Lichaamsdecoratie — De noodzaak van redelijkheid
De zienswijze van de bijbel
Lichaamsdecoratie — De noodzaak van redelijkheid
„IJDELHEID is het drijfzand van het verstand”, schreef een Franse romanschrijfster. Ongetwijfeld heeft verstand weinig te maken met veel van de dingen die mensen door de eeuwen heen uit ijdelheid met hun lichaam hebben gedaan. In een streven naar de dunst mogelijke taille regen bijvoorbeeld vrouwen in de negentiende eeuw hun middel zo strak in een korset dat ze nauwelijks meer adem konden halen. Sommigen beweerden dat ze een taille hadden van maar 32 centimeter. Sommige vrouwen waren dusdanig ingesnoerd in hun korset dat hun ribben feitelijk in hun lever werden gedrukt, wat de dood tot gevolg had.
Hoewel die modegril gelukkig is overgegaan, is de ijdelheid waaruit ze voortsproot in deze tijd nog net zo zichtbaar als toen. Mannen en vrouwen ondergaan nog steeds moeilijke en zelfs gevaarlijke behandelingen om hun uiterlijk dat ze van nature hebben te veranderen. Tatoeage- en piercingshops bijvoorbeeld, ooit de ontmoetingsplaats van toch wat minder respectabel volk, schieten in winkelcentra en buitenwijken als paddestoelen uit de grond. In een recent jaar kwamen tatoeageshops onder de snelst groeiende detailzaken in de Verenigde Staten zelfs op de zesde plaats.
Ook extremere vormen van lichaamsdecoratie zijn in opmars, vooral onder jongeren. Het veelvuldig piercen van lichaamsdelen — met inbegrip van tepels, neus, tong en zelfs geslachtsdelen — neemt toe in populariteit. Voor een kleinere groep zijn die veelvuldige piercings al weer te braaf. Zij proberen radicalere ingrepen zoals brandmerken, insnijdingen * en body sculpting, waarbij voorwerpen onder de huid worden aangebracht om te zorgen voor buitensporige groeven en ribbels.
Een oud gebruik
Lichaamsdecoratie of -manipulatie is niet nieuw. In bepaalde delen van Afrika zijn rituele insnijdingen en tatoeages eeuwenlang gebruikt om als specifiek kenmerk van familiegroepen of stammen te dienen. Het is interessant dat in veel van die landen zulke gebruiken nu met afkeuring worden bezien en op hun retour zijn.
Tatoeages, piercings en huidkervingen bestonden ook in bijbelse tijden. Het waren meestal heidense naties die ze aanbrachten in verband met hun religie. Het is te begrijpen dat Jehovah zijn volk, de joden, verbood die heidenen na te bootsen (Leviticus 19:28). Als Gods eigen ’speciale bezit’ werden de joden zo beschermd tegen ontaarde vals-religieuze praktijken. — Deuteronomium 14:2.
Christelijke vrijheid
Christenen staan niet onder Kolossenzen 2:14). Zij kunnen zich dus, binnen de grenzen van wat welvoeglijk is, uiten in hun keuze van het soort versiering waarmee zij zich willen vertonen (Galaten 5:1; 1 Timotheüs 2:9, 10). Die vrijheid is echter niet zonder beperkingen. — 1 Petrus 2:16.
de Mozaïsche wet, hoewel daarin wel bepaalde beginselen staan uiteengezet die in de christelijke gemeente werden overgenomen (Paulus schreef in 1 Korinthiërs 6:12: „Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn heilzaam.” Hij begreep dat zijn vrijheid als christen hem geen vrijbrief gaf om te doen wat hij wilde zonder rekening te houden met anderen. Liefde voor anderen beïnvloedde zijn gedrag (Galaten 5:13). ’Houd niet alleen uit persoonlijke belangstelling het oog op uw eigen zaken, maar ook uit persoonlijke belangstelling op die van de anderen’ (Filippenzen 2:4). Zijn onzelfzuchtige standpunt dient als een voortreffelijk voorbeeld voor iedere christen die de een of andere vorm van lichaamsdecoratie overweegt.
Bijbelse beginselen om in aanmerking te nemen
Een van de opdrachten voor christenen is om het goede nieuws te prediken en te onderwijzen (Mattheüs 28:19, 20; Filippenzen 2:15). Een christen zou niet willen dat anderen door wat maar ook, met inbegrip van zijn uiterlijk, afgeleid zouden worden van het luisteren naar die boodschap. — 2 Korinthiërs 4:2.
Hoewel versieringen als piercings of tatoeages onder sommige mensen populair kunnen zijn, moet een christen zich afvragen: ’Wat voor reactie zou zo’n versiering in de omgeving waar ik woon teweegbrengen? Zou ik worden geassocieerd met bepaalde extreme elementen uit de samenleving? Zelfs als mijn geweten het me zou toestaan, welk effect zou mijn piercing of tatoeage op anderen in de gemeente hebben? Zouden ze het zien als een teken van „de geest van de wereld”? Zou het twijfels oproepen betreffende mijn „gezond verstand”?’ — 1 Korinthiërs 2:12; 10:29-32; Titus 2:12.
Bepaalde soorten lichaamsingrepen brengen ernstige medische risico’s met zich mee. Het aanbrengen van tatoeages met vuile naalden is in verband gebracht met de verspreiding van hepatitis en HIV. Door de inkt die wordt gebruikt, ontstaan soms huidaandoeningen. Het kan maanden duren voordat een piercing is genezen en de pijn is verdwenen. Ook kunnen ze een oorzaak zijn van bloedvergiftiging, bloedingen, bloedpropjes, beschadiging van zenuwen en ernstige infecties. Bovendien zijn sommige ingrepen niet gemakkelijk terug te draaien. Om bijvoorbeeld een tatoeage te verwijderen, kunnen er afhankelijk van de grootte en kleur diverse dure en pijnlijke laserbehandelingen nodig zijn. Piercings kunnen littekens voor het leven achterlaten.
Het wel of niet aanvaarden van die risico’s is een persoonlijke beslissing. Maar iemand die God wil behagen, erkent dat een christen worden betekent dat men zichzelf aan God aanbiedt. Ons lichaam is een levend slachtoffer dat aan God wordt aangeboden voor zijn gebruik (Romeinen 12:1). Daarom beschouwen rijpe christenen hun lichaam niet als hun exclusieve eigendom dat naar eigen goeddunken beschadigd of verminkt mag worden. Vooral degenen die ervoor in aanmerking komen de leiding te nemen in de gemeente, staan bekend om hun matige gewoonten, gezonde verstand en redelijkheid. — 1 Timotheüs 3:2, 3.
Het ontwikkelen en trainen van het door de bijbel geoefende denkvermogen zal christenen helpen de extreme, masochistische praktijken van deze wereld, die hopeloos „vervreemd [is] van het leven dat God toebehoort”, te vermijden (Efeziërs 4:18). Daarmee kunnen ze hun redelijkheid aan alle mensen laten zien. — Filippenzen 4:5.
[Voetnoot]
^ ¶5 Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het snijden om medische of zelfs esthetische redenen en de dwangmatige insnijdingen of verminkingen die veel jongeren, vooral tienermeisjes, zichzelf toebrengen. Het laatste is vaak een symptoom van ernstige emotionele stress of mishandeling die misschien professionele hulp vereist.