Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ben je gereed voor Jehovah’s dag?

Ben je gereed voor Jehovah’s dag?

Ben je gereed voor Jehovah’s dag?

„De grote dag van Jehovah is nabij. Hij is nabij en haast zich zeer.” — ZEFANJA 1:14.

1-3. (a) Wat zegt de Bijbel over Jehovah’s dag? (b) Voor welke „dag van Jehovah” staan we nu?

JEHOVAH’S grote dag is geen dag van 24 uur. Het is een langere periode waarin Gods oordeel aan de goddelozen wordt voltrokken. Wie God niet dienen, hebben reden om die dag van duisternis, verbolgenheid, brandende toorn, benauwdheid en verwoesting te vrezen (Jesaja 13:9; Amos 5:18-20; Zefanja 1:15). „Ach de dag,” zegt Joëls profetie, „want de dag van Jehovah is nabij, en als een gewelddadige plundering van de Almachtige zal hij komen!” (Joël 1:15) Maar op die grote dag zal God ook als Redder optreden van „de oprechten van hart”. — Psalm 7:10.

2 De uitdrukking „dag van Jehovah” wordt gebruikt voor een aantal voltrekkingen van Gods oordeel in de loop van de tijd. Zo kwam er in 607 v.G.T. een „dag van Jehovah” over de inwoners van Jeruzalem door toedoen van de Babyloniërs (Zefanja 1:4-7). Een vergelijkbare voltrekking van Gods oordeel vond in 70 G.T. plaats, toen God de Romeinen gebruikte om zijn oordeel te voltrekken aan de Joodse natie, die zijn Zoon had verworpen (Daniël 9:24-27; Johannes 19:15). De Bijbel voorzegt ook een „dag van Jehovah” waarop hij ’oorlog zal voeren tegen alle naties’ (Zacharia 14:1-3). Onder inspiratie bracht de apostel Paulus die dag in verband met Christus’ tegenwoordigheid, die begon toen Jezus in 1914 als hemelse Koning werd geïnstalleerd (2 Thessalonicenzen 2:1, 2). Met de dag van Jehovah in aantocht is de jaartekst van Jehovah’s Getuigen voor 2007 bijzonder passend geweest. Die tekst was ontleend aan Zefanja 1:14 en luidde: „De grote dag van Jehovah is nabij.”

3 Omdat Gods grote dag nabij is, is het nu de tijd om te tonen dat je gereed bent. Hoe kun je je op die dag voorbereiden? Moet je misschien nog extra dingen doen om gereed te zijn voor Jehovah’s dag?

Toon je gereed

4. Op welke zware beproeving bereidde Jezus zich voor?

4 In zijn profetie over het besluit van het samenstel van dingen zei Jezus Christus tegen zijn discipelen: ’Toon je gereed’ (Mattheüs 24:44). Toen Jezus die uitspraak deed, was hij zelf klaar voor een zware beproeving: zijn dood als loskoopoffer (Mattheüs 20:28). Wat kunnen we leren van de manier waarop Jezus zich had voorbereid?

5, 6. (a) Hoe draagt liefde voor God en voor mensen ertoe bij dat we voorbereid zijn op Jehovah’s dag? (b) Welk voorbeeld heeft Jezus gegeven op het punt van naastenliefde?

5 Jezus hield met heel zijn hart van Jehovah en van Zijn rechtvaardige maatstaven. Hebreeën 1:9 vermeldt over Jezus: „Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met de olie van uitbundige vreugde, meer dan uw deelgenoten.” Omdat Jezus zijn hemelse Vader liefhad, bewaarde hij zijn rechtschapenheid tegenover hem. Als wij net zo’n liefde voor God hebben en naar zijn vereisten leven, zal hij ons beschermen (Psalm 31:23). Die liefde en gehoorzaamheid zullen ons helpen gereed te zijn voor de grote dag van Jehovah.

6 Liefde voor mensen was een opvallend kenmerk van Jezus’ persoonlijkheid. Hij had echt „medelijden met hen, omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder” (Mattheüs 9:36). Daarom predikte Jezus het goede nieuws tot de mensen, net zoals liefde ons motiveert om de Koninkrijksboodschap aan onze medemensen te verkondigen. Liefde voor God en voor onze naaste houdt ons actief als predikers en draagt er zo toe bij dat we op de grote dag van Jehovah voorbereid zijn. — Mattheüs 22:37-39.

7. Waarom kunnen we in afwachting van Jehovah’s dag vreugde hebben?

7 Jezus vond het heerlijk Jehovah’s wil te doen (Psalm 40:8). Als wij dezelfde instelling hebben, zullen we er vreugde uit putten heilige dienst voor God te verrichten. We zullen net als Jezus onzelfzuchtige gevers zijn, en dat zal ons echt gelukkig maken (Handelingen 20:35). Ja, „de vreugde van Jehovah is [onze] vesting”. Daarmee zullen we beter voorbereid zijn op Gods grote dag. — Nehemia 8:10.

8. Waarom moeten we dichter tot Jehovah naderen in gebed?

8 Vurige gebeden tot God hielpen Jezus zich op geloofsbeproevingen voor te bereiden. Hij bad toen Johannes hem doopte. Voordat hij zijn apostelen uitkoos, bad hij de hele nacht (Lukas 6:12-16). En welke Bijbellezer raakt niet onder de indruk van Jezus’ innige gebeden op de laatste avond van zijn aardse leven? (Markus 14:32-42; Johannes 17:1-26) Ben jij net als Jezus iemand die dikwijls bidt? Nader vaak tot Jehovah, neem de tijd voor je gebeden, zoek de leiding van de heilige geest en aanvaard die leiding zodra ze duidelijk wordt. Een sterke band met onze hemelse Vader is onontbeerlijk in deze kritieke tijd nu Gods grote dag snel dichterbij komt. Nader dus vooral steeds dichter tot Jehovah in gebed. — Jakobus 4:8.

9. Hoe belangrijk is het dat we ons bekommeren om de heiliging van Jehovah’s naam?

9 Ook belangstelling voor de heiliging van Jehovah’s naam hielp Jezus voorbereid te zijn op de beproevingen waarmee hij te kampen kreeg. Hij leerde zijn volgelingen zelfs dat in hun gebeden tot God het verzoek gedaan moest worden: „Uw naam worde geheiligd” (Mattheüs 6:9). Als het onze innige wens is dat Jehovah’s naam geheiligd wordt of als heilig wordt beschouwd, zullen we ernaar streven alles te vermijden wat er smaad op zou brengen. Het resultaat zal zijn dat we beter voorbereid zijn op Jehovah’s grote dag.

Moet je veranderingen aanbrengen?

10. Waarom doen we er goed aan ons leven onder de loep te nemen?

10 Als Jehovah’s dag morgen zou komen, zou je er dan echt gereed voor zijn? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden. Met het oog op de kortheid en onzekerheid van het huidige leven moeten we allemaal elke dag geestelijk waakzaam zijn (Prediker 9:11, 12; Jakobus 4:13-15). Laten we daarom een paar factoren beschouwen die in ons leven aandacht kunnen behoeven.

11. Wat is jouw doel op het punt van Bijbellezen?

11 Eén sleutelfactor is de dringende raad van ’de getrouwe slaaf’ om dagelijks de Bijbel te lezen (Mattheüs 24:45). Je zou je ten doel kunnen stellen eenmaal per jaar de Bijbel van Genesis tot Openbaring door te lezen en er ook over te mediteren. Als je ongeveer vier hoofdstukken per dag leest, kun je de 1189 hoofdstukken van de Bijbel in een jaar uit hebben. Iedere koning van Israël moest „alle dagen van zijn leven” in Jehovah’s Wet lezen. Kennelijk heeft Jozua dat ook gedaan (Deuteronomium 17:14-20; Jozua 1:7, 8). Wat is het belangrijk dat geestelijke herders dagelijks in Gods Woord lezen, want dat helpt hen „de gezonde leer” door te geven! — Titus 2:1.

12. Waartoe moet de nabijheid van Jehovah’s dag je bewegen?

12 De nabijheid van Jehovah’s dag moet je ertoe bewegen geregeld de vergaderingen bij te wonen en er zo veel mogelijk aan deel te nemen (Hebreeën 10:24, 25). Dat zal je helpen je bekwaamheden als Koninkrijksverkondiger te vergroten bij het zoeken en helpen van personen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven hebben (Handelingen 13:48). Misschien zou je ook in andere opzichten actiever kunnen zijn in de gemeente, bijvoorbeeld door de ouderen te helpen en de jongeren aan te moedigen. Wat een voldoening kun je uit die inspanningen putten!

Je relatie met anderen

13. Wat zouden we ons kunnen afvragen in verband met het aandoen van de nieuwe persoonlijkheid?

13 Moet je, omdat Jehovah’s dag voor de deur staat, meer moeite doen om „de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”? (Efeziërs 4:20-24) Als je godvruchtige eigenschappen ontwikkelt, zullen anderen waarschijnlijk opmerken dat je ’door Gods geest wandelt’ en de vrucht ervan tentoonspreidt (Galaten 5:16, 22-25). Zijn er specifieke dingen die jij en je gezin hebben gedaan om de nieuwe persoonlijkheid aan te doen? (Kolossenzen 3:9, 10) Sta je bijvoorbeeld bekend om je goede daden voor geloofsgenoten en anderen? (Galaten 6:10) Een geregelde studie van de Bijbel zal je helpen godvruchtige eigenschappen te ontwikkelen die je zullen voorbereiden op Jehovah’s dag.

14. Waarom moet iemand om heilige geest bidden als hij werkt aan zijn zelfbeheersing?

14 Stel nu dat je opvliegend bent en beseft dat je meer zelfbeheersing moet hebben. Die eigenschap maakt deel uit van de vrucht die Gods heilige geest in je teweeg kan brengen. Bid daarom om heilige geest, in overeenstemming met Jezus’ woorden: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en er zal u opengedaan worden. . . . Als gij dus, ofschoon gij slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!” — Lukas 11:9-13.

15. Wat moet er gebeuren als de relaties tussen jou en een geloofsgenoot gespannen zijn?

15 Veronderstel dat de relaties tussen jou en een bepaalde geloofsgenoot gespannen zijn. Doe in dat geval al het mogelijke om de breuk te herstellen en zo de vrede en eenheid in de gemeente te bevorderen (Psalm 133:1-3). Pas de raad van Jezus toe die in Mattheüs 5:23, 24 en Mattheüs 18:15-17 opgetekend staat. Heb je de zon laten ondergaan terwijl je nog in een geërgerde stemming verkeert, zet de zaak dan snel recht. Vaak is daarvoor alleen de bereidheid om te vergeven nodig. Paulus schreef: „Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder meedogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft.” — Efeziërs 4:25, 26, 32.

16. In welke opzichten vergt een huwelijk mededogen?

16 De huwelijksband vergt teder mededogen en, soms, vergevensgezindheid. Als je liefdevoller en meedogender tegenover je huwelijkspartner moet zijn, doe er dan met de hulp van God en zijn Woord moeite voor dat doel te bereiken. Is er van jouw kant iets nodig om te voldoen aan 1 Korinthiërs 7:1-5, zodat er minder spanningen zijn en ontrouw wordt vermeden? Dat is zeker een terrein van het leven waarop man en vrouw „teder meedogend” moeten zijn.

17. Welke stappen moeten er gedaan worden als iemand een ernstige zonde heeft begaan?

17 Als je een ernstige zonde hebt begaan, wat dan? Doe zo snel mogelijk stappen om de situatie recht te zetten. Roep vooral de hulp in van de ouderlingen. Hun gebeden en raad zullen je helpen geestelijk weer gezond te worden (Jakobus 5:13-16). Bid tot Jehovah met een berouwvolle instelling. Zou je dat niet doen, dan zou je je schuldig blijven voelen en een slecht geweten houden. Dat overkwam David, maar wat een opluchting was het toen hij zijn zonden aan Jehovah had beleden! David schreef: „Gelukkig is hij wiens opstandigheid wordt vergeven, wiens zonde wordt bedekt. Gelukkig is de mens wie Jehovah de dwaling niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is” (Psalm 32:1-5). Jehovah vergeeft degenen die zondigen maar oprecht berouw hebben. — Psalm 103:8-14; Spreuken 28:13.

Houd je afgescheiden van de wereld

18. Hoe moet je de wereld bezien?

18 Je ziet ongetwijfeld uit naar de schitterende nieuwe wereld die onze hemelse Vader heeft beloofd. Hoe bezie je dan de van God vervreemde wereld, de onrechtvaardige menselijke samenleving? Satan, „de heerser van de wereld”, had geen vat op Jezus Christus (Johannes 12:31; 14:30). Je wilt vast niet dat de Duivel en zijn wereld vat op jou hebben. Neem daarom de woorden van de apostel Johannes ter harte: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld.” Dat is verstandig, want „de wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid”. — 1 Johannes 2:15-17.

19. Wat voor doelen moeten christelijke jongeren zich stellen?

19 Help je je kinderen ’zich onbevlekt van de wereld te bewaren’? (Jakobus 1:27) Satan zou je kinderen graag binnenhalen zoals een man vissen binnenhaalt die hij aan de haak heeft geslagen. Allerlei clubs en andere organisaties zijn erop gericht jonge mensen zich thuis te laten voelen in Satans wereld. Maar aanbidders van Jehovah behoren al tot de enige organisatie die het einde van dit goddeloze samenstel van dingen zal overleven. Christelijke jongeren moeten daarom aangemoedigd worden „volop te doen [te hebben] in het werk van de Heer” (1 Korinthiërs 15:58). Godvrezende ouders moeten hun kinderen helpen zich doelen te stellen waardoor ze een gelukkig en zinvol leven hebben dat God tot eer strekt en hen helpt gereed te zijn voor Jehovah’s dag.

Kijk verder dan Jehovah’s grote dag

20. Waarom moeten we het oog gericht houden op het eeuwige leven?

20 Als je je oog gericht houdt op het eeuwige leven, zul je Jehovah’s dag met een kalm hart tegemoet kunnen zien (Judas 20, 21). Je ziet uit naar eeuwig leven in het Paradijs en hebt dus de hoop op hernieuwde jeugdige vitaliteit en onbeperkte tijd om heilzame doelen na te streven en meer over Jehovah te weten te komen. Je kunt in feite tot in alle eeuwigheid steeds meer over God leren omdat mensen nu slechts „de zomen van zijn wegen” kennen (Job 26:14). Wat een opwindende vooruitzichten!

21, 22. Wat voor gesprekken zouden er tussen jou en mensen die uit de opstanding zijn gekomen, kunnen plaatsvinden?

21 In het Paradijs zullen personen die uit de opstanding komen, de leemten in onze kennis van het verleden kunnen opvullen. Henoch zal kunnen uitleggen hoe hij aan de moed kwam om Jehovah’s boodschap aan goddeloze mensen bekend te maken (Judas 14, 15). Noach zal vast en zeker vertellen hoe het was om de ark te bouwen. Abraham en Sara zullen kunnen onthullen wat er in hen omging toen ze het comfort van Ur verlieten en in tenten gingen wonen. Esther kan tot in bijzonderheden vertellen hoe ze de belangen van haar volk verdedigde en Hamans samenzwering tegen hen verijdelde (Esther 7:1-6). Stel je voor dat je Jona hoort vertellen over zijn drie dagen in de buik van de grote vis, of dat je Johannes de Doper zijn gevoelens hoort beschrijven bij het dopen van Jezus (Lukas 3:21, 22; 7:28). Wat zullen we een interessante dingen horen!

22 Tijdens Christus’ duizendjarige regering zul je misschien het voorrecht genieten mensen die uit de opstanding zijn gekomen te helpen „de kennis van God” te verwerven (Spreuken 2:1-6). Het is nu al zo’n genoegen te zien dat mensen zich kennis van Jehovah God eigen maken en ernaar handelen! Maar denk eens aan je vreugde in de toekomst als Jehovah je inspanningen zegent om mensen uit lang vervlogen tijden te onderwijzen en ze er met een dankbaar hart op reageren!

23. Waartoe moeten we vastbesloten zijn?

23 In onze onvolmaaktheid kunnen we gewoon niet alle zegeningen opsommen of evalueren die we nu als Jehovah’s volk genieten (Psalm 40:5). We zijn God vooral dankbaar voor zijn geestelijke voorzieningen (Jesaja 48:17, 18). Laten we ongeacht onze omstandigheden, in afwachting van de grote dag van Jehovah, met heel ons hart heilige dienst verrichten!

Overzichtsvragen

• Wat is „de dag van Jehovah”?

• Hoe kun je je gereed tonen voor Jehovah’s dag?

• Welke veranderingen moeten we misschien aanbrengen nu Gods grote dag zo dichtbij is?

• Waar zie je naar uit als Jehovah’s dag voorbij is?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 12]

Jezus toonde zich gereed voor beproevingen

[Illustratie op blz. 15]

Wat een voorrecht zal het zijn om personen die uit de opstanding zijn gekomen te helpen kennis van Jehovah te verwerven!