Hoe verreikend is uw liefde?
Hoe verreikend is uw liefde?
„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.” — MATTHEÜS 22:39.
1. Waarom moeten wij, als wij Jehovah liefhebben, ook onze naaste liefhebben?
TOEN Jezus werd gevraagd wat het grootste gebod is, antwoordde hij: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.” Vervolgens citeerde hij een tweede gebod gelijk aan het eerste: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” (Mattheüs 22:37, 39). Ja, liefde voor de naaste is een kenmerk van een christen. Indien wij Jehovah werkelijk liefhebben, moeten wij onze naaste liefhebben. Waarom? Omdat wij onze liefde voor God tonen door zijn Woord te gehoorzamen, en zijn Woord gebiedt ons onze naaste lief te hebben. Daarom kan, als wij onze broeders en zusters niet liefhebben, onze liefde voor God niet oprecht zijn. — Romeinen 13:8; 1 Johannes 2:5; 4:20, 21.
2. Wat voor liefde dienen wij voor onze naaste te hebben?
2 Toen Jezus zei dat wij onze naaste moeten liefhebben, sprak hij over meer dan vriendschap. En hij had het over een liefde die verschilt van de liefde die van nature in gezinnen of tussen een man en een vrouw bestaat. Hij sprak over de soort liefde die Jehovah voor zijn opgedragen dienstknechten heeft en die zij voor hem hebben (Johannes 17:26; 1 Johannes 4:11, 19). Een joodse schriftgeleerde — die, zoals Jezus onderscheidde, verstandig had gesproken — stemde met Jezus in dat men God moest liefhebben „met geheel zijn hart en met geheel zijn verstand en met geheel zijn kracht” (Markus 12:28-34). Hij had het bij het rechte eind. De liefde die een christen voor God en voor de naaste aankweekt, omvat onze emoties en ons verstand. Ze wordt in het hart gevoeld en door de geest geleid.
3. (a) Hoe onderwees Jezus „een man die goed onderlegd was in de Wet” dat hij een bredere kijk moest hebben op de vraag wie zijn naaste was? (b) Hoe is Jezus’ illustratie van toepassing op christenen in deze tijd?
Lukas 10:25-37). Met al zijn wetskennis kan de man geschokt zijn geweest toen hij Jezus hoorde zeggen dat een Samaritaan een betere naaste zou kunnen zijn dan een priester en een leviet. Het is duidelijk dat Jezus deze man hielp zijn naaste op een verder reikende manier lief te hebben. Christenen hebben ook op zo’n wijze lief. Beschouw eens al degenen tot wie hun liefde zich uitstrekt.
3 Toen Jezus, zoals door Lukas wordt bericht, zei dat wij onze naaste moeten liefhebben, kwam „een zekere man die goed onderlegd was in de Wet” met de vraag: „Wie is dan mijn naaste?” Jezus antwoordde met een gelijkenis. Een man werd geslagen, beroofd en halfdood langs de weg achtergelaten. Eerst kwam er een priester en vervolgens een leviet voorbij. Beiden negeerden hem. Ten slotte kwam er een Samaritaan voorbij, zag de gewonde man en bejegende hem met grote vriendelijkheid. Wie van de drie was de naaste voor de gewonde man? Het antwoord lag voor de hand (Liefde binnen de gezinskring
4. Waar betoont een christen in de eerste plaats liefde?
4 Christenen houden van hun gezinsleden — vrouwen houden van hun man, mannen houden van hun vrouw, ouders houden van hun kinderen (Prediker 9:9; Efeziërs 5:33; Titus 2:4). Het is waar, in de meeste gezinnen bestaan er van nature banden van liefde. Maar uit berichten over stukgelopen huwelijken, mishandeling van de huwelijkspartner en verwaarloosde of misbruikte kinderen blijkt dat het gezin in deze tijd onder spanning staat, en de van nature aanwezige band in het gezin is misschien niet genoeg om het bijeen te houden (2 Timotheüs 3:1-3). Om een werkelijk succes van hun gezinsleven te maken, moeten christenen de soort liefde aan de dag leggen die Jehovah en Jezus hebben. — Efeziërs 5:21-27.
5. Naar wie zien ouders op voor hulp om hun kinderen groot te brengen, en welke resultaten hebben velen geboekt?
5 Christelijke ouders bezien hun kinderen als een waardevol iets wat door Jehovah aan hun zorg is toevertrouwd, en zij zien naar hem op voor hulp om hen groot te brengen (Psalm 127:3-5; Spreuken 22:6). Aldus kweken zij christelijke liefde aan, die hen helpt hun kinderen te behoeden voor de verdorven invloeden waar jonge mensen aan ten prooi kunnen vallen. Dientengevolge hebben veel christelijke ouders een vreugde ervaren die overeenkomt met die van een moeder in Nederland. Nadat zij de doop van haar zoon had gezien — een van de 575 personen die vorig jaar in Nederland werden gedoopt — schreef zij het volgende: „Op dit moment betaalt zich mijn investering van de afgelopen twintig jaar terug. Alle tijd, energie — maar ook de pijn en moeite en verdriet — zijn nu allemaal vergeten.” Wat is zij gelukkig dat haar zoon uit eigen vrije wil heeft gekozen Jehovah te dienen. Tot het hoogtepunt van 31.089 verkondigers die vorig jaar in Nederland bericht inleverden, behoren velen die van hun ouders hebben geleerd Jehovah lief te hebben.
6. Hoe kan christelijke liefde een hulp zijn om de huwelijksband te versterken?
6 Paulus noemde liefde „een volmaakte band van eenheid”, en ze kan een huwelijksverbintenis zelfs door stormachtige tijden heen in stand houden (Kolossenzen 3:14, 18, 19; 1 Petrus 3:1-7). Toen een man op Rurutu, een klein eiland ongeveer 700 kilometer van Tahiti, een bijbelstudie met Jehovah’s Getuigen begon, was zijn vrouw daar sterk tegen gekant. Uiteindelijk nam zij de kinderen, verliet hem en ging op Tahiti wonen. Niettemin toonde hij zijn liefde door haar geregeld geld te sturen en haar op te bellen om te vragen of er iets was wat zij of de kinderen nodig hadden. Aldus deed hij zijn best om zijn christelijke verplichtingen na te komen (1 Timotheüs 5:8). Hij bad voortdurend of zijn gezin herenigd mocht worden en uiteindelijk keerde zijn vrouw terug. Toen zij dat deed, bejegende hij haar met „liefde, volharding, zachtaardigheid” (1 Timotheüs 6:11). In 1998 werd hij gedoopt en was later overgelukkig toen zijn vrouw erin toestemde de bijbel te bestuderen. Die studie was een van de 1351 bijbelstudies die vorig jaar werden geleid in het gebied ressorterend onder het Tahitiaanse bijkantoor.
7. Waardoor werd, volgens een man in Duitsland, zijn huwelijk hechter?
7 In Duitsland verzette een man zich tegen
de belangstelling van zijn vrouw voor de bijbelse waarheid en was ervan overtuigd dat Jehovah’s Getuigen haar wilden misleiden. Maar later schreef hij aan de Getuige die het eerste contact met haar had gelegd: „Hartelijk dank dat u mijn vrouw met Jehovah’s Getuigen kennis hebt laten maken. Aanvankelijk maakte ik me zorgen omdat ik zo veel slechte dingen over hen had gehoord. Maar nu ik de vergaderingen met mijn vrouw heb bezocht, besef ik dat ik mij heb vergist. Ik weet dat ik de waarheid hoor, en het heeft ons huwelijk veel hechter gemaakt.” Tot de 162.932 Getuigen van Jehovah in Duitsland — en de 1773 op de eilanden ressorterend onder het Tahitiaanse bijkantoor — behoren veel gezinnen die in goddelijke liefde verenigd zijn.Liefde voor onze christelijke broeders en zusters
8, 9. (a) Wie leert ons onze broeders en zusters lief te hebben, en waartoe beweegt liefde ons? (b) Geef een voorbeeld van de wijze waarop broeders en zusters door liefde geholpen kunnen worden elkaar tot steun te zijn.
8 Paulus zei tot de christenen in Thessalonika: „Gij zijt zelf door God onderwezen elkaar lief te hebben” (1 Thessalonicenzen 4:9). Ja, degenen die „door Jehovah onderwezen” worden, hebben elkaar lief (Jesaja 54:13). Hun liefde komt tot uiting in daden, zoals Paulus aantoonde toen hij zei: „Dient elkaar als slaven door middel van de liefde” (Galaten 5:13; 1 Johannes 3:18). Dit doen zij bijvoorbeeld wanneer zij zieke broeders en zusters bezoeken, de terneergeslagenen aanmoedigen en de zwakken ondersteunen (1 Thessalonicenzen 5:14). Onze oprechte christelijke liefde draagt bij tot de groei van ons geestelijke paradijs.
9 In de gemeente Ancón — een van de 544 gemeenten in Ecuador — toonden de broeders en zusters hun liefde op een praktische wijze. Door een financiële crisis kwamen zij zonder werk of inkomen te zitten, dus besloten de verkondigers aan geld te komen door voedsel te verkopen aan de plaatselijke vissers wanneer die van een nacht vissen huiswaarts keerden. Iedereen werkte mee, met inbegrip van de kinderen. Zij moesten om één uur ’s nachts beginnen om het voedsel om vier uur ’s nachts klaar te hebben wanneer de vissers terugkeerden. Het door de broeders en zusters bijeengebrachte geld werd naar behoefte onder hen verdeeld. Door deze wederzijdse hulp werd oprechte christelijke liefde getoond.
10, 11. Hoe kunnen wij liefde aan de dag leggen voor broeders en zusters die wij niet persoonlijk kennen?
1 Petrus 2:17). Wij houden van al onze broeders en zusters omdat zij allen medewerkers van Jehovah God zijn. Tijden van crisis verschaffen misschien een gelegenheid om deze liefde te tonen. Tijdens het dienstjaar 2000 bijvoorbeeld hebben zware overstromingen Mozambique geteisterd, en door een zich voortslepende burgeroorlog in Angola zijn velen tot armoede vervallen. Een groot aantal van de 31.725 broeders en zusters in Mozambique en de 41.222 in Angola zijn door deze gebeurtenissen getroffen. Bijgevolg hebben Getuigen in het naburige Zuid-Afrika grote hoeveelheden hulpgoederen gezonden om de nood van hun broeders en zusters in die landen te lenigen. Uit hun bereidheid om hun „teveel” aan hun behoeftige broeders en zusters te schenken, bleek hun liefde. — 2 Korinthiërs 8:8, 13-15, 24.
10 Maar onze liefde is niet beperkt tot christenen die wij persoonlijk kennen. De apostel Petrus zei: „Hebt liefde voor de gehele gemeenschap van broeders” (11 Liefde blijkt ook wanneer broeders en zusters in veel landen meehelpen aan de bouw van Koninkrijkszalen en congreshallen in minder welvarende landen. Een voorbeeld daarvan vinden wij op de Solomoneilanden. Ondanks veel onrust gaven de Solomoneilanden vorig jaar een toename van 6 procent in het aantal verkondigers te zien, met een hoogtepunt van 1697 verkondigers. Zij maakten plannen om een congreshal te bouwen. Hoewel veel eilandbewoners het land ontvluchtten, kwamen vrijwilligers uit Australië om bij de bouw te helpen. Uiteindelijk moesten de vrijwilligers vertrekken, maar niet voordat zij plaatselijke broeders hadden opgeleid om de fundering te voltooien. De geprefabriceerde stalen constructie van de hal werd uit Australië verscheept, en de voltooiing van dit prachtige gebouw voor aanbidding — in een tijd dat veel bouwterreinen verlaten lagen — zal een voortreffelijk getuigenis zijn voor Jehovah’s naam en voor de liefde van de broeders en zusters.
Net als God hebben wij de wereld lief
12. Hoe volgen wij Jehovah na in onze houding jegens degenen die onze geloofsovertuiging niet delen?
12 Is onze liefde beperkt tot ons gezin en onze broederschap? Nee, niet als wij „navolgers van God” zijn. Jezus zei: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Efeziërs 5:1; Johannes 3:16). Net als Jehovah God handelen wij liefdevol jegens allen — met inbegrip van degenen die onze geloofsovertuiging niet delen (Lukas 6:35, 36; Galaten 6:10). Vooral in dit verband prediken wij het goede nieuws van het Koninkrijk en vertellen anderen over Gods grote daad van liefde ten behoeve van hen. Dit kan tot redding leiden voor een ieder die luistert. — Markus 13:10; 1 Timotheüs 4:16.
13, 14. Wat zijn enkele ervaringen van broeders en zusters die niet-Getuigen liefde betoonden, zelfs ten koste van groot persoonlijk ongemak?
13 Beschouw eens vier speciale-pionierbedienaren in Nepal. Zij waren toegewezen aan een stad in het zuidwesten van het land, en de afgelopen vijf jaar hebben zij hun liefde getoond door geduldig getuigenis te geven in de stad en verderaf gelegen dorpen. Om hun gebied te bewerken, zijn zij vaak vele uren aan het fietsen bij een temperatuur van meer dan 40 graden Celsius. Hun liefde en „volharding in werk dat goed is” leverden voortreffelijke resultaten op toen in een van de dorpen een boekstudiegroep werd gevormd (Romeinen 2:7). In maart 2000 kwamen 32 mensen naar de openbare lezing van de bezoekende kringopziener luisteren. Nepal had vorig jaar een hoogtepunt van 430 verkondigers — een toename van 9 procent. Het is duidelijk dat Jehovah de ijver en de liefde van de broeders en zusters in dat land zegent.
14 In Colombia gingen tijdelijke speciale pioniers prediken onder de wayuu-indianen. Om dit te doen, moesten zij een nieuwe taal leren, maar hun liefdevolle belangstelling werd beloond toen ondanks een zware stortregen 27 personen een openbare lezing bijwoonden. Liefdevolle ijver zoals door deze pioniers aan de dag werd gelegd, droeg bij tot een toename van 5 procent in Colombia en een hoogtepunt van 107.613 verkondigers. In Denemarken wilde een oudere zuster het goede nieuws met anderen delen, maar zij was invalide. Niet uit het veld geslagen legde zij contact met geïnteresseerde mensen door brieven te schrijven. Op dit ogenblik correspondeert zij met
42 mensen en leidt 11 bijbelstudies. Zij behoort tot het hoogtepunt van 14.885 verkondigers die vorig jaar in Denemarken bericht inleverden.Heb uw vijanden lief
15, 16. (a) Hoe verreikend dient onze liefde volgens Jezus te zijn? (b) Hoe bejegenden verantwoordelijke broeders iemand die Jehovah’s Getuigen vals beschuldigde op een liefdevolle wijze?
15 Jezus vertelde de man die goed onderlegd was in de Wet dat een Samaritaan als een naaste beschouwd kon worden. In zijn Bergrede ging Jezus zelfs verder toen hij zei: „Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: ’Gij moet uw naaste liefhebben en uw vijand haten.’ Ik zeg u echter: Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen, opdat gij er blijk van moogt geven zonen te zijn van uw Vader, die in de hemelen is” (Mattheüs 5:43-45). Zelfs wanneer iemand ons tegenstaat, trachten wij ’het kwade te blijven overwinnen met het goede’ (Romeinen 12:19-21). Indien mogelijk, delen wij met hem ons kostbaarste bezit, de waarheid.
16 In Oekraïne had een krantenartikel in Krementsjoeg het over Jehovah’s Getuigen als een gevaarlijke sekte. Dit was ernstig omdat sommigen in Europa op deze wijze over Jehovah’s Getuigen spreken teneinde mensen ervan te overtuigen dat de activiteiten van de Getuigen aan banden gelegd of verboden moeten worden. Bijgevolg werd de redacteur benaderd en gevraagd een persbericht te publiceren waarin het artikel gerectificeerd zou worden. Hij stemde ermee in, maar bij het bericht drukte hij een verklaring af dat het oorspronkelijke artikel op feiten gebaseerd was. Dus benaderden verantwoordelijke broeders hem opnieuw met meer informatie. Uiteindelijk besefte de redacteur dat het oorspronkelijke artikel onjuist was, en hij publiceerde een herroeping. De liefdevolle manier om deze situatie af te handelen, was door hem openhartig en vriendelijk te bejegenen, en het leidde tot een goed resultaat.
Hoe kunnen wij liefde aankweken?
17. Waardoor wordt aangetoond dat het niet altijd gemakkelijk is om anderen liefdevol te bejegenen?
17 Wanneer een baby wordt geboren, gaan zijn ouders al snel van hem houden. Liefdevol met volwassenen omgaan, doen we niet altijd zo instinctief. Daarom vertelt de bijbel ons waarschijnlijk herhaaldelijk elkaar lief te hebben — het is iets waar wij aan moeten werken (1 Petrus 1:22; 4:8; 1 Johannes 3:11). Jezus wist dat onze liefde op de proef gesteld zou worden toen hij zei dat wij onze broeder „tot zevenenzeventig maal toe” moeten vergeven (Mattheüs 18:21, 22). Ook Paulus drukte ons op het hart ’elkaar te blijven verdragen’ (Kolossenzen 3:12, 13). Geen wonder dat ons wordt geboden: „Streeft de liefde na”! (1 Korinthiërs 14:1) Hoe kunnen wij hieraan gehoor geven?
18. Waardoor zullen wij worden geholpen liefde voor anderen aan te kweken?
18 Ten eerste kunnen wij altijd de liefde die wij voor Jehovah God hebben in gedachte houden. Deze liefde vormt een krachtige aansporing om onze naaste lief te hebben. Waarom? Omdat, wanneer wij dat doen, dit een gunstig licht werpt op onze hemelse Vader en hem heerlijkheid en lof verschaft (Johannes 15:8-10; Filippenzen 1:9-11). Ten tweede kunnen wij proberen de dingen zo te zien als Jehovah ze ziet. Elke keer als wij zondigen, zondigen wij tegen Jehovah; toch vergeeft hij ons telkens weer en blijft ons liefhebben (Psalm 86:5; 103:2, 3; 1 Johannes 1:9; 4:18). Als wij Jehovah’s zienswijze ontwikkelen, zullen wij bereid zijn anderen lief te hebben en hun overtredingen jegens ons te vergeven (Mattheüs 6:12). Ten derde kunnen wij anderen bejegenen zoals wij willen dat zij ons bejegenen (Mattheüs 7:12). Aangezien wij onvolmaakt zijn, hebben wij vaak vergeving nodig. Wanneer wij bijvoorbeeld dingen zeggen die anderen kwetsen, hopen wij dat zij eraan zullen denken dat iedereen van tijd tot tijd met de tong zondigt (Jakobus 3:2). Als wij willen dat anderen ons liefdevol bejegenen, dienen wij hen liefdevol te bejegenen.
19. Hoe kunnen wij de hulp van de heilige geest zoeken in het aankweken van liefde?
19 Ten vierde kunnen wij de hulp van de heilige geest zoeken, omdat liefde een deel van de vrucht van de geest is (Galaten 5:22, 23). Vriendschappen, gevoelens voor het gezin en romantische liefde zijn vaak instinctief. Maar wij hebben de hulp van Jehovah’s geest nodig om de liefde aan te kweken die Jehovah bezit, de liefde die een volmaakte band van eenheid is. Wij kunnen de hulp van de heilige geest zoeken door de geïnspireerde bijbel te lezen. Als wij bijvoorbeeld het leven van Jezus bestuderen, zullen wij zien hoe hij mensen bejegende, en kunnen wij leren hem na te volgen (Johannes 13:34, 35; 15:12). Verder kunnen wij Jehovah om heilige geest vragen, vooral in situaties waarin het moeilijk voor ons is om liefdevol te handelen (Lukas 11:13). Ten slotte kunnen wij liefde nastreven door dicht bij de christelijke gemeente te blijven. Door met liefdevolle broeders en zusters samen te zijn, worden wij geholpen liefde aan te kweken. — Spreuken 13:20.
20, 21. Welke opmerkelijke demonstratie van liefde hebben Jehovah’s Getuigen in het dienstjaar 2000 gegeven?
20 Vorig jaar was er over de hele wereld een hoogtepunt van 6.035.564 verkondigers van het goede nieuws. Jehovah’s Getuigen hebben er in totaal 1.171.270.425 uur aan besteed naar personen te zoeken om hun over dat goede nieuws te vertellen. Uit liefde verduurden zij de hitte, de regen en de kou wanneer zij zich met dit werk bezighielden. Liefde bewoog hen ertoe tot klasgenoten en collega’s te spreken en volslagen vreemden op straat en op andere plaatsen te benaderen. Velen die door de Getuigen werden bezocht, waren apathisch, enkelen waren tegenstanders. Maar sommigen toonden belangstelling, zodat er 433.454.049 nabezoeken werden gebracht en 4.766.631 bijbelstudies werden geleid. *
21 Wat een demonstratie was dit allemaal van de liefde die Jehovah’s Getuigen voor hun God en voor hun naaste hebben! Die liefde zal nooit verkoelen. Wij zijn ervan overtuigd dat in het dienstjaar 2001 een zelfs nog groter getuigenis aan de mensheid gegeven zal worden. Moge Jehovah’s zegen op zijn loyale en ijverige aanbidders blijven rusten terwijl zij ’al hun aangelegenheden met liefde laten geschieden’! — 1 Korinthiërs 16:14.
[Voetnoot]
^ ¶20 Zie voor volledige details van het bericht over het dienstjaar 2000, de tabel op blz. 18-21.
Kunt u dit uitleggen?
• Wie volgen wij na wanneer wij onze naaste liefhebben?
• Hoe verreikend dient onze liefde te zijn?
• Wat zijn enkele ervaringen waarin christelijke liefde werd betoond?
• Hoe kunnen wij christelijke liefde aankweken?
[Studievragen]
[Tabel op blz. 18-21]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 2000 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)
[Illustraties op blz. 15]
Christelijke liefde kan een gezin bijeenhouden
[Illustraties op blz. 17]
Liefde beweegt ons ertoe onze hoop met anderen te delen