Een bijzondere camouflage
Een bijzondere camouflage
„TOEN ik het dier tot op een meter of wat was genaderd, veranderde zijn gedrag abrupt”, vertelt David Hall in het tijdschrift Ocean Realm. „Hij hield op met eten, draaide zich om en versmolt met het zeewier ernaast: een heel professionele verdwijnact.” Vol verwondering vervolgt hij: „Dit dier had nu wat je noemt een goede camouflage.” Bij die gelegenheid had Hall het voorrecht getuige te zijn van een van de indrukwekkendste voorbeelden van onderwatercamouflage: de Australische grote rafelvis.
Grote rafelvissen bewegen zich langzaam en zijn bij het ontwijken van hongerige roofvissen erg op hun camouflage aangewezen. Door hun geelgroene strepen en bizarre tooi van bladachtige aanhangsels kunnen ze bijna onzichtbaar opgaan in het omringende zeegras. Ze zwemmen zelfs op een ritmische, deinende manier, waarmee ze de beweging van het drijvende zeewier volmaakt imiteren.
Met deze geraffineerde camouflage zijn ze in staat hun favoriete prooi te besluipen: minuscule aasgarnaaltjes. „Hun vermomming is zo goed dat de garnalen ze niet als een bedreiging zien”, zegt iemand die ze heeft geobserveerd. De rafelvis werkt de garnalen gewoon al zwemmend naar binnen door ze met zijn lange snuit op te zuigen en in hun geheel door te slikken. Die kortstondige jachtexpedities worden onderbroken door lange periodes van soms wel drie dagen waarin de rafelvis op één plek rondhangt en prooien vangt die voorbijkomen.
Rafelvissen worden alleen in de ondiepe kustwateren van Zuid-Australië aangetroffen. Met hun kronkelige lichaam en bladachtige aanhangsels lijken ze op Chinese draken, en in Australië worden ze dan ook leafy sea dragons (bladachtige zeedraken) genoemd. Ze kunnen wel 43 centimeter lang worden en zijn daarmee grotere leden van de vissenfamilie waartoe ook zeepaardjes behoren.
Bij rafelvissen zijn de rollen wat het baren van jongen betreft omgekeerd. Het is namelijk het mannetje dat zwanger wordt en de jongen ter wereld brengt! Als de lente nadert, ontwikkelt de toekomstige vader onder aan zijn staart een goed doorbloede broedbuidel met zo’n 120 kleine holten. Vervolgens deponeert het vrouwtje haar felroze eitjes in deze buidel — één eitje per holte. Vier tot zes weken later worden de twee centimeter lange babyrafelvissen geboren, elk een piepkleine replica van zijn ouders.
Dit unieke dier is een van de vele voorbeelden waaruit de creativiteit en kunstzinnigheid van Jehovah God blijkt! — Psalm 104:24, 25.
[Illustraties op blz. 25]
Een zwanger mannetje draagt eitjes; op de inzet een close-up van de broedbuidel
[Illustraties op blz. 25]
Een gecamoufleerde rafelvis; op de inzet is het dier goed te zien
[Illustratieverantwoording op blz. 25]
All photos except brood patch: Michael Morris-Immersedimagery@scubadiving.com