DE ZIENSWIJZE VAN DE BIJBEL
De Messias
De Bijbel voorspelde dat de Messias naar de aarde zou komen en mensen zou bevrijden van ziekte, lijden en de dood. Is Jezus Christus die Messias?
Hoe zouden mensen de Messias herkennen?
Volgens een profetie in de Bijbel zou de Messias, of Christus *, twee verschillende taken hebben, gescheiden door een lange tijdsperiode. Zijn eerste taak zou hij als mens uitvoeren. Bijbelschrijvers deden veel voorspellingen over zijn leven en bediening, zodat hij duidelijk te herkennen zou zijn. ‘Het getuigenis afleggen omtrent Jezus’ is zelfs een van de belangrijkste doelen van Bijbelse voorspellingen (Openbaring 19:10).
Als mens liet Jezus zien wat hij straks als machtige geest op grote schaal gaat doen
WAT DE BIJBEL ZEGT
De Messias zou . . .
-
een afstammeling van koning David zijn (Jesaja 9:7; Lukas 3:23-31). *
-
in de stad Bethlehem geboren worden (Micha 5:2; Lukas 2:4-7).
-
nederig ‘goed nieuws’ bekendmaken (Jesaja 61:1; Lukas 4:43).
-
veracht en onbelangrijk gevonden worden (Jesaja 53:3; Mattheüs 26:67, 68).
-
voor dertig zilverstukken verraden worden (Zacharia 11:12, 13; Mattheüs 26:14, 15).
-
zwijgen tegenover zijn beschuldigers terwijl hij onterecht ter dood werd veroordeeld (Jesaja 53:6, 7; Mattheüs 27:12-14).
-
een ‘offerlam’ zijn dat zonde uitwist en waardoor mensen Gods goedkeuring kunnen krijgen (Jesaja 53:7; Johannes 1:29, 34, 36).
-
gedood worden zonder dat zijn botten gebroken werden (Psalm 34:20; Johannes 19:33, 36).
-
bij de rijken begraven worden (Jesaja 53:9; Mattheüs 27:57-60).
-
op de derde dag een opstanding krijgen (Mattheüs 16:21; 28:5-7).
Deze en nog veel meer profetieën werden vervuld in Jezus. Ook bewees hij dat hij de Messias was door zieken te genezen en doden op te wekken. Die wonderen geven ons het vaste vertrouwen dat hij in de toekomst op de hele aarde hetzelfde gaat doen, zoals de Bijbel belooft (Lukas 7:21-23; Openbaring 21:3, 4). Na zijn opstanding ging Jezus aan Gods ‘rechterhand’ zitten en wachtte hij totdat hij zijn werk als Messias kon gaan afmaken (Psalm 110:1-6).
‘Wanneer de Christus gekomen is, zal hij dan soms meer tekenen verrichten dan deze man heeft verricht?’ — Johannes 7:31.
Hoe zal de Messias zijn werk afmaken?
De Joden in Jezus’ tijd verwachtten dat de Messias hen zou bevrijden van de Romeinen en dat hij over een hersteld Israëlitisch koninkrijk zou gaan regeren (Handelingen 1:6). Pas later beseften de Joden die volgelingen van Jezus waren geworden dat hij zijn taak vanuit de hemel zou afmaken, als geest die veel macht had gekregen (Mattheüs 28:18).
WAT DE BIJBEL ZEGT
In zijn tweede taak zou de Messias . . .
-
de Koning worden van Gods Koninkrijk, een wereldregering (Daniël 7:13, 14; Openbaring 11:15).
-
een zegen zijn voor iedereen die in hem gelooft (Genesis 22:17, 18; Psalm 72:7, 8).
-
veel regeringen verbazen als hij ze vernietigt omdat ze hem tegenwerken (Jesaja 52:15; Openbaring 19:19, 20).
-
een internationale ‘grote schare’ van rechtvaardige mensen een vredige nieuwe wereld binnenleiden (Openbaring 7:9, 10, 13-17).
-
samen met Jehovah, God, de doden opwekken tot leven in een paradijs op aarde (Lukas 23:43; Johannes 5:21, 28, 29).
-
zijn onderdanen leren hoe ze echte vrede kunnen maken (Jesaja 11:1, 2, 9, 10).
-
een eind maken aan zonde, de onderliggende oorzaak van ziekte en de dood (Johannes 1:29; Romeinen 5:12).
-
uiteindelijk alle ellende die Satan heeft veroorzaakt, ongedaan maken en de mensen verenigen onder Jehovah’s bestuur (1 Korinthiërs 15:25-28; 1 Johannes 3:8).
Jezus voerde zijn eerste taak als Messias met succes uit. Dat zal hij ook met zijn tweede taak doen. Het is dus heel verstandig alles over Jezus te weten te komen, want hij is ‘de weg en de waarheid en het leven’ (Johannes 14:6).
‘In zijn dagen zal de rechtvaardige uitspruiten, en overvloed van vrede, totdat de maan niet meer is. Hij zal onderdanen hebben (...) tot de einden der aarde.’ — Psalm 72:7, 8.
^ ¶5 Het woord Messias is van Hebreeuwse oorsprong. Het woord Christus komt uit het Grieks en heeft dezelfde betekenis (Johannes 1:41).
^ ¶7 In de eerste tekst staat de voorspelling; in de tweede de vervulling.