Is evolutie te verenigen met de Bijbel?
Is evolutie te verenigen met de Bijbel?
IS HET mogelijk dat God evolutie heeft gebruikt om de mens uit de dieren te maken? Heeft God het zo geleid dat bacteriën zich tot vissen ontwikkelden en via reptielen en zoogdieren verder evolueerden, zodat er ten slotte uit een apenras mensen ontstonden? Sommige wetenschappers en religieuze leiders beweren zowel in de evolutietheorie als in de Bijbel te geloven. Ze zeggen dat het Bijbelboek Genesis een zinnebeeldig verhaal is. Misschien hebt u zich weleens afgevraagd of de theorie dat de mens uit de dieren is geëvolueerd te verenigen is met de Bijbel.
Het is belangrijk te weten wat onze oorsprong is, want dan kunnen we ook te weten komen wie we zijn, waar we heen gaan en hoe we moeten leven. Alleen als we weten hoe de mens is ontstaan, kunnen we begrijpen waarom God lijden toelaat en wat zijn voornemen is in verband met de toekomst van de mens. We kunnen geen goede band met God hebben als we er niet van overtuigd zijn dat hij onze Schepper is. Laten we dus eens onderzoeken wat de Bijbel over de oorsprong van de mens, zijn huidige toestand en zijn toekomst zegt. Dan zullen we bekijken of de evolutietheorie te verenigen is met de Bijbel.
Toen er één mens was
Evolutionisten beweren over het algemeen dat een dierenpopulatie zich geleidelijk tot een mensenpopulatie heeft ontwikkeld, waarmee ze ontkennen dat er ooit een tijd is geweest dat er maar één mens was. De Bijbel geeft een heel ander beeld. Daarin staat dat we van één mens, Adam, afstammen. Het Bijbelverslag presenteert Adam als een historisch persoon. Het noemt de naam van zijn vrouw en van enkele van zijn kinderen. Het vertelt ons precies wat hij deed, wat hij zei, wanneer hij leefde en wanneer hij stierf. Jezus beschouwde dat verslag niet als een verhaal voor onontwikkelde mensen. Tegen religieuze leiders die een goede opleiding hadden genoten, zei hij: „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en als vrouw heeft gemaakt?” (Mattheüs 19:3-5) En vervolgens haalde hij aan wat in Genesis 2:24 over Adam en Eva wordt gezegd.
Lukas, een Bijbelschrijver en een zorgvuldig historicus, schreef over Adam als iemand die net zo werkelijk was als Jezus. Hij ging Jezus’ geslachtslijn helemaal tot de eerste mens na (Lukas 3:23-38). En toen de apostel Paulus een publiek toesprak waaronder zich filosofen bevonden die aan de beroemde Griekse scholen hadden gestudeerd, zei hij: „De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is . . . heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen” (Handelingen 17:24-26). De Bijbel leert duidelijk dat we van „één mens” afstammen. Is dat wat de Bijbel over de oorspronkelijke toestand van de mens zegt, met evolutie te verenigen?
De mens verloor zijn volmaaktheid
Volgens de Bijbel heeft Jehovah de eerste mens volmaakt geschapen. Hij kan onmogelijk iets Genesis 1:27, 31). Wat is een volmaakt mens?
scheppen dat onvolmaakt is. Het scheppingsverslag zegt: „God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld . . . Daarna zag God alles wat hij gemaakt had en zie! het was zeer goed” (Een volmaakt mens heeft een vrije wil en is in staat Gods eigenschappen volkomen na te volgen. De Bijbel zegt dat „de ware God de mensheid oprecht heeft gemaakt, maar zijzelf hebben veel plannen bedacht” (Prediker 7:29). Adam verkoos in opstand te komen tegen God. Door die opstandigheid verloor hij zijn volmaaktheid en zouden ook zijn nakomelingen onvolmaakt zijn. Die onvolmaaktheid verklaart waarom we onszelf vaak teleurstellen, ook al willen we het goede doen. Paulus schreef: „Wat ik wens, beoefen ik niet, maar wat ik haat, dat doe ik.” — Romeinen 7:15.
Een volmaakt mens heeft volgens de Bijbel het vooruitzicht eeuwig te leven in volmaakte gezondheid. Uit wat God tegen Adam zei, blijkt duidelijk dat die eerste mens nooit gestorven zou zijn als hij God niet ongehoorzaam was geweest (Genesis 2:16, 17; 3:22, 23). Jehovah zou niet gezegd hebben dat de schepping van de mens „zeer goed” was als de mens aanleg had gehad om ziek te worden of als hij opstandige neigingen had gehad. De onvolmaaktheid verklaart waarom het menselijk lichaam, ook al is het schitterend ontworpen, vatbaar is voor afwijkingen en ziekten. Evolutie is dus niet te verenigen met de Bijbel. Evolutie beschrijft de hedendaagse mens als een dier dat op een steeds hoger plan komt. De Bijbel beschrijft de hedendaagse mens als een degenererende afstammeling van een volmaakt mens.
Ook de gedachte dat God de evolutie zo heeft geleid dat de mens ontstond, is niet te verenigen met wat de Bijbel over Gods persoonlijkheid zegt. Als God het evolutieproces heeft geleid, zou dat betekenen dat hij de mensheid in haar huidige zieke en droevige toestand heeft gebracht. Maar de Bijbel zegt over God: „De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; rechtvaardig en oprecht is hij. Zij hebben van hún zijde verderfelijk gehandeld; zij zijn zijn kinderen niet, het gebrek ligt bij henzelf” (Deuteronomium 32:4, 5). Daarom is het lijden dat de mensheid nu ondergaat, niet het gevolg van een door God geleide evolutie. Het komt doordat één mens zijn volmaaktheid verspeelde, niet alleen voor zichzelf maar ook voor zijn nakomelingen, door tegen God in opstand te komen. Nu we Adam onder de loep hebben genomen, kunnen we onze aandacht op Jezus richten. Is evolutie te verenigen met wat de Bijbel over Jezus zegt?
Kunt u én de evolutie én het christendom aanhangen?
’Christus is voor onze zonden gestorven.’ Zoals u waarschijnlijk weet, is dat een van de basisleerstellingen van het christendom (1 Korinthiërs 15:3; 1 Petrus 3:18). Om te zien waarom evolutie niet met die uitspraak te verenigen is, moeten we eerst begrijpen waarom de Bijbel ons zondaars noemt en wat zonde met ons doet.
We zijn allemaal zondaars in de zin dat we Gods schitterende eigenschappen, zoals zijn liefde en gerechtigheid, niet volmaakt kunnen navolgen. Daarom zegt de Bijbel: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). De Bijbel leert dat zonde de oorzaak van de dood is. „De angel die de dood veroorzaakt, is de zonde”, staat in 1 Korinthiërs 15:56. Die erfzonde is ook de grondoorzaak van ziekte. Jezus maakte duidelijk dat er een verband bestaat tussen ziekte en onze zondige toestand. Hij zei tegen een verlamde: „Uw zonden zijn vergeven”, en de man werd gezond. — Mattheüs 9:2-7.
Hoe helpt Jezus’ dood ons? De Bijbel stelt Adam tegenover Jezus Christus en zegt: „Evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in de Christus allen levend gemaakt worden” (1 Korinthiërs 15:22). Door zijn leven te geven, heeft Jezus de prijs betaald voor de zonde die we van Adam hebben geërfd. Iedereen die geloof oefent in Jezus en hem gehoorzaamt, zal dus krijgen wat Adam verspeeld heeft: het vooruitzicht op eeuwig leven. — Johannes 3:16; Romeinen 6:23.
Ziet u dus dat evolutie niet te verenigen is met het christendom? Als we in twijfel trekken dat „in Adam allen sterven”, hoe kunnen we dan hopen dat „in de Christus allen levend gemaakt worden”?
Waarom evolutie mensen aanspreekt
De Bijbel maakt duidelijk hoe een leer zoals de evolutietheorie populair wordt. Daarin staat: „Er zal een tijdsperiode komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar zich overeenkomstig hun eigen begeerten tal van leraren zullen bijeenbrengen om hun oren te laten kittelen; en zij zullen hun oren van de waarheid afwenden en zich daarentegen tot onware verhalen keren” (2 Timotheüs 4:3, 4). Hoewel de evolutietheorie gewoonlijk in wetenschappelijke taal wordt beschreven, is ze in werkelijkheid een religieuze leer. Ze leert een levensfilosofie en een bepaalde houding tegenover God. Ze spreekt de zelfzuchtige, onafhankelijke neigingen van de mens op een subtiele manier aan. Veel mensen die in evolutie geloven zeggen ook in God te geloven. Maar ze voelen zich vrij om aan God te denken als iemand die de dingen niet heeft geschapen, die niet ingrijpt in de aangelegenheden van de mens en die geen oordeel zal vellen over mensen. Het is een geloofsovertuiging die ’hun oren kittelt’.
Voorstanders van evolutie laten zich vaak door „hun eigen begeerten” leiden, niet door de feiten — misschien omdat ze geaccepteerd willen worden in een wetenschappelijke kring waarin de meesten in evolutie geloven. Michael Behe, die biochemie doceert en al bijna zijn hele leven de complexe interne functies van levende cellen onderzoekt, verklaarde dat mensen die zeggen dat de celstructuur geëvolueerd is, geen basis hebben voor hun beweringen. Zou er op dit minuscule, moleculaire niveau evolutie kunnen plaatsvinden? „Moleculaire evolutie is niet gebaseerd op wetenschappelijke autoriteit”, schreef hij. „Er zijn geen publicaties in de wetenschappelijke literatuur (in prestigieuze tijdschriften, specialistische tijdschriften of boeken) waarin wordt beschreven hoe de moleculaire evolutie van een bestaand, complex biochemisch systeem totstandkwam of had kunnen komen. . . . het idee van een darwinistische moleculaire evolutie [is] pure bluf.”
Als evolutionisten geen bewijzen kunnen leveren, waarom verkondigen ze hun ideeën dan zo luid? Behe zegt: „Veel mensen, onder wie vele vooraanstaande en gerespecteerde wetenschappers, willen eenvoudigweg niet dat er iets achter of boven de natuur is.”
De evolutieleer is aantrekkelijk voor veel geestelijken die wijs willen lijken. Ze zijn als de mensen die Paulus in zijn brief aan de christenen in Rome beschreef. Hij zei dat „hetgeen omtrent God bekend kan zijn, openbaar is onder hen . . . Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de Romeinen 1:19-22). Hoe kunt u voorkomen dat u door valse leraren bedrogen wordt?
schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn; want, hoewel zij God kenden, hebben zij hem niet als God verheerlijkt, noch hebben zij hem gedankt, maar zij zijn leeghoofdig geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart werd verduisterd. Hoewel zij beweerden wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden” (Op feiten gebaseerd geloof in de Schepper
De Bijbel benadrukt in zijn definitie van geloof de belangrijkheid van feiten. Die definitie luidt: „Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien” (Hebreeën 11:1). Waar geloof in God moet gebaseerd zijn op duidelijke bewijzen die aantonen dat de Schepper echt bestaat. De Bijbel laat zien waar u die bewijzen kunt vinden.
De geïnspireerde Bijbelschrijver David zei: „Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt” (Psalm 139:14). Als we de tijd nemen om over het schitterende ontwerp van ons eigen lichaam en van andere levensvormen na te denken, krijgen we ontzag voor de wijsheid van onze Maker. Elk onderdeel van de duizenden stelsels in ons lichaam die samenwerken om ons in leven te houden, is volmaakt ontworpen. Ook in het universum zijn bewijzen van wiskundige precisie en orde waar te nemen. David schreef: „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend; en het uitspansel vertelt van het werk van zijn handen.” — Psalm 19:1.
De Bijbel zelf is een rijke bron van bewijzen van het bestaan van de Schepper. Neem eens de tijd om de samenhang van de 66 boeken, de superioriteit van de morele maatstaven en de onfeilbare vervulling van de profetieën van de Bijbel te onderzoeken; dan krijgt u ruimschoots voldoende bewijzen dat de Schepper de auteur is. Ook kennis van de Bijbelse leerstellingen zal u het vertrouwen geven dat de Bijbel inderdaad het Woord van de Schepper is. Als u bijvoorbeeld weet wat de Bijbel over de oorzaak van lijden, over Gods koninkrijk, over de toekomst van de mens en over de weg tot geluk leert, zult u een duidelijke demonstratie van Gods wijsheid zien. U zult dan wellicht hetzelfde voelen als Paulus toen hij schreef: „O de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!” — Romeinen 11:33.
Terwijl u de bewijzen onderzoekt en uw geloof groeit, zult u ervan overtuigd raken dat u naar de Schepper zelf luistert als u de Bijbel leest. God zegt: „Ikzelf heb de aarde gemaakt en heb zelfs de mens daarop geschapen. Ik — mijn eigen handen hebben de hemelen uitgespannen, en aan heel het heerleger ervan heb ik bevel gegeven” (Jesaja 45:12). U zult er beslist nooit spijt van krijgen dat u moeite hebt gedaan om voor uzelf te bewijzen dat Jehovah de Schepper van alle dingen is.
[Inzet op blz. 14]
De apostel Paulus zei tegen gestudeerde Grieken: ’God heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt’
[Inzet op blz. 15]
Evolutie beschrijft de hedendaagse mens als een dier dat op een steeds hoger plan komt. De Bijbel beschrijft de hedendaagse mens als een degenererende afstammeling van een volmaakt mens
[Inzet op blz. 16]
„Moleculaire evolutie is niet gebaseerd op wetenschappelijke autoriteit”
[Inzet op blz. 17]
Het schitterende ontwerp van allerlei levensvormen vervult ons met ontzag voor de wijsheid van onze Maker