1. Jehovah is een toevlucht,

vertrouw toch op zijn macht.

Zijn schaduw is een schuilplaats,

een haven in de nacht.

Hij is je steun en toeverlaat,

de God die altijd naast je staat.

Jehovah is een vesting.

Steun op hem, vertrouw op zijn kracht.

2. Er zijn er veel gevallen,

helaas soms ook een vriend.

Maar God zal aan je kant staan,

jouw trouw heeft hij gezien.

Je hoeft dus niet meer bang te zijn,

want God steunt jou, hij draagt je pijn.

Hij zal jou steeds beschermen.

Hij zorgt dat je veilig zult zijn.

3. Hij helpt je en beschermt je.

De nacht wordt minder zwart.

Geen pijl zal jou nog raken.

Je loopt niet in een val.

Nee, niets dat je nog schrikken doet,

Jehovah vult je hart met moed.

Jehovah is een toevlucht.

Hij beschermt je waar je ook gaat.