Tahiti en de zoektocht naar het paradijs
Tahiti en de zoektocht naar het paradijs
Het schip deinde al dagen op de Grote Oceaan. In de brandende zon verrichtten de zeelui constant dezelfde monotone routinehandelingen en ze waren de zure wijn, het stinkende water en het bedorven voedsel ongetwijfeld meer dan beu. Plotseling klonk er een kreet: „Land! Land vooruit op drie kwarten aan bakboord!” Heel in de verte was de vage bergtop van een eiland te zien. Enkele uren later was er geen twijfel meer mogelijk — er was een eiland in zicht.
Sinds de Europeanen Tahiti in zicht kregen, is het synoniem geweest met het woord „paradijs”. De achttiende-eeuwse Franse ontdekkingsreiziger Louis-Antoine de Bougainville, die de in het begin beschreven expeditie leidde, schreef later: „Ik dacht dat ik in de hof van Eden terecht was gekomen.” Twee eeuwen later trekt Tahiti nog steeds bezoekers. Net als hun voorgangers zijn velen van hen op zoek naar het paradijs.
Maar waarom wordt de mens zo gefascineerd door de paradijsdroom? En hoe komt het dat men Tahiti is gaan beschouwen als de belichaming van die droom? Laten we voor het antwoord teruggaan naar het begin van het bestaan van de mens.
Het verloren paradijs
Het is met reden dat het woord „paradijs” ons aanspreekt. De mens is nu eenmaal geschapen om in een paradijs te leven! Volgens de bijbel werden onze eerste ouders door God gezegend met een plaats om te wonen die als een „paradijs” wordt aangeduid — een prachtig park of een tuin (Genesis 2:8, vtn.). Dat park besloeg kennelijk een deel van de streek die Eden heette, wat „Verrukking” betekent. Hoewel hedendaagse geleerden Eden over het algemeen als een mythe beschouwen, presenteert de bijbel Eden als historische werkelijkheid met het vermelden van aardrijkskundige gegevens over de oorspronkelijke ligging (Genesis 2:10-14). Twee geografische oriëntatiepunten — de rivieren de Pison en de Gihon — zijn niet meer te identificeren. Daardoor blijft de exacte ligging van de hof een mysterie.
Genesis 3:1-23). Desondanks heeft de mens het verlangen naar het paradijs niet uit zijn hart kunnen wissen. Echo’s van het bijbelverslag hebben zelfs in de mythologie van veel landen doorgeklonken. De Grieken bijvoorbeeld bedachten de mythe van een Gouden Tijdperk — een ideale tijd waarin de mensheid een zorgeloos, vredig leven leidde.
Onze eerste ouders kwamen tegen God in opstand en verspeelden het paradijs voor ons allemaal (Velen hebben het lang geleden verloren gegane Eden proberen te vinden. Sommigen zochten Eden in Ethiopië — zonder succes uiteraard. Volgens een legende vond een monnik uit de zesde eeuw, Brendan genaamd, het paradijs op een eiland in het zuidwesten van de Atlantische Oceaan. Andere legenden wilden dat het paradijs verborgen lag op een hoge berg. Gefrustreerd door de tegenstrijdigheden van die legenden verzuchtte de beroemde ontdekkingsreiziger Christophorus Columbus: „Ik heb nog steeds geen Latijns of Grieks geschrift onder ogen gekregen dat met zekerheid vermeldt waar ter wereld het aards paradijs zich bevindt.” Uiteindelijk raakte hij ervan overtuigd dat het ergens ten zuiden van de evenaar lag.
Na zijn derde tocht naar de Nieuwe Wereld zei Columbus: „Het lijkt erop dat dit land het aards paradijs is, want het voldoet aan de beschrijving van de heiligen en de geleerde theologen die ik heb genoemd.” De Nieuwe Wereld bleek echter niet het paradijs te zijn dat Columbus in gedachten had.
Toekomstige Utopia’s
Toch gaven sommige geleerden het niet op. In plaats van een terugkeer naar Eden te propageren, kwamen ze met het concept van een toekomstig paradijs van menselijke makelij. Schrijvers begonnen verhalen te bedenken over „volmaakte” samenlevingen — een welkom contrast met de corrupte samenleving waarin ze woonden. Maar geen van deze fantastische concepten was echt met Eden te vergelijken. In plaats van zich een leven in vrijheid in een grenzeloos park in te denken, droomden deze visionairs van een strak georganiseerd stedelijk paradijs. In de zestiende eeuw bijvoorbeeld schreef de Britse staatsman Sir Thomas More over een denkbeeldige reis naar een land dat hij Utopia noemde. Dat woord betekent „nergens”.
Latere schrijvers bouwden op Mores denkbeelden voort door er een paar van henzelf aan toe te voegen. Tientallen Europese schrijvers verzonnen in de volgende eeuwen „Utopia’s”. Maar ook die denkbeeldige „ideale” samenlevingen waren allesbehalve tuinen van verrukking. De Utopia’s probeerden geluk te organiseren door de bevolking onder strenge controle te houden. Maar daarmee smoorden ze alle originaliteit en menselijke vrijheid. Desondanks onthulden de dromen van utopische samenlevingen, zoals de hoogleraar geschiedenis Henri Baudet opmerkte, een „nooit aflatend verlangen naar een beter leven . . . en een rechtvaardiger maatschappij”.
Tahiti — De geboorte van een legende
In de achttiende eeuw bood de onverkende Stille Zuidzee ontdekkingsreizigers nog een laatste kans op het vinden van een onontdekt paradijs. Maar toen Bougainville in december 1766 koers zette naar de Grote Oceaan, ging het hem er in de eerste plaats om gebieden te ontdekken, nieuwe koloniën te veroveren en nieuwe markten te openen.
Na maanden op zee stuitte Bougainville op Tahiti. Voor de andere eilanden die hij had gezien, had hij het anker niet kunnen laten vallen wegens hun koraalriffen. Tahiti bood een veilige haven. Daar trof de uitgeputte bemanning een gastvrije bevolking en een overvloed aan proviand aan. In de ogen van deze zeelui leek de werkelijkheid de fantasie nog te overtreffen. Tahiti was niet alleen een tropisch paradijs maar het vertoonde ook veel kenmerken die deden denken aan de fictieve Utopia’s.
Allereerst was Tahiti een eilandgemeenschap, net als de beschreven denkbeeldige utopische staten. Bovendien zag het er echt als een paradijs uit. Honderden snel stromende rivieren en watervallen doorsneden weelderige, adembenemende
landschappen. De rijke tropische vegetatie groeide schijnbaar zonder menselijke inspanningen. Tahiti’s idyllische schoonheid werd verhoogd door het gezonde klimaat en het ontbreken van de typische tropische gevaren. Er waren geen slangen, gevaarlijke insecten of actieve vulkanen op dit eiland.Dan waren er de Tahitianen zelf — lang, knap en gezond. De tandeloze zeelui met hun door scheurbuik gezwollen tandvlees waren onder de indruk van de witte tanden van de Tahitianen. De bewoners waren bovendien opgewekt van aard; ze namen de zeelui snel voor zich in met hun gastvrijheid. Ook leek het wel, op zijn minst op het eerste gezicht, of alle Tahitianen gelijk waren — een van de basisprincipes van de utopiaanse literatuur. Armoede was onbekend. Tahitianen leefden zonder seksuele beperkingen. De zeelui gingen dan ook immorele relaties aan met enkelen van de mooie Tahitiaanse vrouwen.
Ja, in de ogen van Bougainville en zijn bemanning was Tahiti het herwonnen Eden. Bougainville verliet het eiland derhalve met het verlangen de wereld te vertellen over het paradijs dat hij had gevonden. Toen hij zijn reis om de wereld, die drie jaar had geduurd, voltooid had, publiceerde hij een verslag van zijn avonturen. Het boek werd een bestseller en zo ontstond de mythe dat het exotische eiland in elk opzicht volmaakt was. Het paradijs was verloren gegaan, maar het leek erop dat Tahiti nu het paradijs was!
De gevaren van een mythe
Mythen botsen echter vaak met de werkelijkheid. Zo waren de Tahitianen net als ieder ander niet gevrijwaard van ziekten en dood. Ze waren bij lange na niet allemaal gelijk maar leefden in een strenge en soms despotische maatschappelijke hiërarchie. Ze voerden stammenoorlogen en brachten mensenoffers. Net als de mensheid in het algemeen was niet elke Tahitiaanse man of vrouw opvallend knap. En de historicus K. R. Howe is van mening dat de vrouwen die de mannen van Bougainville hadden ontmoet, waarschijnlijk „opdracht hadden gekregen zich te prostitueren” om de indringers tevreden te stellen.
Toch verbreidde de mythe van het „gevonden paradijs” zich. Schrijvers en kunstenaars, onder wie de Franse schilder Paul Gauguin, trokken erheen. Door Gauguins kleurrijke uitbeelding van het leven op Tahiti nam de populariteit van het eiland toe. Wat waren de gevolgen voor Tahiti? De mythe degradeerde het eiland en zijn bewoners tot stereotypen. Bezoekers aan het eiland werd bij thuiskomst steevast gevraagd: „Vertel ons eens over je avontuurtjes met de Tahitiaanse vrouwtjes!”
Het paradijs — Een ijdele hoop?
De laatste jaren heeft Tahiti met andere problemen te maken gekregen. In het begin van de jaren tachtig werd het eiland herhaaldelijk geteisterd door cyclonen, waardoor de koraalriffen schade opliepen. Maar de grootste bedreigingen zijn van de mens zelf gekomen. Bouwprojecten hebben tot bodemerosie en vervuiling geleid. Donna Leong, deskundige op het gebied van afvalverwerking, zegt: „De toeristenindustrie veroorzaakt enorme hoeveelheden afvalproducten. . . . Als er niets gedaan wordt aan de vervuiling van het milieu, zullen Tahiti en de andere eilanden niet het land van de rijke flora en fauna en de kristalheldere, blauwe lagunen blijven.”
Toch leeft de hoop op een hersteld paradijs nog volop. Jezus Christus zelf heeft immers aan een berouwvolle boosdoener beloofd: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn”! (Lukas 23:43) Jezus doelde niet op een streng Utopia, zoals dat in fictie wordt beschreven, maar op een wereldomvattend paradijs, bestuurd door een hemelse regering. * De meer dan 1700 Getuigen van Jehovah op Tahiti stellen hun hoop op dat toekomstige paradijs. Vrijwillig besteden ze hun tijd aan het delen van die hoop met hun medemensen. Want hoewel het prachtige Tahiti veel paradijselijke kenmerken heeft, verbleekt het bij het mondiale Paradijs dat God weldra tot stand zal brengen. De zoektocht naar dat Paradijs is niet tevergeefs.
[Voetnoot]
^ ¶24 Zie voor verdere informatie over Gods paradijsbeloften het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Illustratie op blz. 16]
Tahiti leek een idyllisch paradijs
[Verantwoording]
Schilderij van William Hodges, 1766
Yale Center for British Art, Paul Mellon Collection, USA/Photo: Bridgeman Art Library
[Illustratie op blz. 17]
Vriendelijke Tahitianen verwelkomden Bougainville gastvrij
[Verantwoording]
By permission of the National Library of Australia NK 5066
[Illustratie op blz. 18]
Jehovah’s Getuigen vinden het heerlijk hun medemensen over het komende paradijs te vertellen
[Illustratieverantwoording op blz. 17]
Photo courtesy of Tahiti Tourisme
[Illustratieverantwoording op blz. 19]
Page 18: Canoeists, waterfall, and background: Photos courtesy of Tahiti Tourisme