’t hemels brood dat God ons geeft.
Ja, eet het elke dag weer,
Opdat u rein en zuiver leeft.
3. Kom, breng dit brood aan mensen
Die hong’ren nu in geestesnood.
Gehoorzaam Christus’ opdracht
En voed zijn „schapen” met dit brood.
Help and’ren bij hun zoeken
Naar Gods rechtvaardigheid,
Opdat zij redding vinden
En God hen verder leidt.
En straks, als Armageddon
Op aarde vrede heeft gebracht,
Dan loven wij God eeuwig
Voor ’t leven in zijn scheppingspracht.