1-2. Waarom moet de hemelse hoop alle christenen interesseren?

DE MEESTE mensen die Jehovah nu dienen hopen dat ze voor eeuwig op aarde zullen leven. Maar een overblijfsel van met de geest gezalfde christenen heeft de hoop tot leven in de hemel te worden gewekt. De gezalfden zijn heel nieuwsgierig naar het leven in de hemel. Maar waarom moet dat ook personen met een aardse hoop interesseren? Zoals we zullen zien, zal de hemelse opstanding ook voor hen tot zegeningen leiden. Dus de hemelse opstanding is hoe dan ook interessant voor je, of je nu een hemelse of een aardse hoop hebt.

² In de eerste eeuw inspireerde God een aantal discipelen van Jezus ertoe over de hemelse hoop te schrijven. Johannes legde uit: ‘We zijn nu kinderen van God, maar wat we zullen zijn, is nog niet geopenbaard. Wel weten we dat wanneer hij geopenbaard wordt, wij als hij zullen zijn’ (1 Joh. 3:2). Gezalfde christenen weten dus niet hoe het zal zijn als ze met een geestelijk lichaam tot leven in de hemel worden gewekt. Maar ze zullen in letterlijke zin Jehovah zien als ze hun beloning krijgen. Niet elk detail over de hemelse opstanding wordt in de Bijbel onthuld, maar Paulus gaf ons wel wat informatie. De gezalfden zullen bij Christus zijn als hij ‘alle regeringsautoriteit en alle gezag en kracht uitschakelt’ en ook ‘de laatste vijand’, ‘de dood’. Als uiteindelijk alles aan Jezus onderworpen is, zullen hij en zijn mederegeerders zich aan Jehovah  onderwerpen (1 Kor. 15:24-28). Wat een climax zal dat zijn! *

3. Wat kon Paulus dankzij zijn geloof in de opstanding, zoals blijkt uit 1 Korinthiërs 15:30-32?

³ Paulus kon dankzij zijn geloof in de opstanding verschillende beproevingen verduren. (Lees 1 Korinthiërs 15:30-32.) Hij zei tegen de Korinthiërs: ‘Dagelijks sta ik oog in oog met de dood.’ En hij schreef dat hij ‘in Efeze met wilde dieren had gevochten’. Misschien zinspeelde hij op gevechten met echte dieren in een arena in Efeze (2 Kor. 1:8; 4:10; 11:23). Het kan ook zijn dat hij doelde op tegenstand van Joden en anderen die als wilde dieren waren (Hand. 19:26-34; 1 Kor. 16:9). In elk geval kreeg hij met grote gevaren te maken. Toch bleef hij positief over de toekomst (2 Kor. 4:16-18).

4. Waar hebben christenen in deze tijd dankzij de opstandingshoop de kracht voor? (Zie cover.)

⁴ Het zijn gevaarlijke tijden. Heel wat broeders en zusters zijn het slachtoffer van criminaliteit. Andere leven in oorlogsgebieden waar ze totaal niet veilig zijn. Weer andere dienen Jehovah in landen waar de prediking verboden of aan beperkingen onderworpen is en riskeren hun leven en hun vrijheid. Toch gaan ze er allemaal trouw mee door Jehovah te aanbidden, waarmee ze voor ons een geweldig voorbeeld zijn. Ze zijn niet bang omdat ze weten dat zelfs als ze hun leven verliezen, Jehovah iets veel beters voor ze heeft weggelegd in de toekomst.

5. Welke gevaarlijke houding kan ons geloof in de opstanding verzwakken?

⁵ Paulus waarschuwde zijn broeders en zusters voor een gevaarlijke houding die sommigen hadden: ‘Als de doden niet worden opgewekt, “laten we dan eten en drinken, want morgen sterven we”.’ Die houding bestond eigenlijk al voor Paulus’ tijd. Mogelijk citeerde hij Jesaja 22:13, waar over de houding van de Israëlieten wordt gesproken. Zij waren totaal niet bezig met hun band met God maar leefden voor pleziertjes. De houding van die Israëlieten lijkt op hoe velen tegenwoordig ook denken: geniet maar van het leven, want het is zo voorbij. Maar we weten hoe het met Israël is afgelopen (2 Kron. 36:15-20).

6. Welke invloed moet de opstandingshoop hebben op je keuze van vrienden?

⁶ Het besef dat Jehovah de doden gaat opwekken moet van invloed zijn op je keuze van vrienden. De broeders en zusters in Korinthe moesten voorkomen dat ze omgingen met mensen die de opstanding ontkenden. Voor ons geldt hetzelfde: steeds maar omgaan met mensen die alleen voor het nu leven, kan nooit goed aflopen. Als een ware christen dat doet, kan het zijn houding en gewoonten aantasten. Het kan zelfs leiden tot een leefstijl waarin hij doet wat God haat: zonde. Vandaar dat Paulus de dringende raad gaf: ‘Kom tot bezinning en doe wat rechtvaardig is. Beoefen geen zonde’ (1 Kor. 15:33, 34).

7. Wat vroegen sommigen zich af over de opstanding, zoals blijkt uit 1 Korinthiërs 15:35-38?

⁷ Lees 1 Korinthiërs 15:35-38. Als iemand twijfel wilde zaaien over de opstanding, kon hij vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt?’ Het is goed  om stil te staan bij Paulus’ antwoord, want veel mensen in deze tijd hebben hun eigen ideeën over het leven na de dood. Maar wat leert de Bijbel?

8. Welke vergelijking kan ons helpen de opstanding tot hemels leven te begrijpen?

⁸ Als iemand sterft, vergaat zijn lichaam. Maar degene die uit het niets het universum schiep, kan die persoon opwekken en een geschikt lichaam geven (Gen. 1:1; 2:7). Paulus wilde met een vergelijking duidelijk maken dat God niet hetzelfde lichaam hoeft te gebruiken. Hij had het over ‘een korrel’, een zaadje. Een graankorrel die je in de grond stopt, ontkiemt en wordt een nieuwe plant. Die nieuwe plant ziet er heel anders uit dan het kleine zaadje. Paulus gebruikte die vergelijking om te laten zien dat onze Schepper voor ‘een lichaam’ kan zorgen, precies ‘zoals hij het heeft gewild’.

9. Wat wordt in 1 Korinthiërs 15:39-41 gezegd over verschillende lichamen?

⁹ Lees 1 Korinthiërs 15:39-41. Volgens Paulus is er veel variatie in de schepping. Je hebt bijvoorbeeld vee, vogels en vissen, die er allemaal anders uitzien. Hij zei dat er verschil zit tussen de zon en de maan. En hij merkte op: ‘De ene ster verschilt zelfs in pracht van de andere.’ Ook al zie je het misschien niet met het blote oog, volgens wetenschappers zijn er rode reuzen, witte dwergen en gele sterren zoals onze zon. Bovendien zei Paulus dat ‘er hemelse lichamen en aardse lichamen zijn’. Wat bedoelde hij? Op aarde heb je lichamen van vlees maar in de hemel zijn geestelijke lichamen, zoals die van engelen.

10. Wat voor lichaam krijgen degenen die tot leven in de hemel worden gewekt?

¹⁰ Merk op wat Paulus daarna zei: ‘Zo is het ook met de opstanding van de doden.  Het lichaam wordt gezaaid in vergankelijkheid, het wordt opgewekt in onvergankelijkheid.’ Als een mens sterft, vergaat zijn lichaam en keert het tot stof terug (Gen. 3:19). Maar hoe kan een lichaam dan worden ‘opgewekt in onvergankelijkheid’? Paulus had het niet over een mens die tot leven op aarde wordt gewekt, zoals de mensen die waren opgewekt door Elia, Elisa en Jezus. Hij had het over iemand die wordt opgewekt met een hemels lichaam, ‘een geestelijk lichaam’ (1 Kor. 15:42-44).

11-12. Welke verandering onderging Jezus toen hij werd opgewekt, en welke verandering ondergaan de gezalfden?

¹¹ Toen Jezus op aarde was, had hij een vleselijk lichaam. Maar toen hij werd opgewekt, werd hij ‘een levengevende geest’ en ging hij terug naar de hemel. Ook gezalfde christenen zouden worden opgewekt met een lichaam voor in de hemel. Paulus legde uit: ‘Zoals wij het beeld zijn van degene die van stof is gemaakt, zo zullen wij ook het beeld zijn van degene die uit de hemel is’ (1 Kor. 15:45-49).

¹² Het is belangrijk in gedachte te houden dat Jezus niet werd opgewekt met een menselijk lichaam. Aan het eind van zijn bespreking legde Paulus uit waarom niet: ‘Vlees en bloed kunnen Gods Koninkrijk [in de hemel] niet erven’ (1 Kor. 15:50). De apostelen en andere gezalfden zouden niet tot leven in de hemel worden gewekt met een vergankelijk lichaam van vlees en bloed. Wanneer zouden ze worden opgewekt? Paulus zei dat deze opstanding nog in de toekomst lag en niet meteen na hun dood zou plaatsvinden. Toen hij 1 Korinthiërs schreef, waren sommige discipelen al gestorven, zoals Jakobus (Hand. 12:1, 2). Andere apostelen en gezalfden zouden later sterven (1 Kor. 15:6).

13. Waardoor zou Jezus’ aanwezigheid worden gekenmerkt?

¹³ Zowel Jezus als Paulus profeteerde over een speciale tijd: Christus’ aanwezigheid. Die aanwezigheid zou gekenmerkt worden door oorlogen, aardbevingen, epidemieën en andere ontwikkelingen in de wereld. We zien dat die Bijbelse profetie sinds 1914 in vervulling gaat. En er is nog een opvallend onderdeel van dat teken. Jezus zei dat het goede nieuws van Gods opgerichte Koninkrijk ‘op de hele bewoonde aarde [zou] worden gepredikt als een getuigenis voor alle volken’ en dat ‘dan het einde [zou] komen’ (Matth. 24:3, 7-14). Paulus zei dat ‘de aanwezigheid van de Heer’ ook een periode zou zijn waarin gezalfde christenen ‘die slapen in de dood’ worden opgewekt (1 Thess. 4:14-16; 1 Kor. 15:23).

14. Wat ervaren gezalfden die tijdens Christus’ aanwezigheid sterven?

¹⁴ Gezalfden die in deze tijd sterven worden meteen tot leven in de hemel gewekt. Dat wordt bevestigd door Paulus’ woorden in 1 Korinthiërs 15:51, 52: ‘We zullen niet allemaal gaan slapen in de dood, maar we zullen allemaal veranderd worden, in een ogenblik, in een oogwenk, tijdens de laatste trompet.’ Die woorden van Paulus gaan nu in vervulling! Na hun opstanding zullen die broeders van Christus grote vreugde ervaren. Ze zullen ‘altijd bij de Heer zijn’ (1 Thess. 4:17).

15. Welk werk zullen degenen die ‘in een oogwenk’ worden veranderd doen?

¹⁵ De Bijbel laat zien welk werk degenen  die ‘in een oogwenk’ worden veranderd zullen doen. Jezus zegt tegen ze: ‘Aan wie overwint en mijn daden tot het einde toe navolgt, zal ik autoriteit over de volken geven — hij zal de mensen hoeden met een ijzeren staf en ze zullen als aardewerken kruiken in stukken worden gebroken — zoals ook ik autoriteit van mijn Vader heb gekregen’ (Openb. 2:26, 27). Ze zullen hun Aanvoerder volgen bij de taak die moet gebeuren: de volken hoeden met een ijzeren staf (Openb. 19:11-15).

16. Hoe zullen velen de dood overwinnen?

¹⁶ De gezalfden zullen dus de dood overwinnen (1 Kor. 15:54-57). Door hun opstanding kunnen ze in de komende oorlog van Armageddon een aandeel hebben aan de overwinning op alle slechtheid op aarde. Miljoenen andere christenen zullen ‘uit de grote verdrukking komen’ en levend de nieuwe wereld binnengaan (Openb. 7:14). Die overlevenden op aarde zullen ooggetuige zijn van nog een overwinning op de dood: de opstanding van miljarden mensen die in het verleden zijn gestorven. Stel je eens voor hoe geweldig dat zal zijn! (Hand. 24:15) En iedereen die bewijst dat hij volkomen loyaal is aan Jehovah zal ook de overwinning behalen op de overgeërfde dood. Ze zullen eeuwig kunnen leven.

17. Wat moeten we, met 1 Korinthiërs 15:58 in gedachten, nu doen?

¹⁷ Elke christen die nu leeft moet dankbaar zijn voor de hoopgevende woorden over de opstanding die Paulus schreef aan de Korinthiërs. We hebben alle reden om te leven naar Paulus’ advies om te doen wat we kunnen ‘in het werk van de Heer’. (Lees 1 Korinthiërs 15:58.) Als je altijd je best doet in dat werk, kun je uitkijken naar een gelukkig leven in de toekomst. Die toekomst zal veel mooier zijn dan we ons kunnen voorstellen. Dan zal inderdaad bevestigd worden dat ons werk voor de Heer niet tevergeefs is geweest.