Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Leer van de waakzaamheid van Jezus’ apostelen

Leer van de waakzaamheid van Jezus’ apostelen

„Waakt met mij.” — MATTHEÜS 26:38.

1-3. Welke fout maakten de apostelen op Jezus’ laatste avond op aarde? Waaruit blijkt dat ze geleerd hadden van hun fout?

PROBEER je eens voor te stellen wat er de laatste avond van Jezus’ leven op aarde gebeurde. Jezus is op een plek waar hij graag komt, in de hof van Gethsemané, ten oosten van Jeruzalem. Hij is hier met zijn trouwe apostelen gekomen. Omdat hij veel aan zijn hoofd heeft, zoekt hij een plaats waar hij alleen kan zijn om te bidden (Matth. 26:36; Joh. 18:1, 2).

2 Drie van zijn apostelen, Petrus, Jakobus en Johannes, lopen met Jezus verder de tuin in. „Blijft hier en waakt met mij”, zegt hij tegen hen. Dan loopt hij weg om te bidden. Als hij terugkomt, ziet hij dat zijn vrienden in slaap zijn gevallen. Opnieuw spoort hij hen aan: ’Waakt voortdurend.’ Toch vallen ze nog twee keer in slaap! Later diezelfde avond lukt het geen enkele apostel om geestelijk wakker te blijven. Ze laten Jezus zelfs in de steek en vluchten! — Matth. 26:38, 41, 56.

3 Maar de apostelen kregen al gauw spijt dat ze niet waakzaam waren gebleven. En deze getrouwe mannen leerden snel van hun fout. Het Bijbelboek Handelingen laat zien dat ze een uitstekend voorbeeld van waakzaamheid gaven. Hun trouwe voorbeeld zal hun medechristenen beslist hebben gemotiveerd hetzelfde te doen. Nu is het meer dan ooit de tijd om waakzaam te blijven (Matth. 24:42). Daarom gaan we drie lessen over waakzaamheid bespreken die we kunnen leren uit het boek Handelingen.

ALERT OP RICHTLIJNEN WAAR TE PREDIKEN

4, 5. Hoe ondervonden Paulus en zijn reisgenoten de leiding van de heilige geest?

4 Om te beginnen waren de apostelen alert op richtlijnen waar ze moesten prediken. In één verslag zien we hoe Jezus de heilige geest, die Jehovah hem ter beschikking stelde, gebruikte om Paulus en zijn reisgenoten te leiden tijdens een ongebruikelijke reis (Hand. 2:33). Laten we ze op de voet volgen. (Lees Handelingen 16:6-10.)

5 Paulus, Silas en Timotheüs waren vertrokken vanuit Lystra, een stad in het zuiden van Galatië. Een aantal dagen later bereikten ze een Romeinse hoofdweg die naar het westen leidde, naar de dichtstbevolkte regio van het district Asia. Ze wilden over die weg reizen om steden te bereiken waar duizenden mensen het nieuws over Christus moesten horen. Maar ze werden tegengehouden. In vers 6 staat: „Zij trokken ook door Frygië en het land van Galatië, omdat het hun door de heilige geest was verboden het woord in het district Asia te spreken.” Op een manier die niet nader wordt omschreven, weerhield de heilige geest de reizigers ervan in de provincie Asia te prediken. Blijkbaar wilde Jezus Paulus en zijn reisgenoten door middel van Gods geest in een andere richting leiden.

6, 7. (a) Wat gebeurde er toen Paulus en de andere reizigers in de buurt van Bithynië kwamen? (b) Welke beslissing namen de discipelen, en met welk resultaat?

6 Waar gingen de ijverige reizigers heen? Vers 7 legt uit: „Toen zij voorts tot aan Mysië waren gekomen, deden zij pogingen naar Bithynië te gaan, maar de geest van Jezus stond hun dit niet toe.” Omdat Paulus en zijn reisgenoten niet in Asia mochten prediken, gingen ze naar het noorden om in de steden van Bithynië te prediken. Maar toen ze in de buurt van Bithynië kwamen, hield Jezus hen opnieuw door middel van de heilige geest tegen. Ze zullen zich afgevraagd hebben wat ze nu moesten doen. Ze wisten wat en hoe ze moesten prediken, maar niet waar. Je zou kunnen zeggen dat ze geklopt hadden op de deur die naar Asia leidde, maar die ging niet open. Ze hadden geklopt op de deur die naar Bithynië leidde, maar opnieuw tevergeefs. Gaven ze het op? Nee, deze ijverige predikers gingen door!

7 Toen namen de mannen een beslissing die misschien wat vreemd leek. Vers 8 vertelt: „Daarom gingen zij Mysië voorbij en zakten af naar Troas.” De mannen gingen naar het westen en liepen zo’n 550 kilometer, waarbij ze de ene stad na de andere passeerden, totdat ze in de haven van Troas aankwamen, een vertrekplaats van schepen naar Macedonië. Daar klopten Paulus en zijn reisgenoten op een derde deur, en deze keer ging die wijd open! Vers 9 zegt wat er verder gebeurde: „Gedurende de nacht kreeg Paulus een visioen: er stond een zekere man, een Macedoniër, die hem een dringend verzoek deed en zei: ’Kom over naar Macedonië en help ons.’” Paulus wist eindelijk waar ze moesten prediken. De mannen namen direct een boot naar Macedonië.

8, 9. Wat kunnen we leren van het verslag van Paulus’ reis?

8 Wat kunnen we van dit verslag leren? Let op het volgende: pas nadat Paulus richting Asia was gegaan greep Gods geest in. Pas nadat Paulus richting Bithynië was gereisd kwam Jezus tussenbeide. En pas nadat Paulus in Troas was aangekomen droeg Jezus hem op naar Macedonië te gaan. Jezus zou als Hoofd van de gemeente op een vergelijkbare manier richtlijnen kunnen geven aan ons (Kol. 1:18). Misschien denk je er al een tijdje over om te gaan pionieren of om te verhuizen naar een gebied waar de behoefte groter is. Maar het kan heel goed zijn dat Jezus je pas via Gods geest zal leiden nadat je stappen hebt gezet om dat doel te bereiken. Ter illustratie: een chauffeur kan zijn auto naar links of rechts sturen, maar dat heeft alleen effect als de auto in beweging is. Zo kan Jezus ons leiden bij het uitbreiden van onze bediening, maar alleen als we in beweging zijn, als we ons inzetten om ons doel te bereiken.

9 Stel dat je inspanningen niet meteen resultaat hebben. Moet je het dan maar opgeven en denken dat je niet door Gods geest geleid wordt? Bedenk dat ook Paulus met tegenslagen te maken kreeg. Toch bleef hij zoeken totdat hij een deur vond die openging. Als je volhardt in het zoeken naar „een grote deur die tot activiteit leidt”, word ook jij misschien beloond (1 Kor. 16:9).

WAAKZAAM MET HET OOG OP GEBEDEN

10. Hoe weten we dat aanhouden in gebed belangrijk is om waakzaam te blijven?

10 Sta nu eens stil bij een tweede les over waakzaamheid die we van onze eerste-eeuwse broeders kunnen leren: ze waren waakzaam met het oog op gebeden (1 Petr. 4:7). Aanhouden in gebed is van groot belang om waakzaam te blijven. In de hof van Gethsemané zei Jezus kort voor zijn arrestatie tegen drie van zijn apostelen: „Waakt en bidt voortdurend” (Matth. 26:41).

11, 12. Hoe behandelde Herodes de christenen, onder wie Petrus, en waarom?

11 Petrus, die bij die gelegenheid aanwezig was, zou later persoonlijk ondervinden hoeveel kracht vurige gebeden kunnen hebben. (Lees Handelingen 12:1-6.) Aan het begin van dit verslag zien we dat Herodes de christenen slecht behandelde om in de gunst te komen bij de Joden. Hij had waarschijnlijk gehoord dat Jakobus een apostel was die heel goed bevriend was met Jezus. Daarom liet Herodes Jakobus „door het zwaard” om het leven brengen (vers 2). De gemeente raakte daarmee een geliefde apostel kwijt. Wat een beproeving voor de broeders!

12 Wat deed Herodes nu? In vers 3 staat: „Toen hij zag dat dit de joden aangenaam was, nam hij vervolgens ook Petrus gevangen.” Maar de apostelen, onder wie Petrus, waren al eens door een wonder uit de gevangenis bevrijd (Hand. 5:17-20). Waarschijnlijk wist Herodes dat. Deze sluwe politicus nam geen enkel risico. Hij gaf Petrus „ter bewaking over aan vier ploegen soldaten, elk van vier man, daar hij van plan was hem na het Pascha voor het volk te doen verschijnen” (vers 4). Stel je voor! Er waren zestien soldaten die in ploegen van vier dag en nacht de wacht hielden, terwijl Petrus steeds tussen twee van hen geketend was om er zeker van te zijn dat hij niet zou ontsnappen. Herodes wilde Petrus na het Pascha voor het volk laten verschijnen, en zijn doodvonnis was bedoeld om de menigte een plezier te doen. Wat konden Petrus’ medechristenen onder die droevige omstandigheden doen?

13, 14. (a) Hoe reageerde de gemeente toen Petrus gevangen was gezet? (b) Wat kunnen we van Petrus’ medechristenen leren over het gebed?

13 De gemeenteleden wisten heel goed wat ze moesten doen. In vers 5 staat: „Dientengevolge werd Petrus in de gevangenis gehouden, maar door de gemeente werd vurig voor hem tot God gebeden.” Hun gebeden voor hun geliefde broeder waren intense smekingen vanuit het hart. Ze hadden niet alle hoop verloren nadat Jakobus was gestorven en ook waren ze het gebed niet als iets waardeloos gaan zien. Ze beseften heel goed dat de gebeden van getrouwe aanbidders veel voor Jehovah betekenen. Als zulke gebeden in overeenstemming zijn met zijn wil, zal hij ze verhoren (Hebr. 13:18, 19; Jak. 5:16).

14 Wat kunnen we leren van de reactie van Petrus’ medechristenen? Bij waakzaamheid is niet alleen bidden voor onszelf betrokken maar ook voor onze broeders en zusters (Ef. 6:18). Ken je geloofsgenoten die zware beproevingen ondergaan? Sommige hebben te maken met vervolging, verbodsbepalingen of natuurrampen. Waarom zou je hen niet in je gebeden gedenken? Misschien ken je ook personen die minder opvallende moeilijkheden hebben, zoals gezinsproblemen, ontmoediging of een slechte gezondheid. Waarom zou je er niet over nadenken welke personen je bij name kunt noemen als je praat met Jehovah, de „Hoorder van het gebed”? — Ps. 65:2.

15, 16. (a) Beschrijf hoe Jehovah’s engel Petrus bevrijdde uit de gevangenis. (Zie het plaatje hieronder.) (b) Waarom is het geloofversterkend na te denken over de manier waarop Jehovah Petrus bevrijdde?

15 Maar hoe liep het af met Petrus? De laatste nacht die Petrus in de gevangenis doorbracht, lag hij te slapen tussen zijn twee bewakers. Toen maakte hij een aantal verbijsterende dingen mee. (Lees Handelingen 12:7-11.) Stel je voor wat er gebeurde: Plotseling werd zijn cel met een stralend licht gevuld. Er stond een engel, die blijkbaar niet door de bewakers werd gezien, en hij stootte Petrus wakker. De ketens waarmee zijn handen gebonden waren vielen gewoon van hem af! De engel nam Petrus mee uit de cel, vlak langs de schildwachten die buiten geposteerd waren en door de grote ijzeren poort, die „vanzelf” openging. Toen ze eenmaal buiten de gevangenis stonden, verdween de engel. Petrus was vrij!

16 Is het niet geloofversterkend om stil te staan bij Jehovah’s grenzeloze vermogen om zijn aanbidders te redden? We verwachten in deze tijd natuurlijk niet dat Jehovah ons door een wonder bevrijdt. Maar we hebben het volste vertrouwen dat hij zijn macht gebruikt ten behoeve van zijn volk (2 Kron. 16:9). Door middel van zijn sterke heilige geest kan hij ons de kracht geven om elke beproeving te doorstaan (2 Kor. 4:7; 2 Petr. 2:9). En Jehovah zal binnenkort zijn Zoon gebruiken om miljoenen mensen te bevrijden uit de meest onverbiddelijke gevangenis die er is, de dood (Joh. 5:28, 29). Ons geloof in Jehovah’s beloften kan ons enorme moed geven wanneer we voor beproevingen komen te staan.

GRONDIG GETUIGENIS AFLEGGEN ONDANKS BELEMMERINGEN

17. Waarom was Paulus een goed voorbeeld in prediken met ijver en dringendheid?

17 Nu volgt een derde les over waakzaamheid die we van de apostelen kunnen leren: ze bleven grondig getuigenis afleggen ondanks belemmeringen. Met ijver en dringendheid prediken is essentieel om waakzaam te blijven. Paulus was hierin een heel goed voorbeeld. Hij spande zich ijverig in, reisde heel wat af en richtte veel gemeenten op. Hij heeft allerlei beproevingen doorstaan, maar hij is nooit zijn ijver of zijn gevoel van dringendheid kwijtgeraakt (2 Kor. 11:23-29).

18. Hoe bleef Paulus getuigenis geven toen hij in Rome gevangenzat?

18 De laatste keer dat we in het boek Handelingen over Paulus lezen, is in hoofdstuk 28. Paulus was in Rome aangekomen, waar hij voor Nero moest verschijnen. Hij zat gevangen en misschien was hij vastgeketend aan zijn bewaker. Maar de ijverige apostel liet zich niet door een keten het stilzwijgen opleggen! Paulus bleef naar manieren zoeken om getuigenis te geven. (Lees Handelingen 28:17, 23, 24.) Na drie dagen riep hij de „voornaamste mannen der joden” bijeen om hun getuigenis te geven. Op een afgesproken dag gaf hij vervolgens een nog groter getuigenis. In vers 23 staat: „Zij [de plaatselijke Joden] spraken nu een dag met hem af en kwamen toen in grotere aantallen naar hem toe in zijn verblijfplaats. En hij zette de zaak aan hen uiteen door grondig getuigenis af te leggen betreffende het koninkrijk Gods en door van de morgen tot de avond aan de hand van zowel de wet van Mozes als de Profeten met overredingskracht tot hen over Jezus te spreken.”

19, 20. (a) Waarom was Paulus’ getuigenis zo doeltreffend? (b) Hoe reageerde Paulus toen niet iedereen het goede nieuws aanvaardde?

19 Waarom was Paulus’ getuigenis zo doeltreffend? In vers 23 worden daar meerdere redenen voor gegeven. (1) Hij vestigde de aandacht op Gods koninkrijk en op Jezus Christus. (2) Hij probeerde het hart te bereiken door „overredingskracht” te gebruiken. (3) Hij redeneerde aan de hand van de Schriften. (4) Hij had een zelfopofferende instelling, want hij gaf „van de morgen tot de avond” getuigenis. Paulus gaf een krachtig getuigenis, maar niet iedereen reageerde daar positief op. In vers 24 staat: „Sommigen geloofden toen wat er werd gezegd; anderen geloofden niet.” Er ontstond onenigheid en de mensen vertrokken.

20 Was Paulus ontmoedigd omdat niet iedereen het goede nieuws aanvaardde? Zeker niet! In Handelingen 28:30, 31 lezen we: „Zo bleef hij dan twee volle jaren in zijn eigen gehuurde huis en ontving vriendelijk allen die bij hem kwamen, en met de grootste vrijmoedigheid van spreken, zonder belemmering, predikte hij het koninkrijk Gods tot hen en gaf hij onderwijs in de dingen die met de Heer Jezus Christus verband hielden.” Met die bemoedigende woorden besluit het geïnspireerde boek Handelingen.

21. Wat kunnen we leren van Paulus’ voorbeeld toen hij onder huisarrest stond?

21 Wat kunnen we van Paulus’ voorbeeld leren? Toen hij onder huisarrest stond, kon hij niet van huis tot huis prediken. Toch bleef hij positief en gaf hij getuigenis aan iedereen die bij hem kwam. Zo hebben ook veel aanbidders van God in deze tijd die ten onrechte gevangenzaten vanwege hun geloof, hun vreugde behouden en zijn doorgegaan met prediken. Sommige geliefde broeders en zusters van ons zijn aan huis gebonden of zitten misschien zelfs in een verzorgingstehuis vanwege een hoge leeftijd of ziekte. Voor zover ze daartoe in staat zijn, prediken ze tot artsen, verplegend personeel, bezoekers en anderen die bij hen komen. Ze willen heel graag een grondig getuigenis van Gods koninkrijk afleggen. We hebben veel waardering voor hun goede voorbeeld!

22. (a) Welke voorziening helpt ons om voordeel te trekken van het Bijbelboek Handelingen? (Zie het bovenstaande kader.) (b) Waartoe ben je vastbesloten terwijl je wacht op het einde van dit oude samenstel?

22 Het is duidelijk dat we veel over waakzaamheid kunnen leren van de apostelen en de andere eerste-eeuwse christenen die in het boek Handelingen genoemd worden. Laten we, in afwachting van het einde van dit oude samenstel, vastbesloten zijn om die christenen na te volgen door moedig en ijverig getuigenis te geven. Er is nu geen groter voorrecht dan „grondig getuigenis af te leggen” van Gods koninkrijk! — Hand. 28:23.

[Studievragen]

[Kader op blz. 13]

„HET BOEK HANDELINGEN ZAL NOOIT MEER HETZELFDE VOOR ME ZIJN”

Een reizend opziener vertelt na het lezen van het boek ’Grondig getuigenis afleggen’ van Gods koninkrijk wat hij ervan vond: „Het boek Handelingen zal nooit meer hetzelfde voor me zijn. Ik heb al heel vaak door het verslag van Handelingen ’gewandeld’, maar als het ware met een kaars in mijn hand en een vieze bril op. Maar nu heb ik het idee dat ik het voorrecht heb de pracht ervan in het heldere zonlicht te zien.”

[Illustratie op blz. 12]

Een engel leidde Petrus door de grote ijzeren poort