1. Welke mooie instelling hebben aanbidders van Jehovah door de geschiedenis heen gehad?

 IS JE band met Jehovah je dierbaar? Ongetwijfeld houd je veel van hem. En dan ben je niet de enige. Sinds de oudheid hebben talloze mensen die liefde gevoeld (Ps. 104:33, 34). Velen hebben van alles opgeofferd om Jehovah te aanbidden. Dat was bijvoorbeeld het geval met de nazireeërs in Israël. Wie waren dat en wat kunnen we van hun voorbeeld leren?

2. (a) Wie waren de nazireeërs? (Numeri 6:1, 2) (b) Waarom kozen sommige Israëlieten ervoor de nazireeërgelofte af te leggen?

² Het woord nazireeër komt van de Hebreeuwse term voor ‘afgezonderde’, ‘afgescheidene’ of ‘opgedragene’. De nazireeërs waren ijverige Israëlieten die bepaalde persoonlijke offers brachten om Jehovah op een speciale manier te dienen. Onder de wet van Mozes kon een man of vrouw een speciale gelofte aan Jehovah doen om voor een bepaalde tijd als nazireeër te leven. a (Lees Numeri 6:1, 2.) Als iemand die plechtige belofte deed, moest hij richtlijnen opvolgen die niet voor de rest van de Israëlieten golden. Waarom zou een Israëliet ervoor kiezen de nazireeërgelofte af te leggen? Waarschijnlijk uit diepe liefde voor Jehovah en oprechte dankbaarheid voor zijn rijke zegen (Deut. 6:5; 16:17).

3. Wat is de overeenkomst tussen Gods aanbidders in deze tijd en de nazireeërs?

³ Er kwam een eind aan de regeling van het nazireeërschap  toen de wet van Mozes werd vervangen door ‘de wet van de Christus’ (Gal. 6:2; Rom. 10:4). Maar net als de nazireeërs willen Jehovah’s aanbidders in deze tijd hem graag met hun hele hart, ziel, verstand en kracht dienen (Mark. 12:30). Je opdracht aan Jehovah is in feite een vrijwillige gelofte om dat te doen. Om die gelofte na te komen, moet je Jehovah’s wil doen en bepaalde offers brengen. Laten we eens onderzoeken hoe de nazireeërs hun gelofte naleefden. Let erop wat je van ze kunt leren over het nakomen van je eigen gelofte (Matth. 16:24). b

ZELFOPOFFERING

4. Welk offer brachten de nazireeërs volgens Numeri 6:3, 4?

⁴ Lees Numeri 6:3, 4. Nazireeërs mochten geen alcohol drinken en geen vruchten van de wijnstok eten, zoals druiven en rozijnen. De mensen om hen heen zullen regelmatig van zulke voedingsmiddelen hebben genoten en terecht, want daar was niets mis mee. Volgens de Bijbel is ‘wijn die het hart van de mens verheugt’ een geschenk van God (Ps. 104:14, 15). Maar de nazireeërs offerden bereidwillig hun recht om van zulke dingen te genieten op. c

5. Wat hebben Madián en Marcela opgeofferd, en waarom?

⁵ Net als de nazireeërs brengen ook wij offers om meer voor Jehovah te doen. Neem Madián en Marcela, die een goed leven hadden. d Madián verdiende goed, waardoor ze in een mooi appartement konden wonen. Maar ze wilden meer doen in hun dienst voor Jehovah. Om dat doel te bereiken, besloten ze een paar dingen te veranderen. ‘We begonnen minder uit te geven’, vertellen ze. ‘We verhuisden naar een kleinere flat en verkochten onze auto.’ Dat waren offers die Madián en Marcela niet hoefden te brengen. Maar ze kozen ervoor het toch te doen omdat ze zo hun dienst konden uitbreiden. Ze zijn tevreden en blij met hun beslissingen.

6. Waarom brengen broeders en zusters offers? (Zie ook de afbeelding.)

 ⁶ Veel broeders en zusters brengen graag offers om meer tijd te kunnen besteden aan theocratische activiteiten (1 Kor. 9:3-6). Jehovah eist niet van ons dat we zulke offers brengen. En de dingen die we opgeven zijn op zich niet verkeerd. Sommigen zien bijvoorbeeld af van een baan die ze leuk vinden, een eigen huis of een huisdier. Velen besluiten voorlopig niet te trouwen of geen gezin te stichten. Anderen kiezen ervoor te dienen waar de behoefte groter is, soms ver bij familie en vrienden vandaan. Velen van ons brengen bereidwillig zulke offers omdat ze Jehovah het beste willen geven. Wees ervan verzekerd dat Jehovah veel waardering heeft voor elk offer, groot of klein, dat je brengt om hem te dienen (Hebr. 6:10).

WEES BEREID ANDERS TE ZIJN

7. Wat kan het voor een nazireeër moeilijk hebben gemaakt zijn gelofte na te komen? (Numeri 6:5) (Zie ook de afbeelding.)

⁷ Lees Numeri 6:5. Nazireeërs beloofden hun haar niet te knippen. Dat was een manier om te laten zien dat ze volledig aan Jehovah onderworpen waren. Als een Israëliet lange tijd nazireeër was, zou zijn haar zo lang worden dat het anderen ging opvallen. Dat was geen probleem als de mensen om hem heen hem steunden in zijn nazireeërgelofte. Maar helaas zijn er in de geschiedenis van Israël tijden geweest dat nazireeërs niet werden gewaardeerd of gesteund. In de tijd van de profeet Amos gaven afvallige Israëlieten ‘de nazireeërs wijn te drinken’, waarschijnlijk om ze hun gelofte te laten breken (Amos 2:12). Soms moet het van een nazireeër echt moed hebben gevraagd zijn gelofte na te leven en anders te zijn.

8. Wat vind je mooi aan de ervaring van de jonge Benjamin?

⁸ Ook jij kunt met Jehovah’s hulp de moed vinden om op te vallen als anders, zelfs als je van nature verlegen bent. Neem Benjamin, een Getuige van tien jaar in Noorwegen. Op zijn school werd een evenement georganiseerd ter ondersteuning van het door oorlog verscheurde Oekraïne. De kinderen moesten een lied zingen terwijl ze gekleed waren in de nationale kleuren van Oekraïne. Om niet aan het nationalistische evenement mee te doen bleef Benjamin  van een afstand toekijken. Maar een leraar zag hem en riep: ‘Kom eens hier! We staan allemaal op je te wachten.’ Benjamin stapte moedig op de leraar af en zei: ‘Ik ben neutraal en doe niet mee aan politieke dingen. Veel Getuigen zitten zelfs in de gevangenis omdat ze niet aan oorlogen meedoen.’ De leraar had begrip voor zijn uitleg en zei dat hij niet mee hoefde te doen. Maar toen begonnen zijn klasgenoten te vragen waarom hij niet meedeed. Benjamin was zo nerveus dat hij bijna begon te huilen. Toch vertelde hij dapper voor de hele klas wat hij tegen de leraar had gezegd. Later vertelde Benjamin zijn ouders dat hij had gevoeld dat Jehovah hem hielp voor zijn geloof op te komen.

9. Hoe kun je Jehovah’s hart verheugen?

⁹ Omdat we ervoor kiezen Jehovah te gehoorzamen, zijn we anders dan de mensen om ons heen. Het vereist moed om op je werk of op school te zeggen dat je een Getuige bent. En naarmate de houding en het gedrag van mensen in de wereld van kwaad tot erger vervallen, wordt het voor ons waarschijnlijk moeilijker om naar Bijbelse principes te leven en het goede nieuws met anderen te delen (2 Tim. 1:8; 3:13). Maar vergeet nooit dat je Jehovah’s hart verheugt als je de moed hebt anders te zijn dan de mensen die hem niet dienen (Spr. 27:11; Mal. 3:18).

HOUD JEHOVAH OP DE EERSTE PLAATS IN JE LEVEN

10. Wanneer kon het vereiste in Numeri 6:6, 7 voor de nazireeërs een uitdaging zijn?

¹⁰ Lees Numeri 6:6, 7. Nazireeërs mochten niet in de buurt van een dode komen. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien geen groot offer. Maar in Bijbelse tijden zou dat vereiste voor een nazireeër echt een uitdaging zijn geweest als een naast familielid stierf. Door de begrafenisgebruiken in die tijd moest men vaak wel in de buurt van het lichaam komen (Joh. 19:39, 40; Hand. 9:36-40). Maar voor een nazireeër was dat juist niet mogelijk. Nazireeërs toonden een sterk geloof door zich zelfs aan hun gelofte te houden als ze door familieomstandigheden groot verdriet hadden. Jehovah heeft die toegewijde  aanbidders zeker de kracht gegeven om zulke moeilijke situaties aan te kunnen.

11. Waartoe moet je vastbesloten zijn als het gaat om familie? (Zie ook de afbeelding.)

¹¹ We nemen onze opdrachtsgelofte aan Jehovah serieus. Dat heeft invloed op wat je besluit en doet bij familieaangelegenheden. Natuurlijk doe je je best om je Bijbelse gezinsverantwoordelijkheden na te komen. Maar laat de wensen van familieleden nooit belangrijker worden dan wat Jehovah van je verlangt (Matth. 10:35-37; 1 Tim. 5:8). Soms kan dat betekenen dat je een mate van vrede met familieleden moet opofferen om Jehovah’s wil te doen.

12. Wat deed Alexandru in een moeilijke gezinssituatie en wat deed hij niet?

¹² Alexandru en zijn vrouw, Dorina, hadden al een jaar Bijbelstudie toen Dorina besloot ermee te stoppen. Ze wilde dat Alexandru ook zou stoppen. Maar hij vertelde haar op een rustige en tactvolle manier dat hij door zou gaan. Dorina was daar niet blij mee en deed van alles om hem te laten stoppen met de studie. Alexandru vertelt dat hij haar reactie probeerde te begrijpen, maar dat het allemaal niet makkelijk was. Soms wilde hij het gewoon opgeven als Dorina weer eens kritiek op hem had en onvriendelijk tegen hem was. Maar hij bleef Jehovah op de eerste plaats stellen, terwijl hij tegelijkertijd veel liefde en respect toonde voor zijn vrouw. Uiteindelijk motiveerde zijn goede voorbeeld haar om met de Bijbelstudie verder te gaan en de waarheid te aanvaarden. (Zie op jw.org de video Alexandru en Dorina Văcar: ‘Liefde is geduldig en vriendelijk’ in de serie ‘De waarheid verandert levens’.)

13. Hoe kun je liefde voor Jehovah en voor je familie tonen?

¹³ Jehovah heeft de gezinsregeling ingesteld en wil dat je een gelukkig gezin hebt (Ef. 3:14, 15). Om echt gelukkig te zijn moet je de dingen op Jehovah’s manier doen. Twijfel er nooit aan dat Jehovah waardering heeft voor de offers die je brengt om hem te dienen terwijl je voor je gezin zorgt en ze met liefde en respect behandelt (Rom. 12:10).

DE NAZIREEËRINSTELLING STIMULEREN

14. Wie moet je vooral proberen aan te moedigen?

¹⁴ Iedereen die ervoor kiest Jehovah te aanbidden moet bereid zijn uit liefde  voor hem offers te brengen. Maar dat is niet altijd makkelijk. Hoe kun je anderen helpen de juiste instelling te ontwikkelen? Door ze met je woorden aan te moedigen (Job 16:5). Zijn er in je gemeente personen die hun leven proberen te vereenvoudigen om meer voor Jehovah te doen? Ken je jongeren die op school moed tonen door anders te zijn dan de rest, ook al vinden ze dat moeilijk? Zijn er broeders en zusters of personen die met ons studeren die moeite hebben om trouw te blijven vanwege tegenstand in de familie? Grijp elke kans aan om zulke lieve broeders en zusters op te bouwen en je waardering te uiten voor hun zelfopoffering en moed (Filem. 4, 5, 7).

15. Hoe hebben sommigen de volletijddienaren ondersteund?

¹⁵ Soms kun je misschien praktische hulp bieden aan broeders en zusters in de volletijddienst (Spr. 19:17; Hebr. 13:16). Dat is wat een getrouwe oudere zuster in Sri Lanka graag wilde. Toen haar pensioen omhoogging, wilde ze twee jonge pioniersters helpen om ondanks financiële moeilijkheden door te gaan met hun dienst. Daarom besloot ze elke maand een bepaald bedrag bij te dragen voor hun telefoonkosten. Wat een geweldige instelling!

16. Wat kun je leren van de nazireeërs in de oudheid?

¹⁶ Je kunt veel leren van het goede voorbeeld van de nazireeërs. De regeling laat ook iets uitkomen over onze hemelse Vader, Jehovah. Hij vertrouwt erop dat je hem graag blij wilt maken en dat je bereid bent offers te brengen om je opdrachtsgelofte na te komen. Hij geeft je de eer je liefde voor hem op een persoonlijke manier te uiten (Spr. 23:15, 16; Mark. 10:28-30; 1 Joh. 4:19). De regeling van de nazireeërs laat uitkomen dat Jehovah ziet en waardeert wat je voor hem opoffert. Wees dus vastbesloten om Jehovah te blijven dienen en hem bereidwillig het beste van jezelf te geven.