Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Luister naar je geweten

Luister naar je geweten

Luister naar je geweten

„Alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein.” — TITUS 1:15.

1. Hoe was Paulus bij de gemeenten op Kreta betrokken?

NADAT de apostel Paulus drie zendingsreizen had gemaakt, werd hij gearresteerd en uiteindelijk naar Rome gestuurd, waar hij twee jaar gevangen werd gehouden. Wat deed hij na zijn vrijlating? Op een gegeven moment bezocht hij met Titus het eiland Kreta. Later schreef hij aan Titus: ’Ik heb u op Kreta achtergelaten opdat gij de dingen waaraan wat ontbrak, in orde zoudt brengen en oudere mannen zoudt aanstellen’ (Titus 1:5). Bij het vervullen van die opdracht kreeg Titus met gewetens te maken.

2. Met welk probleem werd Titus op Kreta geconfronteerd?

2 Paulus gaf Titus raad in verband met de vereisten voor gemeenteouderlingen en wees er vervolgens op dat er „vele weerspannigen, zinloze praters en bedriegers van de geest” waren. Die ’keerden hele huisgezinnen ondersteboven door dingen te onderwijzen die zij niet behoorden te onderwijzen’. Titus moest ’hen blijven terechtwijzen’ (Titus 1:10-14; 1 Timotheüs 4:7). Paulus zei dat hun geest en hun geweten „verontreinigd” waren, en daarbij gebruikte hij een woord dat ’besmeuren’ betekent, zoals een mooi kledingstuk met verf besmeurd kan zijn (Titus 1:15). Sommigen van die mannen hadden wellicht een Joodse achtergrond, want ze ’hielden aan de besnijdenis vast’. In deze tijd worden de gemeenten niet door mannen met die opvatting ondermijnd; toch kunnen we van de raad die Paulus aan Titus gaf veel over het geweten leren.

Mensen met een verontreinigd geweten

3. Wat schreef Paulus aan Titus over het geweten?

3 Let eens op in welke context Paulus over het geweten sprak. „Alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein, maar zowel hun geest als hun geweten is verontreinigd. Zij maken in het openbaar bekend dat zij God kennen, maar zij verloochenen hem door hun werken.” Het is duidelijk dat sommigen in die tijd veranderingen moesten aanbrengen om ’gezond in het geloof’ te worden (Titus 1:13, 15, 16). Ze hadden er moeite mee het onderscheid te zien tussen wat rein en wat onrein was, en dat had met hun geweten te maken.

4, 5. Welke tekortkoming hadden sommigen in de gemeenten, en hoe was dat op hen van invloed?

4 Ruim tien jaar daarvoor was het christelijke besturende lichaam tot de conclusie gekomen dat de besnijdenis niet langer vereist was om een ware aanbidder van God te worden, en ze hadden de gemeenten daarvan op de hoogte gesteld (Handelingen 15:1, 2, 19-29). Maar sommigen op Kreta hielden nog steeds aan de besnijdenis vast. Ze waren het openlijk oneens met het besturende lichaam en ’onderwezen dingen die zij niet behoorden te onderwijzen’ (Titus 1:10, 11). Met hun verwrongen denkwijze hebben ze misschien voorschriften uit de Wet in verband met voedsel en rituele reinheid gepropageerd. Misschien hebben ze de Wet zelfs uitgebreid, zoals hun voorlopers in Jezus’ tijd deden, en hebben ze ook Joodse fabels en mensengeboden verkondigd. — Markus 7:2, 3, 5, 15; 1 Timotheüs 4:3.

5 Die denkwijze had een negatief effect op hun beoordelingsvermogen en hun morele besef, hun geweten. Paulus schreef: „Voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein.” Hun geweten was zo verwrongen geworden dat het geen betrouwbare gids meer was voor hun daden en hun waardebepaling. Bovendien veroordeelden ze medechristenen op dingen die een persoonlijke zaak waren, kwesties waarin de ene christen wellicht een andere beslissing zou nemen dan de andere. In dat opzicht bezagen die Kretenzers dingen als onrein die dat in werkelijkheid niet waren (Romeinen 14:17; Kolossenzen 2:16). Ze verklaarden dat ze God kenden, maar uit hun werken bleek het tegendeel. — Titus 1:16.

„Rein voor de reinen”

6. Over welke twee soorten mensen sprak Paulus?

6 Hoe kunnen we ons voordeel doen met wat Paulus aan Titus schreef? Kijk eens naar het contrast in deze uitspraak: „Alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein, maar zowel hun geest als hun geweten is verontreinigd” (Titus 1:15). Paulus bedoelde beslist niet dat voor een moreel reine christen absoluut alles rein en toegestaan is. We kunnen daar zeker van zijn omdat Paulus in een andere brief duidelijk had gemaakt dat mensen die hoererij, afgoderij, spiritisme, enzovoorts beoefenen, „Gods koninkrijk niet zullen beërven” (Galaten 5:19-21). We moeten dus concluderen dat Paulus een algemene waarheid vaststelde in verband met twee soorten mensen: zij die moreel en geestelijk rein zijn en zij die dat niet zijn.

7. Wat verbiedt Hebreeën 13:4, maar welke vraag zou kunnen rijzen?

7 De dingen die een oprecht christen moet vermijden, zijn niet beperkt tot wat de Bijbel specifiek verbiedt. Denk bijvoorbeeld aan deze ondubbelzinnige uitspraak: „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebreeën 13:4). Zelfs niet-christenen en mensen die niets van de Bijbel weten, zullen terecht concluderen dat dit vers overspel verbiedt. Uit deze en andere Bijbelpassages blijkt duidelijk dat God seksuele gemeenschap tussen een getrouwde man of vrouw en iemand anders dan zijn of haar wettige huwelijkspartner veroordeelt. Maar wat valt er te zeggen van twee ongehuwde personen die orale seks hebben? Veel jongeren beweren dat dit geen kwaad kan omdat het geen seksuele gemeenschap is. Kan een christen orale seks als rein bezien?

8. Hoe bezien christenen orale seks, in tegenstelling tot veel mensen in de wereld?

8 Uit Hebreeën 13:4 en 1 Korinthiërs 6:9 blijkt dat God zowel overspel als hoererij (Grieks: porneia) afkeurt. Wat houdt het laatste in? Het Griekse woord heeft betrekking op het natuurlijke of het perverse gebruik van de geslachtsorganen met wellustige intenties. Het omvat alle vormen van ongeoorloofde seksuele omgang buiten het Schriftuurlijke huwelijk. Het omvat dus ook orale seks, ondanks het feit dat veel jongeren over de hele wereld is verteld — of ze zijn zelf tot die conclusie gekomen — dat orale seks aanvaardbaar is. Ware christenen laten zich in hun denken en doen niet leiden door de opvattingen van „zinloze praters en bedriegers van de geest” (Titus 1:10). Ze houden zich aan de hogere maatstaven van de Heilige Schrift. Ze proberen geen verontschuldiging te vinden voor orale seks, maar begrijpen dat het Bijbels gezien hoererij is, porneia, en ze vormen hun geweten daarnaar. * — Handelingen 21:25; 1 Korinthiërs 6:18; Efeziërs 5:3.

Verschillende gewetens, verschillende beslissingen

9. Als ’alle dingen rein zijn’, wat is dan de rol van het geweten?

9 Maar wat bedoelde Paulus toen hij zei dat ’alle dingen rein zijn voor de reinen’? Paulus had het over christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven, die we in zijn geïnspireerde Woord vinden. Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen. Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt „rein” zijn. Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij. Laten we eens een paar voorbeelden bekijken.

10. Hoe zou een trouwerij (of een begrafenis) een probleem kunnen vormen?

10 Er zijn veel gezinnen waarin de ene partner een Getuige is geworden en de andere niet (1 Petrus 3:1; 4:3). Dat kan allerlei problemen opleveren, bijvoorbeeld bij een trouwerij of een begrafenis van een familielid. Stel je eens het geval voor van een zuster met een echtgenoot die haar geloof nog niet deelt. Iemand uit zijn familie gaat trouwen, en de plechtigheid zal in een kerk van de christenheid plaatsvinden. (Of er is een familielid gestorven, misschien een van de ouders, en de rouwdienst zal in een kerk gehouden worden.) Het echtpaar wordt uitgenodigd, en de man wil dat zijn vrouw hem vergezelt. Wat zegt haar geweten over het bijwonen van de plechtigheid? Wat zal ze doen? Stel je de volgende twee mogelijkheden voor.

11. Beschrijf hoe een zuster erover zou kunnen redeneren of ze een trouwerij in een kerk zal bijwonen en tot welke conclusie ze komt.

11 Loïs denkt aan het serieuze Bijbelse gebod: ’Gaat uit van Babylon de Grote’, het wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2, 4). Ze heeft vroeger tot de kerk behoord waar de trouwerij zal plaatsvinden en weet dat er tijdens de plechtigheid van alle aanwezigen zal worden gevraagd dat ze aan religieuze handelingen meedoen, zoals gebed, zang of religieuze gebaren. Ze is vastbesloten daar geen aandeel aan te hebben en wil zelfs niet aanwezig zijn en onder druk staan om haar integriteit te verbreken. Loïs respecteert haar man en wil graag naar hem luisteren, omdat hij volgens de Bijbel haar hoofd is, maar ze wil niet tegen haar Bijbelse principes in gaan (Handelingen 5:29). Daarom legt ze haar man tactvol uit dat zij persoonlijk niet aanwezig kan zijn, ook als hij ervoor kiest wel te gaan. Ze zegt misschien dat als ze wel aanwezig zou zijn en zou weigeren aan een bepaalde handeling mee te doen, het hem in verlegenheid zou kunnen brengen, en dat het daarom voor hem het beste zou zijn als ze er niet heen ging. Door deze beslissing houdt ze een rein geweten.

12. Hoe zou iemand kunnen redeneren en reageren in verband met een uitnodiging voor een trouwerij in een kerk?

12 Ruth staat voor vrijwel hetzelfde dilemma. Ze respecteert haar man, is vastbesloten loyaal te blijven aan God en luistert naar haar geweten, dat door de Bijbel gevormd is. Na te hebben nagedacht over punten die ook Loïs heeft overwogen, neemt ze onder gebed de „Vragen van lezers” in De Wachttoren van 15 mei 2002 door. Ze bedenkt dat de drie Hebreeën een gebod opvolgden om aanwezig te zijn bij een gelegenheid waar afgoderij bedreven zou worden, en dat ze toch hun integriteit bewaarden door niet aan een afgodische handeling mee te doen (Daniël 3:15-18). Ze besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten. Ze legt haar man tactvol maar duidelijk uit wat haar geweten haar toestaat en wat niet. Ruth hoopt dat hij het verschil tussen ware en valse aanbidding zal zien. — Handelingen 24:16.

13. Waarom hoeft het niet verontrustend te zijn dat twee christenen tot een verschillende conclusie komen?

13 Betekent het feit dat twee christenen tot een verschillende conclusie kunnen komen, dat het niet uitmaakt wat iemand doet of dat een van de twee een zwak geweten heeft? Nee. Loïs is gezien haar vroegere ervaring met de muziek en de hele sfeer bij kerkelijke plechtigheden wellicht van mening dat het vooral voor haar gevaarlijk zou zijn aanwezig te zijn. En ook de eerdere gesprekken die ze met haar man over religieuze kwesties heeft gehad, kunnen van invloed zijn op haar geweten. Ze is er dus van overtuigd dat haar beslissing voor haar het beste is.

14. Wat moeten christenen in gedachte houden in verband met kwesties waarin een persoonlijke beslissing genomen moet worden?

14 Maar zou Ruths beslissing verkeerd zijn? Het is niet aan anderen dat te bepalen. Ze mogen haar niet veroordelen of bekritiseren omdat ze ervoor gekozen heeft wel bij de gelegenheid aanwezig te zijn, maar geen religieuze handelingen te verrichten. Denk aan Paulus’ raad over persoonlijke beslissingen in verband met het al dan niet eten van bepaalde voedingsmiddelen: „Laat degene die eet, niet neerzien op degene die niet eet, en laat degene die niet eet, geen oordeel vellen over degene die eet . . . Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden” (Romeinen 14:3, 4). Een ware christen zal iemand er beslist niet toe willen aanzetten de leiding van een geoefend geweten te negeren, want dat zou neerkomen op het smoren van een stem die heel goed een levensreddende boodschap zou kunnen overbrengen.

15. Waarom dient er serieus rekening te worden gehouden met het geweten en de gevoelens van anderen?

15 Om hier nog even op door te gaan: beide vrouwen moeten nog meer factoren overwegen, en een daarvan is de uitwerking van hun beslissing op anderen. Paulus gaf ons de raad: „Neemt liever deze beslissing, een broeder geen struikelblok in de weg te leggen noch iets waarover hij kan vallen” (Romeinen 14:13). Loïs weet misschien dat soortgelijke situaties veel onrust in de gemeente of in haar familie hebben teweeggebracht, en wat zij doet, kan heel wat invloed op haar kinderen hebben. Ruth daarentegen kan gemerkt hebben dat soortgelijke keuzes geen opschudding in de gemeente of in de omgeving veroorzaakten. Beide vrouwen, en wij allemaal, dienen te beseffen dat een goed geoefend geweten gevoelig is voor de uitwerking van een bepaalde beslissing op anderen. Jezus zei: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Mattheüs 18:6). Als iemand het feit negeert dat hij anderen tot struikelen kan brengen, zou hij net als sommige christenen op Kreta een verontreinigd geweten kunnen krijgen.

16. Welke veranderingen kunnen we in de loop van de tijd in een christen verwachten?

16 Een christen moet zich in geestelijk opzicht voortdurend ontwikkelen, en zo moet hij er ook constant vorderingen in maken naar zijn geweten te luisteren. Neem bijvoorbeeld Mark, die onlangs gedoopt is. Zijn geweten zegt hem dat hij on-Bijbelse dingen die hij vroeger deed, misschien in verband met afgoden of bloed, moet mijden (Handelingen 21:25). Hij vermijdt nu zelfs angstvallig dingen die een vage overeenkomst hebben met wat God verbiedt. Aan de andere kant begrijpt hij niet waarom sommigen bepaalde dingen verwerpen die hij aanvaardbaar vindt, zoals bepaalde tv-programma’s.

17. Illustreer hoe tijd en geestelijke vorderingen van invloed kunnen zijn op het geweten en de beslissingen van een christen.

17 In de loop van de tijd krijgt Mark steeds meer kennis en nadert hij dichter tot God (Kolossenzen 1:9, 10). Welke uitwerking heeft dat? Zijn innerlijke stem wordt goed geoefend. Mark is nu meer geneigd naar zijn geweten te luisteren en zorgvuldig over Bijbelse beginselen na te denken. Hij beseft zelfs dat enkele van de dingen met een ’vage overeenkomst’ die hij vermeed eigenlijk niet in strijd zijn met Gods denkwijze. Omdat hij bovendien gevoeliger is voor Bijbelse beginselen en bereid is naar zijn goed geoefende geweten te luisteren, wordt hij er nu door zijn geweten toe aangezet programma’s te vermijden die hij eerder aanvaardbaar vond. Zijn geweten is dus verfijnd. — Psalm 37:31.

18. Welke reden tot vreugde hebben we?

18 De meeste gemeenten bestaan uit personen in alle fases van christelijke ontwikkeling. Sommigen van hen zijn nieuw in het geloof. Misschien zegt hun geweten over bepaalde kwesties nagenoeg niets, maar spreekt hun innerlijke stem luid over andere zaken. Ze hebben wellicht tijd en hulp nodig om gevoelig te worden voor Jehovah’s leiding en naar hun geoefende geweten te luisteren (Efeziërs 4:14, 15). Gelukkig zijn er in diezelfde gemeenten waarschijnlijk velen met een diepgaande kennis, met ervaring in het toepassen van Bijbelse beginselen en met een geweten dat heel veel overeenstemt met Gods denkwijze. Wat is het een vreugde om zulke „reinen” in ons midden te hebben! Ze beschouwen de dingen die „de Heer welgevallig” zijn in moreel en geestelijk opzicht als „rein” (Efeziërs 5:10). Laten we het ons allemaal ten doel stellen dat punt te bereiken en ons geweten in overeenstemming te houden met de nauwkeurige kennis van de waarheid en godvruchtige toewijding. — Titus 1:1.

[Voetnoot]

^ ¶8 In De Wachttoren van 15 juni 1983, blz. 30-32, staan punten waarover echtparen kunnen nadenken.

Overzichtsvragen

• Hoe kwam het dat sommige christenen op Kreta een verontreinigd geweten hadden?

• Hoe komt het dat twee christenen met een gevoelig geweten soms een verschillende beslissing nemen?

• Wat moet er in de loop van de tijd met ons geweten gebeuren?

[Studievragen]

[Kaart op blz. 26]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Sicilië

GRIEKENLAND

Kreta

KLEIN-AZIË

Cyprus

MIDDELLANDSE ZEE

[Illustratie op blz. 28]

Twee christenen nemen in eenzelfde situatie soms een verschillende beslissing