Biblia Hebraica (van Kittel en latere edities)
In 1906 publiceerde de Hebreeuwse Bijbelgeleerde Rudolf Kittel (1853-1929) in Duitsland de eerste editie van zijn Biblia Hebraica (BHK), een gedrukte versie van de Hebreeuwse Geschriften in het Hebreeuws. De Latijnse term Biblia Hebraica (wat ‘de Hebreeuwse Bijbel’ betekent) werd gebruikt in de titel van een reeks wetenschappelijke uitgaven van de Hebreeuwse Geschriften. (Zie MASORETISCHE TEKST; WETENSCHAPPELIJKE UITGAVEN.)
De Hebreeuwse tekst van de eerste en tweede editie van Kittels werk (de tweede editie werd gepubliceerd in 1909-1913) was gebaseerd op de Rabbijnenbijbel van Jakob ben Chajim, die in 1524-1525 in Venetië werd gepubliceerd door Daniel Bomberg. Maar de hoofdtekst van de derde editie van Kittels Biblia Hebraica (BHK3, in 1937 voltooid door Kittels partners) was gebaseerd op een veel oudere Hebreeuwse tekst. Dat was de Hebreeuwse tekst van de Codex Leningradensis (B 19A), die dateert van 1008/1009 n.Chr. De Codex Leningradensis is het oudste manuscript van de volledige Hebreeuwse Bijbel. (Zie CODEX LENINGRADENSIS.) In latere edities van de Biblia Hebraica-reeks (1951-1955) werden versies uit de Dode Zeerollen opgenomen. Die latere edities werden gebruikt als basis voor de Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (1953-1960).
Recentere edities van deze reeks zijn de Biblia Hebraica Stuttgartensia (BHS, gepubliceerd in 1967-1977) en Biblia Hebraica Quinta (BHQ, gepubliceerd vanaf 2004). Beide edities bevatten later onderzoek dat is gebaseerd op de Dode Zeerollen en andere oude manuscripten. De hoofdtekst van deze wetenschappelijke werken is eveneens gebaseerd op de Codex Leningradensis, met toevoeging van voetnoten die ter vergelijking bewoordingen bevatten uit andere bronnen, waaronder de Samaritaanse Pentateuch, de Griekse Septuaginta, de Aramese targoems, de Latijnse Vulgaat en de Syrische Pesjitta. Deze recentere edities van de Biblia Hebraica zijn geraadpleegd voor de Engelse herzieningen van de Nieuwewereldvertaling van 1984 en 2013. (Zie App. A3.)