1. Waarom is het verstandig voorbereid te zijn op een ramp?

 GOEDE voorbereiding redt levens. Dat zie je bijvoorbeeld bij een ramp. Mensen die voorbereid zijn hebben de beste overlevingskans en zijn vaak beter in staat anderen te helpen. Een Europese humanitaire organisatie zegt het zo: ‘Goede voorbereiding maakt het verschil.’

2. Waarom moet je voorbereid zijn op de grote verdrukking? (Mattheüs 24:44)

² De ‘grote verdrukking’ begint plotseling (Matth. 24:21). Toch zal het anders zijn dan de meeste rampen, want het zal niet iedereen overvallen. Zo’n 2000 jaar geleden waarschuwde Jezus zijn volgelingen om zich op die dag voor te bereiden. (Lees Mattheüs 24:44.) Als je er klaar voor bent, zal het makkelijker zijn die moeilijke tijd door te komen en anderen te helpen (Luk. 21:36).

3. Waarom zul je volharding, medegevoel en liefde nodig hebben?

³ Laten we eens stilstaan bij drie dingen die je nodig hebt om voorbereid te zijn op de grote verdrukking. Hoe zul je bijvoorbeeld reageren als ons wordt gevraagd een harde oordeelsboodschap te verkondigen en we op weerstand stuiten? (Openb. 16:21) Je hebt dan volharding nodig om Jehovah te gehoorzamen in het vertrouwen dat hij ons zal beschermen. Wat doe je als broeders en zusters een deel van hun bezittingen of misschien zelfs alles verliezen? (Hab. 3:17, 18) Medegevoel zal je dan motiveren ze hulp te bieden. En hoe reageer je als een coalitie van landen ons aanvalt en we misschien een tijdje dicht op elkaar moeten wonen? (Ezech. 38:10-12) Diepe liefde voor je broeders en zusters zal je door die moeilijke tijd heen helpen.

4. Welke Bijbelverzen laten zien dat we aan volharding, medegevoel en liefde moeten blijven werken?

 ⁴ Gods Woord laat uitkomen dat we aan volharding, medegevoel en liefde moeten blijven werken. In Lukas 21:19 staat: ‘Door te volharden zul je je leven redden.’ Kolossenzen 3:12 zegt: ‘Bekleed je met teder medegevoel.’ En in 1 Thessalonicenzen 4:9, 10 staat: ‘Jullie hebben zelf van God geleerd elkaar lief te hebben. (...) Maar we vragen jullie dringend, broeders, het nog veel meer te doen.’ Al die woorden waren gericht tot personen die al volharding, medegevoel en liefde hadden getoond. Toch moesten ze aan die eigenschappen blijven werken. En wij ook. Als hulp daarbij gaan we voor elke eigenschap bekijken hoe de eerste christenen het deden. We zullen zien hoe je hun voorbeeld kunt volgen zodat je klaar bent voor de grote verdrukking.

5. Wat heeft de eerste christenen geholpen te volharden?

⁵ De eerste christenen moesten volharden (Hebr. 10:36). Bovenop de problemen die ieder ander meemaakte kregen ze moeilijkheden te verduren omdat ze christen waren. Velen werden vervolgd, niet alleen door de Joodse religieuze leiders en de Romeinse autoriteiten maar ook door hun eigen familie (Matth. 10:21). En binnen de gemeente moesten ze soms vechten tegen de invloed van afvalligen, die met hun leer verdeeldheid probeerden te zaaien (Hand. 20:29, 30). Maar ze slaagden erin te volharden (Openb. 2:3). Hoe? Ze dachten goed na over Bijbelse voorbeelden van volharding, zoals Job (Jak. 5:10, 11). Ze baden om kracht (Hand. 4:29-31). En ze bleven gefocust op de voordelen van volharding (Hand. 5:41).

6. Wat kun je leren van Merita’s ervaring?

⁶ Ook jij kunt volharden als je geregeld voorbeelden van volharding in Gods Woord en in onze publicaties bestudeert en erover mediteert. Het hielp Merita, een zuster in Albanië, de brute tegenstand van familie te verduren. Ze zegt: ‘Toen ik me verdiepte in het verhaal van Job, raakte dat me echt. Hij maakte veel ellende mee zonder te weten wie erachter zat. Toch zei hij: “Tot aan mijn dood zal ik trouw blijven!” Ik bedacht dat mijn problemen verbleekten bij die van Job. En ik wist tenminste nog wie erachter zat’ (Job 27:5).

7. Wat moet je leren doen, ook al maak je momenteel geen moeilijke beproeving door?

⁷ Je kunt je vermogen om te volharden vergroten door Jehovah geregeld en open te vertellen wat je bezighoudt (Fil. 4:6; 1 Thess. 5:17). Misschien maak je nu geen moeilijke beproeving door. Maar wat doe je als je van streek of gefrustreerd bent of als je niet weet hoe je een situatie moet aanpakken? Bid je dan tot Jehovah om hulp? Als je gewend bent dat in je dagelijkse leven te doen, zal het vanzelfsprekend voor je zijn dat ook te doen als je voor grotere problemen komt te staan. Je zult er dan alle vertrouwen in hebben dat Jehovah precies weet wanneer en hoe hij je moet helpen (Ps. 27:1, 3).

8. Wat laat het voorbeeld van Mira uitkomen over volharding? (Jakobus 1:2-4) (Zie ook de afbeelding.)

⁸ Als je nu beproevingen doorstaat, vergroot je je kans om straks de grote verdrukking te doorstaan (Rom. 5:3). Veel broeders en zusters hebben ondervonden  dat elke geloofsbeproeving die ze doorstaan ze toerust voor de volgende. Volharding heeft ze gelouterd en ze meer vertrouwen gegeven dat Jehovah er voor ze is en ze wil helpen. En dat vertrouwen of geloof helpt ze bij de volgende beproeving. (Lees Jakobus 1:2-4.) Mira, een pionierster in Albanië, heeft ontdekt dat volharding echt zo werkt. Soms heeft ze het gevoel dat ze de enige is met zo veel problemen. Maar dan denkt ze terug aan wat Jehovah de afgelopen 20 jaar allemaal heeft gedaan om haar te helpen en zegt ze tegen zichzelf: ‘Hou vol! Denk aan alle gevechten die je met Jehovah’s hulp hebt gewonnen. Laat al die jaren niet verloren gaan.’ Ook jij kunt erover nadenken hoe Jehovah je al heeft geholpen te volharden. Weet dat hij elke keer dat je volhardt ziet wat je doorstaat. Besef dat hij je zal belonen (Matth. 5:10-12). Als dan de grote verdrukking begint, heb je al geleerd te volharden en ben je vastbesloten te blijven volharden.

9. Hoe toonde de gemeente in Syrisch Antiochië medegevoel?

⁹ Op een gegeven moment werden de christenen in Judea getroffen door een grote hongersnood. Toen de gemeente in Syrisch Antiochië ervan hoorde, voelden ze ongetwijfeld mee met hun broeders en zusters in Judea. Maar daar bleef het niet bij, ze deden ook iets. Ze ‘besloten om hulp te sturen naar de broeders in Judea’ en ‘iedereen droeg bij wat hij kon’ (Hand. 11:27-30). Hoewel degenen die door de hongersnood waren getroffen ver weg woonden, waren de christenen in Antiochië vastbesloten ze te helpen (1 Joh. 3:17, 18).

10. Hoe kun je medegevoel tonen als broeders en zusters door een ramp zijn getroffen? (Zie ook de afbeelding.)

¹⁰ Ook wij kunnen medegevoel tonen als we horen dat broeders en zusters door een ramp zijn getroffen. Hoe? Je kunt de ouderlingen vragen of je mee kunt helpen aan een actie, iets doneren voor het wereldwijde werk of bidden voor de slachtoffers (Spr. 17:17). b In 2020 zijn wereldwijd meer dan 950 hulpverleningscomités gevormd om te zorgen voor degenen die hulp nodig hadden vanwege de COVID-19-pandemie. Wat zijn we dankbaar voor het harde werk dat iedereen in de hulpverlening heeft gedaan! Uit medegevoel hebben ze hulpgoederen gedistribueerd, geestelijke zorg gegeven en soms huizen en zalen hersteld of herbouwd. (Vergelijk 2 Korinthiërs 8:1-4.)

11. Hoe wordt onze hemelse Vader geëerd als we medegevoel tonen?

¹¹ Veel mensen zien wat we na een ramp uit medegevoel voor elkaar doen. Dat was het geval toen in 2019 een Koninkrijkszaal op de Bahama’s was verwoest door de orkaan Dorian. De broeders die later aan de zaal werkten vroegen een aannemer om een offerte voor wat noodzakelijke werkzaamheden. Hij zei: ‘Ik hoef niets te hebben voor de materialen, het gereedschap en de arbeid. Dit wil ik graag voor jullie organisatie doen. Ik heb gezien hoeveel jullie om elkaar geven en dat heeft echt indruk op me gemaakt.’ Veel mensen hebben geen idee wie Jehovah is, maar ze zien wel wat Jehovah’s Getuigen doen om anderen te helpen.  Wat is het geweldig te weten dat wat we uit medegevoel doen mensen ertoe kan aanzetten degene te leren kennen die ‘zo barmhartig is’! (Ef. 2:4)

12. Waarom moeten we nu leren medegevoel te tonen? (Openbaring 13:16, 17)

¹² Waarom zullen we tijdens de grote verdrukking medegevoel nodig hebben? De Bijbel laat zien dat je in de problemen komt als je het politieke systeem niet steunt — zowel nu als in de grote verdrukking. (Lees Openbaring 13:16, 17.) Het kan zijn dat je broeders en zusters hulp nodig hebben om aan hun basisbehoeften te komen. Laten we dus medegevoel tonen, zodat onze Koning, Christus Jezus, dat ziet als hij komt om het oordeel te voltrekken en ons uitnodigt: ‘Kom, jullie zullen het Koninkrijk erven’ (Matth. 25:34-40).

13. Welk advies kregen de eerste christenen in Romeinen 15:7 en hoe volgden ze dat op?

¹³ De eerste christenen stonden bekend om hun liefde voor elkaar. Maar was het voor hen altijd makkelijk om liefde te tonen? Denk eens aan de diversiteit van de gemeente in Rome. Er waren niet alleen Joden, die gewend waren zich aan de wet van Mozes te houden, maar ook allerlei niet-Joden met een heel andere achtergrond. Mogelijk waren er slaven bij, terwijl anderen misschien slaven hadden. Hoe konden ze met de verschillen omgaan en hun liefde versterken? Paulus moedigde ze aan: ‘Aanvaard elkaar.’ (Lees Romeinen 15:7.) Wat bedoelde hij daarmee? Het woord dat hij gebruikte brengt de gedachte over van welwillend of gastvrij ontvangen, in zijn huis of vriendenkring opnemen. Hij gebruikte hetzelfde woord toen hij Filemon vertelde hoe hij de weggelopen slaaf Onesimus moest behandelen en zei: ‘Ontvang hem vriendelijk’ (Filem. 17). En Priskilla en Aquila gaven hierin een mooi voorbeeld door Apollos, die minder van de christelijke boodschap afwist dan zij, in hun gezelschap op te nemen (Hand. 18:26). Die christenen stapten over hun verschillen heen en aanvaardden elkaar met liefde.

14. Hoe hebben Anna en haar man liefde getoond?

¹⁴ Je kunt dus liefde voor je broeders en zusters tonen door ze in je vriendenkring op te nemen. Dan zullen zij waarschijnlijk liefde voor jou tonen (2 Kor. 6:11-13). Dat is wat Anna en haar man hebben ervaren. Vlak nadat ze in hun nieuwe zendingstoewijzing in West-Afrika waren aangekomen, brak de COVID-19-pandemie uit. Daardoor konden ze niet persoonlijk kennismaken met de broeders en zusters in de nieuwe gemeente. Wat deden ze om liefde te tonen? Ze gingen videobellen om contact te leggen met hun broeders en zusters en te zeggen dat ze hen graag beter wilden leren kennen. Wat was de reactie? De broeders en zusters waren zo geraakt dat ze vaak terugbelden en berichtjes stuurden. Wat bracht het echtpaar ertoe dat initiatief te nemen? Anna zegt: ‘Ik zal nooit vergeten wat broeders en zusters in goede en slechte tijden uit liefde voor mij en mijn familie hebben gedaan. Dat motiveert me om zelf ook liefde te tonen.’

15. Wat laat het voorbeeld van Vanessa uitkomen over liefde? (Zie ook de afbeelding.)

¹⁵ De meeste gemeenten bestaan uit broeders en zusters met heel uiteenlopende achtergronden en persoonlijkheden.  Je kunt je liefde voor iedereen in de gemeente versterken door je te concentreren op hun goede eigenschappen. Vanessa, een zuster in Nieuw-Zeeland, kon met sommigen in haar gemeente niet zo goed opschieten. Toen besloot ze degenen aan wie ze zich ergerde niet uit de weg te gaan maar meer tijd met ze door te brengen. Het hielp haar te zien waarom Jehovah van ze houdt. Ze zegt: ‘Nu m’n man kringopziener is geworden, komen we onder nog meer broeders en zusters met verschillende persoonlijkheden. Maar ik vind het nu makkelijker om met iedereen op te schieten. Ik ben van de diversiteit gaan houden. En Jehovah moet er ook van houden, want hij heeft al die verschillende mensen tot zich getrokken.’ Als je anderen leert zien zoals Jehovah ze ziet, bewijs je dat je van ze houdt (2 Kor. 8:24).

16. Waarom zal liefde zo belangrijk zijn tijdens de grote verdrukking? (Zie ook de afbeelding.)

¹⁶ Tijdens de grote verdrukking zal liefde essentieel zijn. Want waar zullen we bescherming vinden als het begint? Denk aan de instructie die Jehovah zijn volk in de oudheid gaf. Wat moesten ze doen als Babylon werd aangevallen? ‘Mijn volk, ga je binnenkamers in en sluit je deuren achter je. Verberg je een korte tijd, totdat de woede voorbij is’ (Jes. 26:20). Misschien moeten wij tijdens de grote verdrukking dezelfde instructie opvolgen. De ‘binnenkamers’ zouden onze gemeenten kunnen zijn. Jehovah belooft ons tijdens de grote verdrukking te beschermen als we dicht bij elkaar blijven. Doe dus nu al je best om je broeders en zusters niet alleen te tolereren maar ook echt van ze te houden. Je overleving kan ervan afhangen!

17. Waartoe ben je tijdens de grote verdrukking in staat als je je nu voorbereidt?

¹⁷ ‘De grote dag van Jehovah’ zal voor alle mensen een angstige, moeilijke tijd zijn (Zef. 1:14, 15). Ook voor Jehovah’s volk zal het zwaar worden. Maar als je je nu voorbereidt, zul je in staat zijn kalm te blijven en anderen te helpen. Je zult dan volharden onder moeilijkheden. Je zult uit medegevoel al het mogelijke doen om broeders en zusters die het zwaar krijgen hulp te bieden en te geven wat ze nodig hebben. En je zult uit liefde heel dicht bij je broeders en zusters blijven, van wie je zo veel bent gaan houden. Dan zal Jehovah je belonen met eeuwig leven in een wereld waar alle rampen en moeilijkheden zullen worden vergeten (Jes. 65:17).