Waadvogels — Indrukwekkende globetrotters
Waadvogels — Indrukwekkende globetrotters
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN SPANJE
STEL u voor dat u twee maanden van de noordelijke zomer doorbrengt in de toendra’s van het noordpoolgebied, waar de zon vrijwel nooit ondergaat. Als de winter nadert, vertrekt u echter naar Zuid-Amerika, Australië of Zuid-Afrika. En de rest van het jaar bent u onderweg en struint u de stranden van elk continent af op zoek naar uw lievelingseten. Dat is de manier waarop de meeste waadvogels leven.
Waadvogels — hun naam zegt het al — zijn vogels die graag in ondiep water naar voedsel zoeken. * In de koudere maanden op het noordelijk halfrond verzamelen deze kustvogels zich bij modderige riviermonden, stranden, slibvlakten of rotsachtige waterlijnen waar slechts weinig mensen zich wagen. In de warmere maanden, wanneer de toeristen naar de stranden komen, trekken de meeste waadvogels naar arctische of subarctische streken, waar ze in de korte zomer de rust en de overvloed aan voedsel vinden die ze nodig hebben om hun jongen groot te brengen.
Waadvogels hebben geen bijzonder felle kleuren, maar hun zwierige vlucht en de opvallende tekening van hun vleugels oogsten de bewondering van velen die ze gadeslaan. „[Waadvogels] kunnen met hun vleugelpunten rakelings over het water scheren maar ook op een hoogte van wel zes kilometer of meer vliegen. Ze zijn beslist de meesters van het luchtruim”, zegt het boek Shorebirds — Beautiful Beachcombers.
Veiliger in een groep
Waadvogels verzamelen zich vaak in grote groepen op plekken waar het voedsel ruim voorhanden is. Het lijkt erop dat ze dat doen om veiligheidsredenen. Roofvogels zoals slechtvalken zitten liever een enkele vogel achterna en schrikken er misschien voor terug op een compacte groep vogels te stoten. En met duizenden waakzame ogen zal een roofvogel waarschijnlijk op tijd worden opgemerkt. Om voordeel te trekken van deze extra bescherming vormen veel waadvogels gemengde groepen van verscheidene soorten.
Het opstijgen van een vlucht waadvogels is een schitterend gezicht. Honderden of zelfs duizenden dicht opeen vliegende vogels draaien en wenden, stijgen en dalen, alsof ze door een onzichtbare hand worden bestuurd. „Dat duizenden vogels die gezamenlijk met hoge snelheden vliegen, in staat zijn met precieze coördinatie plotselinge bewegingen te maken, is een wonder op zich”, zegt het Handbook of the Birds of the World. Door het bestuderen
van een snelle film van zwermen bonte strandlopers zijn ornithologen tot de slotsom gekomen dat een enkele vogel een beweging in gang kan zetten die zich snel naar de rest van de zwerm uitbreidt.De wereld aan hun voeten
Sommige waadvogels zijn echte wereldreizigers. Kanoeten en drieteenstrandlopers bijvoorbeeld broeden noordelijker dan vrijwel alle andere vogels. Waadvogels zijn praktisch overal op aarde langs kustlijnen te vinden en tijdens hun jaarlijkse lange trektocht kunnen ze wel 32.000 kilometer afleggen.
Hoewel waadvogels voor sommige trektochten oceanen moeten oversteken, kunnen ze niet zwemmen en rusten ze nooit uit op het water. Ze moeten dus enorme voorraden brandstof bij zich hebben — in verhouding meer dan een jumbojet, waarbij aan het begin van de vlucht de brandstof zo’n 40 procent van het totaalgewicht uitmaakt. Hoe komen waadvogels aan hun brandstof?
„Ze slaan [reservevoedsel] op in de vorm van vet en vreten zich zo vol op de slibvlakten langs de kust dat ze in een paar weken tijd hun zomergewicht bijna verdubbelen”, schrijft David Attenborough in zijn boek Over vogels. „Deze vetreserves zijn zelfs groter dan uit de cijfers blijkt, want veel van hun inwendige organen, inclusief hun hersenen en darmen, krimpen om plaats te bieden aan dit reservevoedsel en om gewicht te besparen.”
Eén indrukwekkende reiziger is de Aziatische goudplevier, die van Alaska naar de eilanden van Hawaii trekt. Los van het uithoudingsvermogen dat nodig is voor de rechtstreekse vlucht van ruim 4500 kilometer, is zijn vermogen om midden in de oceaan Hawaii te lokaliseren een wonder van vogelnavigatie. Eén goudplevier die op zijn vlucht werd gevolgd, maakte de reis in nog geen vier dagen. En een oudere vogel heeft de afstand heen en terug al meer dan twintig keer afgelegd!
Wanneer deze dappere vogels uiteindelijk op hun arctische broedplaatsen
arriveren, wordt hun leven hectisch. Binnen twee weken moeten ze een partner zien te vinden, hun territorium afbakenen en een nest bouwen. Dan hebben ze een week of drie om de eieren uit te broeden en dan nog eens drie weken om hun jongen groot te brengen. Eind juli zijn ze alweer onderweg naar het zuiden.De gevaren van de trek
Op hun lange tochten staan de waadvogels aan veel gevaren bloot. Een grote bedreiging wordt gevormd door de mens. In de negentiende eeuw berichtte de natuurkenner John James Audubon dat een groep jagers op één dag 48.000 Amerikaanse goudplevieren had geschoten. Hoewel de totale wereldpopulatie van deze soort zich inmiddels enigszins heeft hersteld, ligt die waarschijnlijk nog steeds onder het aantal dat op die dag werd gedood.
Een nog grotere bedreiging voor waadvogels is de verdwijning van watergebieden, iets waaraan de vogels zich maar moeilijk kunnen aanpassen. „Het patroon van waadvogels wat broeden, trekken en overwinteren betreft, heeft zich over vele duizenden jaren ontwikkeld en kan door de mens maar al te makkelijk worden veranderd of verstoord”, verklaart het boek Shorebirds — An Identification Guide to the Waders of the World. Het overleven van miljoenen waadvogels hangt af van het behoud van een handjevol onmisbare plaatsen waar trekvogels tijdens hun reis neerstrijken.
Een goed voorbeeld hiervan is Delaware Bay, aan de zuidwestkust van New Jersey (VS). Daar verzamelen zich in het voorjaar zo’n honderdduizend kanoeten om zich vol te proppen met de eieren van degenkrabben. De vogels zijn uitgehongerd, want ze hebben net een van de langste non-stopvluchten van de vogelwereld achter de rug. In twee weken tijd hebben ze vanuit het zuidoosten van Brazilië ruim 8000 kilometer gevlogen, en ondertussen hebben ze de helft van hun lichaamsgewicht verloren.
Pogingen van natuurbeschermers zullen misschien bijdragen tot het behoud van zulke favoriete plekken. Misschien is er wel zo’n plek bij u in de buurt. Als u eenmaal een zwerm waadvogels boven de golven hebt zien rondcirkelen of hun doordringende roep hebt gehoord, zult u ze niet gauw meer vergeten.
Het is zoals de natuurkenner Arthur Morris schreef: „Alle mensen die zich met kustvogels bezighouden, hebben een gemeenschappelijke band: we hebben allemaal talloze keren op verlaten stranden of slikwadden gestaan en gekeken naar een zwerm licht en donker oplichtende strandlopers die draaien en wenden in een synchrone vlucht. En telkens worden we weer vervuld met een gevoel van ontzag en verwondering.”
[Voetnoot]
^ ¶4 De ruim 200 soorten waadvogels of kustvogels behoren tot de wetenschappelijke orde Charadrii.
[Kader/Illustraties op blz. 18]
Geharde lange-afstandsreizigers
Kanoeten zijn waarschijnlijk de kampioenen onder de langeafstandsreizigers. De vogels die in het verre noorden van Canada broeden, overwinteren meestal of in West-Europa of in de zuidpunt van Zuid-Amerika (bijna 10.000 kilometer verderop)
[Verantwoording]
KK Hui
Troepen van bijna een miljoen bonte strandlopers zijn waargenomen in Nederland en Mauretanië
Rosse grutto’s waaieren van hun broedgebieden in Siberië uit naar de Britse Eilanden, Zuid-Afrika, het Midden-Oosten, Australië of Nieuw-Zeeland
Bijna overal ter wereld zijn drieteenstrandlopers te zien die langs het strand rennen. Sommige broeden op minder dan 950 kilometer van de noordpool
[Illustraties op blz. 16, 17]
Omdat waadvogels niet kunnen uitrusten op het water, moeten ze enorme vetreserves opbouwen om immense oceanen te kunnen oversteken
[Illustratie op blz. 16, 17]
Drieteenstrandlopers voelen zich veiliger in een groep
[Illustratie op blz. 17]
Scholekster
[Illustratie op blz. 17]
Een zwarte ruiter op zoek naar voedsel in het moeras
[Illustratieverantwoording op blz. 16]
Top and bottom panoramic photos: © Richard Crossley/VIREO