HOOFDSTUK 11
Morele verbeteringen: Gods heiligheid weerspiegelen
1. Wat voor indrukwekkends zag Ezechiël?
STEL dat je net zoiets meemaakt als de profeet Ezechiël ruim 2500 jaar geleden. Je loopt naar een enorme, schitterende tempel. Een machtige engel gaat je rondleiden door het prachtige complex. Je gaat de zeven treden op naar een van de drie buitenste poorten. Je bent diep onder de indruk van die ingang. Hij torent ongeveer dertig meter boven je uit. In de doorgang zie je wachtlokalen. De pilaren zijn versierd met palmfiguren (Ezech. 40:1-4, 10, 14, 16, 22; 41:20).
2. (a) Wat beeldt de tempel uit het visioen af? (Zie ook de voetnoot.) (b) Wat kunnen we leren van de ingangen van de tempel?
2 Dit is de geestelijke tempel uit een visioen van Ezechiël. Zijn verslag is zo gedetailleerd dat het hoofdstuk 40 tot en met 48 van zijn profetische boek beslaat. De tempel is een afbeelding van Jehovah’s regeling voor zuivere aanbidding. Elk element heeft betekenis voor onze eigen aanbidding in deze laatste dagen. a Wat symboliseren de hoge poorten? Ze herinneren ons eraan dat iemand naar Jehovah’s hoge en rechtvaardige normen moet leven om zijn geestelijke tempel te mogen binnengaan. Ook de afbeeldingen van de palmbomen brengen die les over, want palmbomen worden in de Bijbel soms gebruikt om rechtvaardigheid af te beelden (Ps. 92:12). En de wachtlokalen? Degenen die geen respect hebben voor Gods normen wordt de toegang geweigerd tot deze prachtige, levengevende weg van zuivere aanbidding (Ezech. 44:9).
3. Waarom moesten Christus’ volgelingen steeds bijgestuurd worden?
3 Hoe is Ezechiëls visioen in vervulling gegaan? Zoals we in hoofdstuk 2 hebben gezien, heeft Jehovah zijn volk via Christus van 1914 tot begin 1919 een speciaal louteringsproces laten ondergaan. Hield het louteren daarmee op? Nee. De afgelopen honderd jaar is Christus ermee doorgegaan Jehovah’s heilige gedragsnormen hoog te houden. Zijn volgelingen moesten hierin steeds bijgestuurd worden. Waarom? Omdat Christus ze uit deze immorele wereld heeft bijeengebracht en Satan altijd blijft proberen ze terug te trekken naar het moeras van immoraliteit. (Lees 2 Petrus 2:20-22.) Laten we eens kijken naar drie terreinen waarop ware christenen geleidelijk zijn bijgeschaafd. Eerst gaan we het hebben over een paar specifieke morele verbeteringen, daarna over een belangrijke voorziening om de gemeente rein te houden en tot slot over het gezin.
Morele verbeteringen door de jaren heen
4, 5. Welke tactiek gebruikt Satan al heel lang, en wat heeft hij ermee bereikt?
4 Jehovah’s aanbidders zijn altijd geïnteresseerd geweest in een hoge moraal en integer gedrag. Daarom hebben ze duidelijker onderwijs hierover altijd graag aanvaard. Laten we eens een paar voorbeelden bekijken.
5 Seksuele immoraliteit. Jehovah heeft seks tussen huwelijkspartners bedoeld als iets reins en moois. Satan geniet ervan om die kostbare gave te veranderen in iets smerigs en te gebruiken om Jehovah’s volk te verleiden zodat ze zijn gunst verliezen. In de tijd van Bileam maakte hij hier heel wat slachtoffers mee. En in de laatste dagen gebruikt hij deze tactiek meer dan ooit (Num. 25:1-3, 9; Openb. 2:14).
6. Welke gelofte verscheen in de Watch Tower, hoe werd die gebruikt en waarom raakte die in onbruik? (Zie ook de voetnoot.)
6 Als tegenwicht tegen Satans pogingen verscheen in de Watch Tower van 15 juni 1908 een gelofte die gedeeltelijk luidde: „Ik beloof plechtig dat ik mij te allen tijde en op alle plaatsen jegens personen van het andere geslacht in de persoonlijke omgang, wanneer ik alleen met hen ben, precies zo zal gedragen als ik dit in het openbaar zou doen.” b Velen legden de gelofte af, hoewel dat niet verplicht was. Daarna kwam hun naam in Zion’s Watch Tower te staan. Jaren later zag men terecht in dat deze gelofte, die voor velen nuttig was geweest, een leeg ritueel werd; vandaar dat de gelofte in onbruik raakte. Maar de hoge morele principes erachter zijn altijd nageleefd.
7. Welk probleem besprak The Watchtower van 1 maart 1935, en welke norm werd opnieuw bevestigd?
7 Satans aanvallen werden alleen maar erger. The Watchtower van 1 maart 1935 (Nederlands juli 1941) besprak openhartig een groeiend probleem onder Gods volk. Kennelijk dachten sommigen dat ze zich in hun privéleven niet aan Jehovah’s morele normen hoefden te houden zolang ze maar in de dienst gingen. Er werd rechtstreeks gezegd: „Men gelieve echter te bedenken, dat deelname aan het getuigeniswerk niet het eenige is, dat van ons verlangd wordt. Jehova’s getuigen zijn Zijn vertegenwoordigers en op hen rust de plicht, als vertegenwoordigers des Heeren Hem en Zijn Koninkrijk waardig te vertegenwoordigen.” Het artikel gaf vervolgens duidelijke raad over het huwelijk en de seksuele moraal, waardoor Gods volk werd geholpen zich te houden aan het gebod: „Ontvliedt de hoererij” (1 Kor. 6:18).
8. Waarom heeft De Wachttoren herhaaldelijk de nadruk gelegd op de volledige betekenis van het Griekse woord voor hoererij?
8 In recentere jaren heeft De Wachttoren herhaaldelijk de nadruk gelegd op de juiste definitie van het woord voor hoererij in de Griekse Geschriften: porneia. De betekenis is niet beperkt tot seksuele gemeenschap. Onder porneia vallen allerlei immorele handelingen, zoals alle obscene handelingen die in bordelen plaatsvinden. Christus’ volgelingen worden dan ook beschermd tegen de seksuele perversie die zich als een plaag over de wereld verspreidt. (Lees Efeziërs 4:17-19.)
9, 10. (a) Welke morele kwestie besprak The Watchtower van 1 maart 1935? (b) Wat is de evenwichtige Bijbelse kijk op het gebruik van alcohol?
9 Alcoholmisbruik. The Watchtower van 1 maart 1935 (Nederlands juli 1941) besprak nog een morele kwestie: „Ook is opgemerkt, dat diegenen die aan den velddienst deelnemen, of andere plichten in de organisatie vervullen, dit doen terwijl zij aangeschoten zijn. Onder welke voorwaarde wordt het wijndrinken in de Schrift goedgekeurd? Is het juist, dat iemand zoo veel wijn drinkt, dat daardoor zijn dienst in de organisatie des Heeren wordt beïnvloed?”
10 Het antwoord was een bespreking van de evenwichtige kijk op alcohol die in Gods Woord te vinden is. Hoewel de Bijbel matig gebruik van wijn en andere alcoholische drank niet afkeurt, wordt dronkenschap wel sterk veroordeeld (Ps. 104:14, 15; 1 Kor. 6:9, 10). In dit verband zijn Gods aanbidders al vaker herinnerd aan het verslag over de zonen van Aäron. Ze werden door God gedood omdat ze onwettig vuur op Gods altaar offerden. Het verslag laat kort daarna zien hoe het waarschijnlijk kwam dat die mannen iets deden dat zo verkeerd was, want God gaf een wet die alle priesters verbood alcohol te gebruiken als ze met hun heilige taken bezig waren (Lev. 10:1, 2, 8-11). Christus’ volgelingen passen dat beginsel in deze tijd toe en vermijden het onder invloed van alcohol heilige dienst te verrichten.
11. Welke voordelen heeft een beter begrip van alcoholisme voor Gods volk gehad?
11 In recentere jaren hebben Christus’ volgelingen voordeel gehad van een beter begrip van alcoholisme, een verslaving waarbij iemand aanhoudend alcohol misbruikt. Geestelijk voedsel op de juiste tijd heeft velen geholpen dit probleem aan te pakken en weer grip op hun leven te krijgen. En nog velen meer hebben het probleem helemaal kunnen vermijden. Niemand zou moeten toelaten dat hij door alcoholmisbruik zijn waardigheid, zijn gezin en bovenal zijn voorrecht om Jehovah te aanbidden verliest.
„Wij kunnen ons niet voorstellen dat onze Heer naar tabak zou stinken of iets smerigs in zijn mond zou steken.” — C.T. Russell
12. Hoe bezagen Christus’ volgelingen al vóór het begin van de laatste dagen het gebruik van tabak?
12 Tabaksgebruik. Christus’ volgelingen ontmoedigden het gebruik van tabak al vóór het begin van de laatste dagen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit wat een oudere broeder, Charles Capen, zich herinnerde van zijn eerste ontmoeting met broeder Russell aan het eind van de negentiende eeuw. Hij was toen dertien en stond met drie van zijn broers op de trap van het Bible House in Allegheny (Pennsylvania). Toen Russell voorbijkwam vroeg hij: „Zijn jullie aan het roken, jongens? Ik ruik tabak.” Ze zeiden dat ze niet aan het roken waren. Maar het was hun wel duidelijk hoe hij over het onderwerp dacht. In de Watch Tower van 1 augustus 1895 zei broeder Russell over 2 Korinthiërs 7:1: „Ik kan niet inzien hoe het gebruik van tabak door een christen, in welke vorm ook, tot Gods heerlijkheid of tot voordeel van de christen zelf zou strekken. (...) Wij kunnen ons niet voorstellen dat onze Heer naar tabak zou stinken of iets smerigs in zijn mond zou steken.”
13. Welke morele verbetering kwam er in 1973?
13 In The Watchtower van 1 maart 1935 (Nederlands september 1937) werd tabak het „onreine onkruid” genoemd en werd gezegd dat niemand een lid van de Bethelfamilie kon blijven of als vertegenwoordiger van Gods organisatie in de pioniersdienst of de reizende dienst kon dienen als hij ervoor koos tabak te pruimen of te roken. In 1973 kwam er verdere morele verbetering. In De Wachttoren van 1 september werd uitgelegd dat geen Getuige van Jehovah een goede reputatie in de gemeente kon behouden als hij met deze dodelijke, verontreinigende en liefdeloze gewoonte doorging. Degenen die weigerden te stoppen met het gebruik van tabak moesten uitgesloten worden. c Christus had weer een belangrijke stap gedaan in het louteren van zijn volgelingen.
14. Wat is Gods norm als het gaat om bloed, en hoe werden bloedtransfusies gangbaar?
14 Misbruik van bloed. In Noachs tijd zei God dat het verkeerd was bloed te eten. Hij bevestigde dat standpunt nog eens in de Wet voor Israël en gaf ook de christelijke gemeente de opdracht „zich te onthouden (...) van bloed” (Hand. 15:20, 29; Gen. 9:4; Lev. 7:26). Het hoeft ons niet te verbazen dat Satan een manier heeft gevonden om veel mensen die norm van God te laten negeren. In de negentiende eeuw experimenteerden artsen met bloedtransfusie, en na de ontdekking van bloedgroepen werd deze methode steeds vaker toegepast. Vanaf 1937 werd bloed verzameld en in bloedbanken opgeslagen, en tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het gebruik sterk toe. Al gauw werden transfusies overal ter wereld heel gewoon.
15, 16. (a) Welk standpunt namen Jehovah’s Getuigen in wat betreft bloedtransfusie? (b) Welke steun hebben Christus’ volgelingen gekregen bij de bloedkwestie, en wat is het resultaat?
15 Al in 1944 gaf The Watchtower aan dat het krijgen van bloedtransfusie eigenlijk hetzelfde was als het eten van bloed. Het jaar daarop werd die Bijbelse opvatting ondersteund en verduidelijkt. Tegen 1951 werd er een lijst met vragen en antwoorden gepubliceerd om Gods aanbidders te helpen als ze met medisch personeel te maken kregen. Overal ter wereld namen trouwe volgelingen van Christus een moedig standpunt in, vaak ondanks minachting, vijandigheid en zelfs regelrechte vervolging. Maar Christus zorgde ervoor dat zijn organisatie de nodige steun bleef geven. Er werden gedetailleerde en goed onderbouwde brochures en artikelen gepubliceerd.
16 In 1979 begonnen ouderlingen ziekenhuizen te bezoeken om artsen te informeren over ons standpunt, de Bijbelse redenen ervoor en beschikbare alternatieven. In 1980 werden ouderlingen in 39 steden in de VS speciaal voor dit werk opgeleid. Later gaf het Besturende Lichaam toestemming om overal ter wereld ziekenhuiscontactcomités op te richten. Is er door de jaren heen vooruitgang geboekt? Tienduizenden artsen, chirurgen, anesthesiologen en andere medici zijn nu bereid Getuigen zonder bloed te behandelen en tonen respect voor onze keuze. In steeds meer ziekenhuizen is een bloedvrije behandeling mogelijk, en volgens sommige is het zelfs de hoogste standaard voor de gezondheidszorg. Is het niet geweldig te bedenken hoe Jezus zijn volgelingen heeft beschermd tegen Satans pogingen om ze te verontreinigen? (Lees Efeziërs 5:25-27.)
17. Hoe kunnen we onze waardering laten zien voor de manier waarop Christus zijn volgelingen heeft gelouterd?
17 Het is goed ons af te vragen: waardeer ik de manier waarop Christus zijn volgelingen heeft gelouterd en heeft opgeleid om zich aan Jehovah’s hoge morele normen te houden? Laten we in gedachte houden dat Satan constant probeert een wig te drijven tussen ons en Jehovah en Jezus door ons respect voor Jehovah’s normen te ondermijnen. Om die invloed tegen te gaan, geeft Jehovah’s organisatie consequent liefdevolle waarschuwingen en raad over de immorele wegen van deze wereld. Laten we alert, ontvankelijk en gehoorzaam op die nuttige raad blijven reageren (Spr. 19:20).
De reputatie van de gemeente beschermen
18. Wat maakt Ezechiëls visioen ons duidelijk over personen die tegen Gods normen in opstand komen?
18 Een tweede terrein van morele verbetering houdt verband met maatregelen om de gemeente rein te houden. Jammer genoeg houdt niet iedereen die Jehovah’s gedragsnormen heeft aanvaard en zich aan hem heeft opgedragen vast aan die beslissing. Sommigen komen na verloop van tijd tegen die normen in opstand. Wat er in zo’n geval gedaan moet worden, laat Ezechiëls visioen van de geestelijke tempel zien. Denk nog eens aan de hoge poorten. In elke doorgang waren wachtlokalen. De wachters beschermden de tempel, kennelijk om te voorkomen dat er personen binnenkwamen die „onbesneden van hart” waren (Ezech. 44:9). Dit maakt duidelijk dat zuivere aanbidding een voorrecht is dat alleen is weggelegd voor degenen die hun best doen om naar Jehovah’s zuivere gedragsnormen te leven. Zo staat ook in deze tijd het voorrecht om met andere christenen in aanbidding verbonden te zijn niet voor iedereen open.
19, 20. (a) Hoe heeft Christus ervoor gezorgd dat de procedures rond gevallen van ernstig kwaaddoen geleidelijk zijn verbeterd? (b) Wat zijn drie redenen om berouwloze kwaaddoeners uit te sluiten?
19 In 1892 zei de Watch Tower dat we „de plicht hebben degenen uit te sluiten (als christenen) die direct of indirect ontkennen dat Christus zichzelf als een losprijs (...) voor iedereen heeft gegeven”. (Lees 2 Johannes 10.) In 1904 erkende het boek The New Creation dat degenen die doorgaan met verkeerd gedrag een reëel gevaar vormen omdat ze de gemeente kunnen demoraliseren. In die tijd werden gevallen van ernstig kwaaddoen onderzocht tijdens ’kerkverhoren’ waaraan de hele gemeente meedeed. Maar dit kwam niet vaak voor. In 1944 stond in The Watchtower (Nederlands 1949) dat alleen de verantwoordelijke broeders zulke kwesties horen te behandelen. In 1952 verscheen er in De Wachttoren een Bijbelse procedure voor rechterlijke kwesties. Er werd een belangrijke reden benadrukt voor het uitsluiten van personen die geen berouw hebben: de gemeente rein houden.
20 In de jaren daarna heeft Christus ervoor gezorgd dat de procedures rond gevallen van ernstig kwaaddoen werden verduidelijkt en verbeterd. Ouderlingen worden goed opgeleid om rechterlijke zaken op Jehovah’s manier te behandelen, met een juist evenwicht tussen rechtvaardigheid en barmhartigheid. Nu zien we duidelijk dat er minstens drie redenen zijn om een berouwloze kwaaddoener uit de gemeente te sluiten: (1) om Jehovah’s naam vrij te houden van smaad, (2) om de gemeente tegen de verontreinigende gevolgen van ernstige zonde te beschermen en (3) om de zondaar zo mogelijk tot berouw te brengen.
21. Waarom is de uitsluitingsregeling een zegen voor Gods volk?
21 Heb je gemerkt wat een zegen de uitsluitingsregeling voor Christus’ volgelingen is geweest? In het oude Israël hadden zondaars vaak een negatieve invloed op het volk. Soms waren personen die van Jehovah hielden en probeerden te doen wat juist was zelfs in de minderheid. Het volk bracht dan vaak smaad op Jehovah’s naam, en ze verloren zijn gunst (Jer. 7:23-28). Maar in deze tijd bestaat Jehovah’s volk uit geestelijk gezinde mannen en vrouwen. Omdat verstokte kwaaddoeners uit ons midden worden verwijderd, krijgen ze geen kans om als het ware wapens in Satans handen te worden en de gemeente en de reine reputatie ervan verder te schaden. In plaats daarvan wordt hun invloed tot een minimum beperkt. Zo zijn we als groep verzekerd van Jehovah’s gunst. Vergeet niet wat Jehovah heeft beloofd: „Geen enkel wapen dat tegen u gesmeed zal worden, zal succes hebben” (Jes. 54:17). Ondersteun je loyaal de ouderlingen, die de zware verantwoordelijkheid hebben rechterlijke kwesties te behandelen?
Degene verheerlijken aan wie elke familie haar naam te danken heeft
22, 23. (a) Waarom hebben we waardering voor onze broeders en zusters in het begin van de twintigste eeuw? (b) Waarom kunnen we zeggen dat er meer evenwicht nodig was?
22 Een derde terrein waarop Christus’ volgelingen zijn gelouterd, heeft te maken met het huwelijk en het gezinsleven. Door de jaren heen is onze kijk op het gezin bijgeschaafd. Als we bijvoorbeeld lezen over Gods aanbidders in het begin van de twintigste eeuw, zijn we erg onder de indruk van hun bijzondere zelfopoffering. We hebben diepe waardering voor de manier waarop ze hun heilige dienst boven al het andere lieten gaan. Maar tegelijk zien we duidelijk dat er meer evenwicht nodig was.
23 Het kwam geregeld voor dat broeders voor toewijzingen in de dienst of het reizende werk maandenlang ver van huis waren. Trouwen werd soms sterker ontmoedigd dan de Bijbel rechtvaardigt, en er werd relatief weinig gezegd over hoe christenen aan een sterk huwelijk kunnen werken. Is dat nu nog steeds zo?
Theocratische toewijzingen mogen niet ten koste gaan van gezinsverplichtingen
24. Hoe heeft Christus zijn trouwe volgelingen geholpen een evenwichtiger kijk te krijgen op het huwelijk en het gezin?
24 In deze tijd mogen theocratische toewijzingen niet ten koste gaan van gezinsverplichtingen. (Lees 1 Timotheüs 5:8.) Ook heeft Christus gezorgd voor een constante stroom van nuttige en evenwichtige Bijbelse raad over het huwelijk en het gezinsleven (Ef. 3:14, 15). In 1978 verscheen het boek Een gelukkig gezinsleven opbouwen. Achttien jaar later kwam Het geheim van gezinsgeluk. Daarnaast zijn er in De Wachttoren heel wat artikelen verschenen om echtparen te helpen Bijbelse principes in hun huwelijk toe te passen.
25-27. Hoe is er in de loop van de jaren steeds meer aandacht besteed aan de behoeften van kinderen?
25 En de kinderen? In de loop van de jaren is er aan hun behoeften steeds meer aandacht besteed. Jehovah’s organisatie voorziet al jaren in mooi materiaal voor kinderen van allerlei leeftijden. Maar wat ooit als stroompje begon, is een volle, constante rivier geworden. Zo verscheen van 1919 tot 1921 in The Golden Age de rubriek „Jeugdbijbelstudie”. In 1920 kwam de brochure The Golden Age ABC en in 1944 het boek Kinderen. In de jaren zeventig werden Naar de Grote Onderwijzer luisteren, Maak je jeugd tot een succes en Mijn boek met bijbelverhalen gepubliceerd. In 1982 begon in de Ontwaakt! de serie „Jonge mensen vragen”, en uiteindelijk verscheen in 1989 het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden.
26 Nu hebben we twee actuele Jonge mensen vragen-boeken, en de serie gaat verder op onze website, jw.org. We hebben ook het boek Lessen van de Grote Onderwijzer. Op onze website staan heel wat dingen voor kinderen, waaronder Bijbelkaarten, projecten voor Bijbelstudie voor kinderen en jongeren, opdrachten, filmpjes, Bijbelse stripverhalen en Bijbellessen voor kinderen van nul tot drie jaar. Het is duidelijk dat Christus nog net zo over kinderen denkt als toen hij ze in de eerste eeuw in zijn armen nam (Mark. 10:13-16). Hij wil dat onze kinderen zich geliefd en geestelijk goed gevoed voelen.
27 Jezus wil ook dat kinderen beschermd worden. Terwijl deze immorele wereld dieper wegzinkt in verdorvenheid, breidt de plaag van kindermisbruik zich steeds verder uit. Daarom is er duidelijk en openhartig materiaal gepubliceerd om ouders te helpen hun kinderen te beschermen tegen deze walgelijke praktijk. d
28. (a) Wat zijn de voorwaarden om aan de zuivere aanbidding te mogen deelnemen, zoals blijkt uit Ezechiëls tempelvisioen? (b) Wat ben je vastbesloten te doen?
28 Is het niet geweldig te overdenken hoe Christus zijn volgelingen is blijven bijsturen? Hoe hij ze heeft opgeleid om Jehovah’s hoge morele normen te respecteren en ernaar te leven? Denk nog eens aan de tempel die Ezechiël in een visioen zag, en de hoge ingangen. Die tempel is natuurlijk geen letterlijke maar een geestelijke plaats. Maar is hij wel reëel voor je? We gaan er niet simpelweg binnen door naar een Koninkrijkszaal te gaan, een bijbel open te slaan of in de dienst ergens aan te bellen. Dat zijn concrete handelingen met tastbare dingen. Elke huichelaar kan dat doen zonder ooit Jehovah’s tempel binnen te gaan. Maar als we die dingen doen terwijl we naar Jehovah’s hoge morele normen leven en met de juiste instelling deelnemen aan de zuivere aanbidding, zijn we binnengegaan in de allerheiligste plaats: de regeling voor de zuivere aanbidding van Jehovah! Laten we dat kostbare voorrecht altijd koesteren. En laten we ons uiterste best blijven doen om Jehovah’s heiligheid te weerspiegelen door zijn rechtvaardige normen hoog te houden.
a In 1932 liet Deel 2 van het boek Vindication voor het eerst zien dat de Bijbelprofetieën over het herstel van Gods volk in hun vaderland een hedendaagse vervulling hadden in een geestelijk Israël in plaats van het letterlijke Israël. Die profetieën wijzen op het herstel van zuivere aanbidding. De Wachttoren van 1 maart 1999 legde uit dat Ezechiëls tempelvisioen zo’n herstellingsprofetie is en daarom een belangrijke geestelijke vervulling heeft in de laatste dagen.
b In de gelofte stond dat een man en een vrouw niet alleen in een kamer mochten zijn tenzij de deur wijd openstond — of tenzij ze huwelijkspartners of naaste familie waren. Een paar jaar lang was deze gelofte dagelijks een onderdeel van de ochtendaanbidding op Bethel.
c Bij tabaksgebruik gaat het om het roken, pruimen of snuiven van tabak of het verbouwen van tabak met die doeleinden.
d Zie bijvoorbeeld hoofdstuk 32 van Lessen van de Grote Onderwijzer en de coverartikelen „Bescherm uw kinderen!” in de Ontwaakt! van oktober 2007.