Hoe ziet de toekomst eruit voor de geneeskunde?
Hoe ziet de toekomst eruit voor de geneeskunde?
DE VRAAG hoe de toekomst eruitziet voor artsen leidt vaak tot speculaties over de vooruitgang van de technologie. Zal de arts daardoor verlost worden van routinetaken zodat hij meer tijd aan de patiënt als mens kan besteden? De toekomst van artsen houdt natuurlijk rechtstreeks verband met het veelomvattender vraagstuk van de toekomst van de mensheid. Twee bijbelboeken die licht werpen op die toekomst vertellen het verhaal van Jezus en zijn apostelen. De boeken zijn allebei door een arts geschreven.
Waarom is het vooral interessant dat die geschiedenissen vanuit het gezichtspunt van een arts zijn geschreven? Wat hebben ze te maken met de toekomst van artsen en patiënten? Waarom zien sommige artsen uit naar een tijd dat de medische professie niet meer nodig is?
Veel artsen zijn zorgvuldige waarnemers. Lukas, die „de geliefde geneesheer” wordt genoemd, was de schrijver van de twee bijbelboeken, en hij gaf een gedetailleerde beschrijving van enkele zieke mensen die door Jezus en door de apostelen werden genezen (Kolossenzen 4:14). Zo helpt Lukas ons stil te staan bij de volgende vragen: Zijn die dingen echt gebeurd? En zo ja, wat betekent dat voor artsen en patiënten in deze tijd?
Medisch bewijsmateriaal onderzocht
Lukas was in de gelegenheid de miraculeuze aard van die genezingen na te gaan door ooggetuigen te interviewen. Bovendien vergezelde hij de apostel Paulus vaak op zijn reizen. Kennelijk genas Paulus een aantal mensen in Lukas’ bijzijn. Let eens op hoeveel details Lukas als arts vermeldt in zijn verslagen over twee van die genezingen.
Lukas noemt de tijd, datum en plaats van de volgende gebeurtenis: het was middernacht op Handelingen 20:4-8). We lezen de details: „Een zekere jonge man genaamd Eutychus zat aan het venster en viel in een diepe slaap terwijl Paulus bleef doorspreken, en toen hij in de slaap ineenzakte, viel hij van de derde verdieping naar beneden en werd dood opgenomen.” Vervolgens genas Paulus met Gods kracht de verwondingen van de jonge man en bracht hem weer tot leven. Na een maaltijd ’brachten zij de jongen levend weg en zij waren buitengewoon vertroost’. — Handelingen 20:9-12.
de eerste dag van de week, en in Troas in de Romeinse provincie Asia bevond een groepje christenen zich in een vertrek op de derde verdieping (Lukas schrijft dat hij ook met Paulus op Malta was. Ze waren te gast bij Publius, „de voornaamste man” van het eiland, toen Paulus opnieuw een wonder verrichtte. Het ging om een man wiens aandoening in die dagen, toen er nog geen antibiotica bestonden, heel goed levensbedreigend geweest kan zijn. Lukas vertelt: „De vader van Publius echter lag juist door koorts en dysenterie gekweld te bed, en Paulus ging naar hem toe en bad, legde zijn handen op hem en maakte hem gezond. Nadat dit gebeurd was, kwamen voorts ook de overige mensen op het eiland die ziekten hadden naar hem toe en werden genezen.” — Handelingen 28:7-9.
Wat overtuigde deze arts?
Lukas schreef die verslagen in het boek Handelingen in een tijd dat zijn lezers de feiten nog konden controleren door met de betrokkenen te spreken. Over de dingen die hij optekende in het naar hem genoemde bijbelboek schreef hij: ’Ik ben alle dingen van meet af nauwkeurig nagegaan, opdat gij de zekerheid der dingen volledig moogt kennen’ (Lukas 1:3, 4). Wat deze arts zag en onderzocht, overtuigde hem ervan dat Jezus’ leringen op waarheid berustten. De wonderbare genezingen maakten deel uit van die leringen, want ze verschaften een basis voor geloof in de bijbelse profetieën dat ziekte uiteindelijk door God overwonnen zal worden (Jesaja 35:5, 6). Als medicus die gewend was met lijden om te gaan, moet Lukas het heel hartverwarmend hebben gevonden zijn gedachten te laten gaan over een tijd dat zijn beroep niet langer nodig zou zijn. Vindt u dat een aantrekkelijk vooruitzicht?
Interessant genoeg is dit de toekomst voor degenen die God liefhebben, ongeacht waar ze op aarde wonen. De bijbel belooft dat onder Gods koninkrijk „geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek’” (Jesaja 33:24). Veel hedendaagse artsen zijn tot de conclusie gekomen dat er een logische basis bestaat om de bijbelse beloften te geloven.
’Het sprak me erg aan’
„Zoals de meesten ging ik medicijnen studeren om zieke mensen te helpen”, zegt dr. Jon Schiller, huisarts in Noord-Amerika. „De hoop op een wereld zonder ziekte sprak me erg aan. Ik ging de vergaderingen van Jehovah’s Getuigen bezoeken nadat ik een universitaire studie over de geschiedenis van de westerse beschaving had gevolgd. Uit die studie bleek dat de godsdiensten voor veel problemen verantwoordelijk
waren, en het leek me toe dat ze ook nog de bijbel op een huichelachtige manier gebruikten. Daarom vroeg ik me af: wat staat er nu echt in de bijbel?In de Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen werd ik aanvankelijk aangetrokken door de vriendelijke mensen, die een aangenaam contrast vormden met veel van mijn kennissen. Een van de Getuigen kwam naar me toe met het aanbod me een bezoekje te brengen om over de bijbel te praten. Het maakte indruk op me dat hij, wat ik ook vroeg, het antwoord in de bijbel liet zien.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik het op prijs stel een van Jehovah’s Getuigen te zijn. Als je als jonge arts begint, hoop je iets te bereiken wat de moeite waard is. Maar vaak ontmoet ik gedesillusioneerde mensen die vinden dat ze niet echt veel tot stand hebben gebracht. Volgens mij is een van de voornaamste redenen waarom het zo fijn is een Getuige van Jehovah te zijn, dat we een hoop voor de toekomst en een doel in het leven hebben. Of we nu arts, monteur of conciërge zijn, we weten dat wat we in onze dienst voor God doen, de moeite waard is; we doen iets voor Jehovah. En dat geeft ons voldoening.”
„Het toepassen van bijbelse beginselen verbeterde ons gezinsleven”
Dr. Krister Renvall is een arts in Finland, en hij praat altijd graag met kinderen. „Op een dag sprak ik met een twaalfjarig meisje dat terminale kanker had”, zegt hij. „Ze gaf me een boek met de titel Ware vrede en zekerheid — Uit welke bron? * Ik was onder de indruk van haar geloof tijdens haar terminale ziekte, maar ik vond geen tijd om het boek te lezen. Eigenlijk had ik het zo druk in een kliniek in Helsinki dat het een nadelige uitwerking op mijn gezin had.
Maar een tijdje later nam mijn vrouw het boek van de plank en begon het te lezen. Ze was er meteen van overtuigd dat wat ze las de waarheid was. Een van Jehovah’s Getuigen bezocht haar en begon de bijbel met haar te bestuderen. Eerst was mijn vrouw een beetje bang om mij erover te vertellen. Maar toen ze het me vertelde, zei ik: ’Alles wat ons gezinsleven kan verbeteren, is goed.’ Ik begon mee te doen met de studie. Het toepassen van bijbelse beginselen verbeterde ons gezinsleven en gaf ons een nieuwe kijk op het leven. Ik vond het geweldig te horen dat er hoop is op een wereld zonder ziekte; het leek logisch dat God zo’n voornemen met de mensheid had. Het duurde niet lang of mijn vrouw en ik, en uiteindelijk ook onze kinderen, werden gedoopt. Dat kleine meisje dat voor het eerst met me sprak is gestorven, maar eigenlijk leeft haar geloof verder.”
Artsen worden in deze snel veranderende wereld met steeds meer stress geconfronteerd, en dat maakt de offers die ze brengen om zieke mensen te helpen echt prijzenswaardig. Maar de grootste veranderingen die de mensheid ooit zal meemaken, komen snel dichterbij. Veel artsen zien nu vol vertrouwen uit naar de toekomst die in Gods Woord wordt beloofd — een wereld zonder ziekte! (Openbaring 21:1-4) Dit onderwerp is een persoonlijk onderzoek waard.
[Voetnoot]
^ ¶17 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Kader/Illustraties op blz. 10, 11]
’IK BESEFTE DAT HET LEVEN EEN DOEL HEEFT’
„Tijdens mijn werk met gehandicapte schoolkinderen merkte ik dat ouders die Getuigen van Jehovah waren, opvielen. Ze schenen er beter mee te kunnen omgaan dat ze een gehandicapt kind hadden dan andere ouders in dezelfde situatie. Ik merkte ook dat ze meer ontwikkeld waren dan je op grond van hun beroep zou verwachten. Ik bewonderde hun geloof. Mijn geloof was zo goed als verwoest door onderwijzers van de evolutietheorie. Toch was ik door mijn medicijnenstudie geïntrigeerd geraakt door het verschijnsel ’leven’.
Tegelijkertijd was ik me gaan realiseren dat ik niet wist hoe ik mijn kinderen moest opvoeden. Wat moest ik verbieden? Wat moest ik aanmoedigen? Wat kon ik hun als doel in het leven geven? Mijn eigen leven was zinloos geworden. Ik bad zelfs om hulp.
Toen brachten Jehovah’s Getuigen me een tijdschrift dat erover ging hoe je kinderen liefdevol kunt corrigeren en terechtwijzen. Ik vond de bijbelse beginselen die erin werden uitgelegd echt een hulp, en dus aanvaardde ik hun aanbod van een bijbelstudie. Toen ik te weten kwam waarom Jehovah het leven heeft geschapen en waarom Jezus is gestorven, besefte ik dat het leven een doel heeft (Johannes 3:16; Romeinen 5:12, 18, 19). De evolutietheorie had mijn denken vervormd. Wat was ik opgelucht toen ik hoorde dat ziekte en dood niet tot Gods oorspronkelijke voornemen behoorden! Het geeft me nog steeds veel voldoening oprechte mensen te vertellen dat God binnenkort alle ziekten zal genezen.”
[Illustraties]
Heleen Bouwhuis (Nederland) is werkzaam geweest als jeugdarts
[Illustraties op blz. 9]
De arts en bijbelschrijver Lukas was Paulus’ reisgenoot toen deze de vader van Publius genas en Eutychus opwekte
[Illustraties op blz. 10]
Dr. Jon Schiller (Verenigde Staten)
[Illustraties op blz. 10]
Dr. Krister Renvall (Finland)