LIED 152
Voor dit huis krijgt u alle eer
(1 Koningen 8:27; 1 Kronieken 29:14)
1. Jehovah, u bent groot en machtig.
Voor u is de aarde maar klein,
dus laat staan het huis dat hier nu staat,
maar uw geest zal hier altijd zijn.
Wij voelen uw liefde en zegen
en dienen u trouw, zij aan zij.
Ja, uw volk maakt deze plaats zo mooi.
Onze toewijding maakt u blij.
(BRUG)
Er is niets wat we niet
van u hebben gekregen.
Alles wat wij u geven
kregen wij eerst van u.
(REFREIN)
Wij kijken nu terug en zijn dankbaar.
Wij zagen uw hand telkens weer.
U heeft onze droom echt waargemaakt.
Voor dit huis krijgt u alle eer.
2. Jehovah, u zag wat wij bouwden:
een prachtige plaats voor uw naam,
waar gezorgd wordt voor uw hele volk,
want door hen wordt uw wil gedaan.
Er is nog veel werk, dat is duid’lijk.
Wij bidden om wijsheid en kracht
om te doen wat u van ons verlangt
totdat alles straks is volbracht.
(BRUG)
Onze tijd, onze kracht
willen wij u graag geven.
Om uw wil draait ons leven.
U zorgt zo goed voor ons.
(REFREIN)
Wij kijken nu terug en zijn dankbaar.
Wij zagen uw hand telkens weer.
U heeft onze droom echt waargemaakt.
Voor dit huis krijgt u alle eer.