Feit of fabel?

De ouderling Timotheüs zei tegen personen die de ware God wilden aanbidden dat ze geen aandacht moesten schenken aan „een afwijkende leer” en aan „mythen” (1 Timotheüs 1:3, 4, Groot Nieuws Bijbel). Is zo’n waarschuwing in deze tijd nodig? Ja, want verkeerde ideeën over de Bijbel en over de leringen erin brengen mensen af van de ware aanbidding. Hieronder staan enkele algemene opvattingen over de Bijbel. Let eens op wat de Bijbel er zelf over zegt. Dat kan u helpen de feiten van de fabels te onderscheiden.

▪ Fabel: De wonderen in de Bijbel zijn onmogelijk.

Feit: De mens weet nog lang niet alles over Gods schepping. Er is geen wetenschapper die de werking van de zwaartekracht volledig kan uitleggen, alle componenten van een atoom kan definiëren of het begrip tijd precies kan verklaren. „Kunt gij de diepe dingen Gods doorgronden, of kunt gij de Almachtige zelfs tot het uiterste doorgronden?” (Job 11:7) Omdat we de schepping niet volledig kunnen bevatten, zeggen kundige wetenschappers steeds minder vaak dat iets onmogelijk is.

▪ Fabel: Alle religies leiden tot God.

Feit: „Indien gij in mijn woord blijft,” zei Jezus, „zijt gij werkelijk mijn discipelen, en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:31, 32). Als alle religies naar God leiden, zou het dan nodig zijn dat hun leden vrijgemaakt werden? Jezus onderwees zelfs dat maar betrekkelijk weinig mensen zich op „de weg die naar het leven voert” bevinden. — Mattheüs 7:13, 14.

▪ Fabel: Alle goede mensen gaan na hun dood naar de hemel.

Feit: „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede. De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven. Hoop op Jehovah en houd zijn weg, en hij zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen” (Psalm 37:11, 29, 34). Slechts 144.000 getrouwe personen gaan naar de hemel. Ze hebben van God de taak gekregen om „als koningen over de aarde [te] regeren”. — Openbaring 5:9, 10; 14:1, 4.

▪ Fabel: Het ’Oude Testament’ is niet meer nuttig voor christenen.

Feit: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig” (2 Timotheüs 3:16, 17). „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Het ’Oude Testament’ (Hebreeuwse Geschriften) is een belangrijke bron van geestelijk onderricht en geeft ons redenen om geloof te stellen in het ’Nieuwe Testament’ (christelijke Griekse Geschriften).

▪ Fabel: Een groot deel van het boek Genesis, waaronder het verhaal over Adam en Eva, is symbolisch.

Feit: Jezus’ geslachtslijn, die helemaal teruggaat tot Adam, werd opgetekend door de evangelieschrijver Lukas (Lukas 3:23-38). Als Genesis een fabel zou zijn, bij welke namen in de geslachtslijn zouden dan de echte namen beginnen en waar de fictieve? Jezus leefde voordat hij naar de aarde kwam in de hemel en hij geloofde wat in Genesis stond, met inbegrip van het verslag over Adam en Eva (Mattheüs 19:4-6). Door Genesis in twijfel te trekken, ondermijnt iemand niet alleen de geloofwaardigheid van Jezus, maar ook van veel Bijbelschrijvers. — 1 Kronieken 1:1; 1 Korinthiërs 15:22; Judas 14.