Olympische idealen in gevaar
Olympische idealen in gevaar
TOEN Pierre baron de Coubertin voorstelde de Olympische Spelen nieuw leven in te blazen, propageerde hij enkele nobele idealen. Het huidige olympisch credo, toegeschreven aan De Coubertin, vermeldt onder meer: „Het belangrijkste bij de Olympische Spelen is niet het winnen maar het deelnemen . . . Waar het om gaat is niet gezegevierd te hebben, maar goed te hebben gestreden.”
De Coubertin geloofde dat deelname aan een gezonde krachtmeting bevorderlijk was voor een goed karakter, een gezond oordeel en een rechtschapen gedrag. Hij sprak zelfs van ’sport als religie’. De Olympische Spelen, zo dacht hij, konden mensen leren in vrede te leven.
Maar tegen de tijd dat De Coubertin in 1937 stierf, was elke hoop op dat punt vervlogen. De Spelen waren al een keer afgelast wegens een wereldoorlog, en gezien de toenemende spanningen koerste men weer op een groot conflict af. Tegenwoordig verkeren de olympische idealen in nog groter gevaar. Hoe komt dat?
De Olympische Spelen en doping
Tientallen jaren lang hebben sporters prestatieverhogende middelen gebruikt om een voorsprong te krijgen, en de Olympische Spelen zijn niet aan die gesel ontsnapt. Nu, 25 jaar na het invoeren van, naar men beweert, strenge dopingcontroles, is het gebruik van verboden middelen onder olympische sportlieden nog steeds een probleem.
Sommige sporters gaan steroïden gebruiken om hun kansen te vergroten. Anderen gebruiken stimulerende middelen. Menselijke groeihormonen zijn populair onder sprinters en andere beoefenaars van krachtsporten omdat ze de sporters helpen snel van intensieve trainingen te herstellen en ze de spierkracht bevorderen. Intussen is een via genetische manipulatie verkregen versie van erytropoëtine het favoriete middel onder veel langeafstandslopers, zwemmers en langlaufers, omdat hun uithoudingsvermogen wordt
vergroot door stimulering van de rodebloedcelaanmaak.Het is begrijpelijk dat dr. Robert Voy, voormalig hoofd dopingcontrole bij het Amerikaans Olympisch Comité, de sporters „een wandelend laboratorium” noemt. Hij voegt daaraan toe: „De Olympische Spelen zijn een proefterrein geworden voor wetenschappers, scheikundigen en onethische artsen.” En de controles dan? Dr. Donald Catlin, directeur van een laboratorium in de Verenigde Staten waar geneesmiddelen worden getest, zegt: „De wat gissere sporter die doping wil gebruiken, is overgestapt op dingen waarop wij niet kunnen controleren.”
Omkoperij en corruptie
Omdat slechts een handjevol steden het zich kan veroorloven naar het gastheerschap voor de Olympische Spelen mee te dingen, doen sommige daarvan alles om zich ervan te verzekeren. Bijna twee jaar geleden was het Internationaal Olympisch Comité (IOC) diep in de schandalen verwikkeld. Beschuldigingen van steekpenningen ten bedrage van wel $400.000 voor IOC-leden tijdens de succesvolle mededinging van Salt Lake City naar de Winterspelen van 2002 riepen twijfels op aan de ethische normen van de bij het toewijzingsproces betrokkenen.
De scheidslijn tussen gastvrijheid en uitgesproken omkoperij wordt vaak verdoezeld wanneer potentiële gaststeden buitensporige geschenken aanbieden aan degenen die betrokken zijn bij de keuze van de locatie. Wel twintig IOC-leden waren verwikkeld in het
Salt Lake City-schandaal, van wie er zes ten slotte werden geroyeerd. Wat de Spelen van 2000 in Australië betreft, daar ging alle gedane moeite om een beeld van eerlijkheid te handhaven verloren toen de voorzitter van het Australisch Olympisch Comité toegaf: „Nu, we hebben het niet gewonnen op grond van alleen de schoonheid van de stad en de sportfaciliteiten die we te bieden hadden.”De extravagante leefstijl van sommige oudere IOC-leden is voer geweest voor verder scepticisme. Wijlen Tommy Keller, de Zwitserse voorzitter van de Internationale Roeifederatie, zei eens dat naar zijn mening sommige sportautoriteiten de Olympische Spelen zien als een middel om „hun eigen persoonlijke trots te bevredigen”. Hij voegde eraan toe dat de drijvende kracht „het streven naar geld en het verwezenlijken van persoonlijke ambities” scheen te zijn.
Grote financiële belangen
Niemand kan ontkennen dat er met de Olympische Spelen veel geld gemoeid is. Van oudsher hebben ze voor hoge kijkcijfers en lucratieve reclamepackages gezorgd, wat het sponsorschap van de Spelen tot een enorm promotiemiddel maakt.
Neem de Olympische Spelen van 1988 eens, waarvoor negen multinationale bedrijven in totaal ruim $100 miljoen aan het IOC betaalden voor de wereldwijde reclamerechten. De Zomerspelen van 1996 in Atlanta brachten een netto totaalbedrag van $400 miljoen op voor dezelfde rechten. En daarbij zijn de televisierechten niet inbegrepen. Een Amerikaans televisienetwerk betaalde meer dan $3,5 miljard voor de rechten om tussen 2000 en 2008 de Olympische Spelen uit te zenden, en naar verluidt zouden over een periode van vier jaar elf sponsors wereldwijd elk $84 miljoen moeten betalen. Sommige mensen hebben dan ook als hun mening te kennen gegeven dat terwijl de Olympische Spelen eens stonden voor het ideaal van menselijk uitblinken, de Spelen nu in de eerste plaats een lucratieve gelegenheid zijn die staat voor menselijke hebzucht.
Wat is er misgegaan?
Sommige deskundigen zeggen dat de crisis van de Olympische Spelen terug te voeren is op twee fundamentele ontwikkelingen die in het begin
van de jaren ’80 zijn begonnen. De eerste was het besluit afzonderlijke internationale sportbonden het recht te verlenen om te bepalen welke sporters in aanmerking kwamen voor de Olympische Spelen. Terwijl het IOC de deelname eens tot amateurs had beperkt, begonnen de bonden nu professionele sporters toe te staan op hun respectieve olympische nummers mee te strijden. Maar professionele sporters brachten hun professionele opvattingen mee. Louter ’goed strijden’ brengt geen sponsordollars binnen, en het duurde niet lang of winnen werd alles. Het is dan ook geen wonder dat daardoor het gebruik van prestatieverhogende middelen in de hand gewerkt is.De tweede fundamentele ontwikkeling kwam in 1983 toen het IOC ervoor zorgde munt te slaan uit wat hun marketingexpert als „het waardevolste ongeëxploiteerde symbool ter wereld” betitelde — de olympische ringen. Dat werkte
het klimaat van onbeteugeld commercialisme in de hand dat het handelsmerk van de Olympische Spelen is geworden. Jason Zengerle merkte op: „Ondanks al het gepraat over bevordering van de vrede en mensen van de hele wereld tot elkaar brengen . . ., verschillen de Olympische Spelen werkelijk in niets van . . . enig ander pretentieus sportgebeuren.” Wil dit echter zeggen dat de idealen die de olympische beweging voorstaat onbereikbaar zijn?[Kader/Illustratie op blz. 5]
FEITEN OVER DE OLYMPISCHE SPELEN
→ Het olympisch symbool bestaat uit vijf ringen, die de continenten Afrika, Australië, Azië, Europa en Noord- en Zuid-Amerika vertegenwoordigen. Ze grijpen in elkaar om de vriendschap in de sport van alle volken te symboliseren.
→ Het olympisch motto is Citius, altius, fortius — Latijn voor „vlugger, hoger, dapperder”. De alternatieve vertaling „sneller, hoger, sterker” werd bedacht door een onderwijzer uit Frankrijk.
→ De olympische vlam brandde tijdens de antieke Spelen op het altaar van Zeus. Tegenwoordig wordt met behulp van zonnestralen in Olympia een toorts aangestoken, die daarop naar de plaats van de Spelen wordt gebracht.
→ De olympische traditie is duizenden jaren oud. De eerste geboekstaafde Olympische Spelen vonden plaats in 776 v.G.T., maar volgens velen gaat de oorsprong van de Spelen nog minstens vijf eeuwen verder terug.
[Verantwoording]
AP Photo/Eric Draper
[Kader/Illustratie op blz. 6]
SYDNEYS OLYMPISCHE LOCATIE
Sinds september 1993, toen Sydney de Olympische Spelen van 2000 kreeg toegewezen, heeft de stad zich koortsachtig voorbereid op de ontvangst van tienduizenden bezoekers. Er is veel gedaan om de locatie op te knappen, trefpunten van wereldklasse te bouwen en oude vuilstortplaatsen te transformeren in een reeks wetlands, parken en baaien, die zo’n 760 hectare beslaan.
Het Olympisch Dorp van Sydney, gebouwd om alle sporters en officials te huisvesten, is het grootste op zonne-energie functionerende dorp ter wereld. De SuperDome — het grootste indoorsport- en amusementscentrum op het zuidelijk halfrond — heeft het grootste particuliere zonne-energienet in Australië en werkt op energie die bijna geen uitstoot van broeikasgassen teweegbrengt.
De skyline achter de SuperDome wordt gedomineerd door de gebogen lijnen en elkaar kruisende balken van het Olympisch Stadion. De bouw ervan heeft $435.000.000 gekost en het is het grootste olympisch stadion ter wereld, met 110.000 zitplaatsen. Onder de hoofdboog van het stadion zouden vier Boeing-747’s naast elkaar geparkeerd kunnen staan! Bovenin beschermen doorschijnende plafondtegels de toeschouwers tegen de ultraviolette straling van de zon. „Een aantal maanden in 2000”, aldus Alan Patching, de directeur van het stadion, „zal deze plek het hart van Australië zijn.” Vervolgens waagde hij een voorspelling: „Daarna zal het een symbool worden, net als het Opera House.”
[Illustratie op blz. 4]
Pierre baron de Coubertin
[Verantwoording]
Culver Pictures
[Illustratieverantwoording op blz. 7]
AP Photo/ACOG, HO