Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

LIED 20

U gaf uw eigen Zoon

U gaf uw eigen Zoon

(1 Johannes 4:9)

  1. 1. Jehovah, mijn Vader,

    ik wist niet wat ik moest.

    Maar dankzij de losprijs

    heb ik nu een doel.

    Ik doe uw wil voortaan.

    O God, mag mijn bestaan

    u eren, elke dag,

    en heiligen uw naam.

    (REFREIN)

    U gaf uw eigen Kind,

    ik voel me zo bemind.

    Dat zal ik altijd zingen.

    U gaf voor mij uw eigen Zoon.

  2. 2. Wat bent u geduldig,

    ik hou zo veel van u.

    Uw liefde en vriendschap —

    zonder kan ik niet.

    Maar wat mij ’t meeste raakt,

    mij heel erg dankbaar maakt:

    uw Zoon, hij stierf voor ons.

    Zijn wij u zo veel waard?

    (REFREIN)

    U gaf uw eigen Kind,

    ik voel me zo bemind.

    Dat zal ik altijd zingen.

    U gaf voor mij uw eigen Zoon.

    (SLOT)

    Jehovah, mijn Vader, ik voel me heel erg klein.

    Ik dank u, u gaf voor mij uw Kind, uw eigen Zoon.

(Zie ook Joh. 3:16; 15:13.)