Mensen in nood!
EEN kolenmijn in de buurt van Pittsburgh (Pennsylvania, VS) liep door een overstroming plotseling onder. Miljoenen liters water stroomden naar binnen. Negen mijnwerkers kwamen vast te zitten op 73 meter diepte. Drie dagen later stonden ze weer ongedeerd boven de grond. Hoe waren ze gered?
Met behulp van kaarten van de mijn en gps-metingen boorden reddingswerkers een gat van 65 centimeter doorsnede en lieten een langwerpige kooi zakken naar de plek waar de mannen dicht opeen zaten. Een voor een werden ze in de kooi naar boven gehaald uit wat hun graf had kunnen worden. Ze waren allemaal blij, opgelucht en dankbaar dat ze waren gered.
De meesten van ons zullen nooit onder de grond vastzitten of met een levensbedreigende ramp te maken krijgen. Toch moeten we allemaal gered worden omdat we niet kunnen ontkomen aan de verwoestende gevolgen van ziekte, ouderdom en ten slotte de dood. „De mens, uit een vrouw geboren, leeft korte tijd en is verzadigd van beroering”, zei de getrouwe patriarch Job. „Als een bloesem is hij te voorschijn gekomen en wordt hij afgesneden, en hij vliedt heen als de schaduw en blijft niet bestaan” (Job 14:1, 2). Nu, zo’n 3500 jaar later, zijn deze woorden nog steeds waar, want wie van ons kan ontsnappen aan de fatale afloop van het leven, de dood? Ongeacht waar we wonen of hoe goed we op onze gezondheid letten, we moeten gered worden uit de greep van lijden, ouderdom en de dood.
Wetenschappers en anderen doen hun best om de mens langer te laten leven dan wat nu als een normale levensduur wordt beschouwd. Eén organisatie ziet het als haar taak „de onvermijdelijkheid van een onvrijwillige dood te overwinnen” en „haar leden in staat te stellen om te werken in de richting van menselijke fysieke onsterfelijkheid”. Maar tot dusver heeft de combinatie van moderne wetenschap en louter wilskracht het leven van de mens niet veel langer laten duren dan de zeventig tot tachtig jaar waarover Mozes het 3500 jaar geleden had. — Psalm 90:10.
Of u het nu wel of niet eens bent met Jobs kijk op het leven en de dood, het is onvermijdelijk dat ook u met het verstrijken van de jaren zult ’heenvlieden als de schaduw’, ver weg van uw vrienden, uw familie, uw gezin en alles wat u hebt bereikt — de dood tegemoet. „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven”, schreef de wijze koning Salomo van het oude Israël. „Maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust, ook hebben zij geen loon meer, want de gedachtenis aan hen is vergeten.” — Prediker 9:5.
Zoals in de Bijbel wordt uitgelegd, is de trieste realiteit dat de dood over de mensheid heeft ’geregeerd als koning’, als een wrede heerser. De dood is de laatste vijand waarvan de mensheid bevrijd moet worden (Romeinen 5:14; 1 Korinthiërs 15:26). De best getrainde en best toegeruste reddingswerkers ter wereld kunnen u geen permanente ontsnappingsmogelijkheid bieden. Maar de Schepper van de mens, Jehovah God, heeft wel in een dergelijke redding voorzien.