Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 6

Vernietigingskracht: ‘Jehovah is een machtige strijder’

Vernietigingskracht: ‘Jehovah is een machtige strijder’

1-3. (a) Met welke bedreiging werden de Israëlieten geconfronteerd? (b) Hoe streed Jehovah voor zijn volk?

 DE ISRAËLIETEN zaten in de val. Ze zaten ingeklemd tussen steile rotsen en een zee die ze niet konden oversteken. Het Egyptische leger, een meedogenloze moordmachine, zat hen op de hielen, vastbesloten om hen te vernietigen. a Toch drong Mozes er bij Gods volk op aan de hoop niet te verliezen. ‘Jehovah zelf zal voor jullie strijden’, verzekerde hij hun (Exodus 14:14).

2 Ondanks dat riep Mozes kennelijk luid tot Jehovah, en Hij antwoordde: ‘Waarom blijf je tot mij roepen? (...) Steek de staf die je in je hand hebt uit over de zee en splijt de zee in tweeën’ (Exodus 14:15, 16). Stel je eens voor wat er dan gebeurt. Jehovah geeft zijn engel onmiddellijk een bevel, en de wolkkolom stelt zich achter Israël op, spreidt zich misschien uit als een muur en voorkomt dat het Egyptische leger de Israëlieten kan aanvallen (Exodus 14:19, 20; Psalm 105:39). Dan strekt Mozes zijn hand uit. De zee wordt door een sterke wind opgejaagd en splijt in tweeën. De wateren stollen en blijven als een muur overeind staan, zodat er een pad vrijkomt dat breed genoeg is om het hele volk erdoorheen te laten gaan! (Exodus 14:21; 15:8)

3 Als de farao deze uiting van kracht ziet, zou hij eigenlijk zijn leger moeten bevelen zich terug te trekken. In plaats daarvan geeft de trotse farao het bevel de achtervolging in te zetten en Israël aan te vallen (Exodus 14:23). De Egyptenaren stormen de zeebedding op, maar hun aanval loopt al snel uit op chaos als de wielen van hun wagens eraf beginnen te vallen. Zodra de Israëlieten veilig aan de overkant zijn, geeft Jehovah Mozes de opdracht: ‘Strek je hand uit over de zee, dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren, hun strijdwagens en hun ruiters.’ De muren van water storten in en de farao en zijn leger verdrinken! (Exodus 14:24-28; Psalm 136:15)

4. (a) Wat werd Jehovah bij de Rode Zee voor de Israëlieten? (b) Wat vinden sommigen misschien van die beschrijving van Jehovah?

4 Wat Jehovah deed om het volk Israël bij de Rode Zee te bevrijden, leert ons veel over hem. Jehovah liet zien dat hij ‘een machtige strijder’ is (Exodus 15:3). Maar wat vind je van die beschrijving van Jehovah? Oorlog heeft veel pijn en ellende veroorzaakt. Is het feit dat Jehovah zijn kracht gebruikt om mensen te vernietigen voor jou misschien een reden om geen band met hem te willen?

Bij de Rode Zee bewees Jehovah dat hij ‘een machtige strijder’ is

Gods oorlogen vergeleken met menselijke oorlogen

5, 6. (a) Waarom wordt God terecht ‘Jehovah van de legermachten’ genoemd? (b) Hoe verschillen Gods oorlogen van die van mensen?

5 Zo’n 260 keer in de Hebreeuwse Geschriften en twee keer in de christelijke Griekse Geschriften krijgt God de titel ‘Jehovah van de legermachten’ (1 Samuël 1:11). Jehovah, de Allerhoogste, voert het bevel over een enorm leger van engelen (Jozua 5:13-15; 1 Koningen 22:19). Het vernietigend vermogen van dit leger is ontzagwekkend (Jesaja 37:36). De gedachte aan de vernietiging van mensen is niet prettig. Maar Gods oorlogen zijn niet te vergelijken met die van mensen. Militaire en politieke leiders beweren vaak dat ze goede redenen hebben om oorlog te voeren. Maar menselijke oorlogen hebben altijd met hebzucht en zelfzucht te maken.

6 In tegenstelling daarmee laat Jehovah zich niet leiden door blinde emotie. Deuteronomium 32:4 zegt: ‘De Rots, alles wat hij doet is volmaakt, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van trouw, zonder onrecht; rechtvaardig en oprecht is hij.’ Gods Woord veroordeelt onbeheerste woede, wreedheid en geweld (Genesis 49:7; Psalm 11:5). Jehovah komt dus nooit zonder reden in actie. Hij gebruikt zijn vernietigingskracht zelden en alleen als het niet anders kan. Het is zoals hij via zijn profeet Ezechiël zei: ‘“Geeft de dood van een slecht mens mij vreugde?”, verklaart de Soevereine Heer Jehovah. “Heb ik niet liever dat hij zich afkeert van zijn wegen en in leven blijft?”’ (Ezechiël 18:23)

7, 8. (a) Welke verkeerde conclusie trok Job? (b) Hoe corrigeerde Elihu Jobs manier van denken? (c) Wat kunnen we van Jobs ervaring leren?

7 Waarom maakt Jehovah dan gebruik van vernietigingskracht? Voordat we die vraag beantwoorden, gaan we het hebben over de rechtvaardige man Job. Satan trok in twijfel dat Job — en eigenlijk ieder mens — bij beproevingen God trouw zou blijven. Jehovah reageerde daarop door toe te laten dat Satan Jobs trouw op de proef stelde. Het gevolg was dat Job ziek werd, zijn rijkdom kwijtraakte en zijn kinderen verloor (Job 1:1–2:8). Omdat Job niet besefte welke kwesties erbij betrokken waren, trok hij ten onrechte de conclusie dat zijn lijden een onrechtvaardige straf van God was. Hij vroeg God waarom Hij hem tot een ‘doelwit’ en een ‘vijand’ had gemaakt (Job 7:20; 13:24).

8 Een jonge man die Elihu heette, liet zien dat Jobs redenatie niet klopte door te zeggen: ‘Ben je zo overtuigd van je gelijk dat je zegt: “Ik ben rechtvaardiger dan God”?’ (Job 35:2) Het is echt onverstandig te denken dat wij het beter weten dan God of ervan uit te gaan dat hij onrechtvaardig is. ‘Het is ondenkbaar dat de ware God slechte dingen doet, dat de Almachtige onrecht doet!’, legde Elihu uit. Later zei hij: ‘De Almachtige begrijpen ligt buiten ons bereik. Zijn macht is groot en nooit buigt hij zijn gerechtigheid en overvloedige rechtvaardigheid’ (Job 34:10; 36:22, 23; 37:23). We kunnen er zeker van zijn dat wanneer God strijdt, hij daar een goede reden voor heeft. Laten we met dat in gedachten eens een paar redenen onderzoeken waarom de God van vrede soms oorlog voert (1 Korinthiërs 14:33).

Waarom de God van vrede ervoor kiest te strijden

9. Waarom strijdt de God van heiligheid?

9 Nadat Mozes God ‘een machtige strijder’ had genoemd, zei hij: ‘Wie van de goden is als u, o Jehovah? Wie is als u, zo indrukwekkend in heiligheid?’ (Exodus 15:11) En de profeet Habakuk schreef: ‘Uw ogen zijn te zuiver om het kwaad aan te zien en slechtheid kunt u niet verdragen’ (Habakuk 1:13). Jehovah is een God van liefde, maar hij is ook een God van heiligheid, rechtvaardigheid en gerechtigheid. Vanwege die eigenschappen moet hij soms zijn vernietigingskracht gebruiken (Jesaja 59:15-19; Lukas 18:7). Als God strijdt, betekent dat dus niet dat hij niet heilig is. Hij strijdt juist omdat hij heilig is (Exodus 39:30).

10. Wat was de enige oplossing voor de vijandschap die in Genesis 3:15 was voorspeld, en welke voordelen zou dat voor rechtvaardige mensen hebben?

10 Denk eens aan de situatie die ontstond nadat de eerste mensen, Adam en Eva, tegen God in opstand waren gekomen (Genesis 3:1-6). Als Jehovah hun onrechtvaardigheid had getolereerd, zou hij zijn eigen positie als Soeverein van het universum hebben ondermijnd. Als de rechtvaardige God was hij verplicht hen ter dood te veroordelen (Romeinen 6:23). In de eerste Bijbelprofetie voorspelde hij dat er vijandschap zou zijn tussen zijn eigen aanbidders en de volgelingen van de ‘slang’, Satan (Openbaring 12:9; Genesis 3:15). Uiteindelijk zou die vijandschap alleen opgelost kunnen worden door Satan te vernietigen (Romeinen 16:20). Maar Satans vernietiging zou leiden tot grote zegeningen voor rechtvaardige mensen. Satan zou de mensheid niet meer kunnen misleiden en de hele aarde zou een paradijs worden (Mattheüs 19:28). Tot die tijd zouden degenen die Satans kant kozen Gods volk tegenstand bieden, vervolgen en proberen uit te roeien. Af en toe zou Jehovah moeten ingrijpen.

God grijpt in om slechtheid te verwijderen

11. Waarom voelde Jehovah zich verplicht om een zondvloed te brengen?

11 Een voorbeeld van een moment waarop Jehovah ingreep, was de zondvloed in Noachs tijd. Genesis 6:11, 12 zegt: ‘De aarde was verdorven geworden in de ogen van de ware God en was vol geweld. Ja, God keek naar de aarde en zag dat die verdorven was. Alle mensen op aarde leidden een verdorven leven.’ Zou Jehovah toelaten dat de slechte mensen de paar goede mensen die er nog op aarde waren zouden vernietigen? Nee. Jehovah voelde zich verplicht om de aarde door een zondvloed te bevrijden van die gewelddadige en immorele mensen.

12. (a) Wat voorspelde Jehovah over Abrahams nageslacht? (b) Waarom moesten de Amorieten worden uitgeroeid?

12 Hetzelfde gold voor Jehovah’s oordeel tegen de Kanaänieten. Jehovah had beloofd dat alle families van de aarde gezegend zouden worden via het nageslacht van Abraham. Om die belofte te vervullen besloot Jehovah dat Abrahams nakomelingen het land Kanaän zouden krijgen, een land dat werd bewoond door de Amorieten. Was het terecht dat Jehovah deze mensen met geweld uit hun land verdreef? Hij voorspelde dat het nog zo’n 400 jaar zou duren voordat ze verdreven zouden worden — totdat ‘de Amorieten zo veel overtredingen hadden begaan dat de maat vol was’ b (Genesis 12:1-3; 13:14, 15; 15:13, 16; 22:18). In die periode werden de Amorieten steeds verdorvener. Kanaän werd een land van afgoderij, bloedvergieten en ontaarde seksuele praktijken (Exodus 23:24; 34:12, 13; Numeri 33:52). De bewoners van het land verbrandden zelfs kinderen als offer voor hun goden. Zou een heilige God toelaten dat zijn volk onder zulke slechte mensen woonde? Nee! Hij zei: ‘Het land is onrein. Ik zal het laten boeten voor zijn overtreding en het land zal zijn bewoners uitbraken’ (Leviticus 18:21-25). Maar Jehovah doodde niet alle bewoners. Kanaänieten met de goede instelling, zoals Rachab en de Gibeonieten, werden gespaard (Jozua 6:25; 9:3-27).

God strijdt voor zijn naam

13, 14. (a) Waarom was Jehovah verplicht zijn naam te heiligen? (b) Hoe zuiverde Jehovah zijn naam van smaad?

13 Omdat Jehovah heilig is, is zijn naam heilig (Leviticus 22:32). Jezus leerde zijn discipelen bidden: ‘Laat uw naam geheiligd worden’ (Mattheüs 6:9). De opstand in Eden onteerde Gods naam. Gods reputatie en manier van regeren werden in twijfel getrokken. Jehovah kon die laster en opstand nooit tolereren. Hij was verplicht zijn naam van smaad te zuiveren (Jesaja 48:11).

14 Denk nog eens aan de Israëlieten. Zolang ze slaven in Egypte waren, leek Gods belofte aan Abraham dat alle families van de aarde zich via zijn nageslacht zouden zegenen, een loze belofte. Maar door hen te bevrijden en hen tot een natie te maken, zuiverde Jehovah zijn naam van smaad. De profeet Daniël zei daarom in gebed: ‘O Jehovah, onze God, die uw volk met een sterke hand uit Egypte hebt geleid en een naam voor uzelf hebt gemaakt’ (Daniël 9:15).

15. Waarom bevrijdde Jehovah de Joden uit gevangenschap in Babylon?

15 Interessant is dat Daniël dit bad in een tijd waarin het voor de Joden nodig was dat Jehovah opnieuw zou ingrijpen omwille van Zijn naam. De ongehoorzame Joden waren in gevangenschap, dit keer in Babylon. Hun eigen hoofdstad, Jeruzalem, lag in puin. Daniël wist dat het Jehovah’s naam groot zou maken als de Joden naar hun eigen land zouden teruggaan. Daarom bad Daniël: ‘O Jehovah, vergeef toch. O Jehovah, heb toch aandacht voor ons en grijp in! Stel het niet uit, omwille van uzelf, mijn God, want uw stad en uw volk dragen uw naam’ (Daniël 9:18, 19).

God strijdt voor zijn volk

16. Leg uit waarom het feit dat Jehovah zijn naam verdedigt, niet betekent dat hij alleen om zichzelf geeft.

16 Betekent het feit dat Jehovah zijn naam verdedigt dat hij alleen maar om zichzelf geeft? Nee, door zijn naam te verdedigen en te laten zien dat hij heilig en rechtvaardig is, beschermt hij zijn aanbidders juist. Kijk eens naar Genesis hoofdstuk 14. Daar lezen we over vier koningen die Abrahams neef Lot en zijn gezin ontvoerden. Met Gods hulp versloeg Abraham deze vijanden, ook al waren ze veel sterker! Het verslag over deze overwinning was waarschijnlijk het eerste dat werd opgeschreven in ‘het boek van de Oorlogen van Jehovah’, kennelijk een boek waarin ook bepaalde militaire conflicten werden beschreven die niet in de Bijbel staan (Numeri 21:14). Er zouden nog veel meer overwinningen volgen.

17. Uit welke voorbeelden blijkt dat Jehovah voor de Israëlieten streed nadat ze het land Kanaän waren binnengegaan?

17 Kort voordat de Israëlieten het land Kanaän binnengingen, verzekerde Mozes hun: ‘Jehovah, je God, zal voor jullie uit gaan en voor jullie strijden, net zoals hij dat in Egypte voor jullie eigen ogen heeft gedaan’ (Deuteronomium 1:30; 20:1). Te beginnen met Mozes’ opvolger, Jozua, en in de hele periode van de rechters en tijdens de regeringen van de trouwe koningen van Juda heeft Jehovah inderdaad voor zijn volk gestreden en hun veel spectaculaire overwinningen op hun vijanden gegeven (Jozua 10:1-14; Rechters 4:12-17; 2 Samuël 5:17-21).

18. (a) Waarom kunnen we dankbaar zijn dat Jehovah niet veranderd is? (b) Wat zal er gebeuren wanneer de vijandschap in Genesis 3:15 haar hoogtepunt bereikt?

18 Jehovah is niet veranderd. Ook zijn doel om van deze aarde een vredig paradijs te maken is niet veranderd (Genesis 1:27, 28). Hij haat slechtheid nog steeds. Tegelijkertijd houdt hij heel veel van zijn aanbidders, en hij zal binnenkort ter wille van hen ingrijpen (Psalm 11:7). De vijandschap die in Genesis 3:15 wordt beschreven, zal binnenkort een spectaculair en gewelddadig hoogtepunt bereiken. Om zijn naam te heiligen en zijn aanbidders te beschermen, zal Jehovah opnieuw ‘een machtige strijder’ worden! (Zacharia 14:3; Openbaring 16:14, 16)

19. (a) Illustreer waarom Gods vernietigingskracht ons dichter tot hem kan trekken. (b) Welke uitwerking moet Gods bereidheid om te strijden op ons hebben?

19 Ter illustratie: Stel dat een gezin door een gevaarlijk beest wordt aangevallen en dat de man het beest doodt. Denk je dat zijn vrouw en kinderen daarna bang voor hem worden? Nee, ze zullen juist heel dankbaar zijn dat hij zo veel van ze houdt en ze beschermt. Het hoeft ons dus ook niet af te schrikken dat God vernietigingskracht gebruikt. We zouden juist nog meer van hem moeten gaan houden omdat hij bereid is te strijden om ons te beschermen. Het moet ook ons ontzag vergroten voor zijn onbegrensde kracht. Dan kunnen we ‘op een aanvaardbare manier heilige dienst voor God doen, met eerbied en ontzag’ (Hebreeën 12:28).

Nader dicht tot de ‘machtige strijder’

20. Wat moet je doen als je het moeilijk vindt om Bijbelverslagen over oorlogen van God te begrijpen, en waarom?

20 Natuurlijk geeft de Bijbel niet altijd alle redenen waarom Jehovah vernietigingskracht gebruikt. Maar van één ding kunnen we altijd zeker zijn: Jehovah gebruikt vernietigingskracht nooit op een onrechtvaardige, boosaardige of wrede manier. Vaak kan de context van een Bijbelverslag of wat achtergrondinformatie je helpen iets in het juiste perspectief te zien (Spreuken 18:13). Ook als je niet alle details weet, kunnen eventuele twijfels worden weggenomen door Jehovah beter te leren kennen en te mediteren over zijn schitterende eigenschappen. Als je dat doet, ga je inzien dat je alle reden hebt om onze God, Jehovah, te vertrouwen (Job 34:12).

21. Wat voor een God is Jehovah, ook al is hij soms ‘een machtige strijder’?

21 Hoewel Jehovah ‘een machtige strijder’ is als de situatie daarom vraagt, betekent dat niet dat hij van nature graag oorlog voert. In Ezechiëls visioen van de hemelse wagen wordt Jehovah afgebeeld als iemand die erop voorbereid is tegen zijn vijanden te strijden. Maar Ezechiël zag ook dat God omgeven was door een regenboog — een symbool van vrede (Genesis 9:13; Ezechiël 1:28; Openbaring 4:3). Jehovah is kalm en vredelievend. ‘God is liefde’, schreef de apostel Johannes (1 Johannes 4:8). Al Jehovah’s eigenschappen zijn volmaakt met elkaar in evenwicht. Wat een voorrecht is het om een hechte band te kunnen hebben met zo’n sterke maar toch liefdevolle God!

a Volgens de Joodse geschiedschrijver Josephus werden de Hebreeën achtervolgd door ‘zeshonderd wagens, vijftig-duizend ruiters en tweemaal honderd-duizend zwaargewapenden [infanteristen]’ (Joodsche oudheden, II, xv, 3, volgens de bewerking van dr. W.A. Terwogt).

b Kennelijk omvat de term ‘Amorieten’ hier alle volken van Kanaän (Deuteronomium 1:6-8, 19-21, 27; Jozua 24:15, 18).