16 OKTOBER 2017
ARMENIË
Europees Hof voor de Rechten van de Mens handhaaft rechten van gewetensbezwaarden in Armenië
Op 12 oktober 2017 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) geoordeeld dat vier Getuigen van Jehovah in Armenië onterecht veroordeeld zijn voor het weigeren van vervangende dienstplicht die onder het toezicht van het leger stond. Het EHRM oordeelde dit omdat Armenië niet had voorzien in een aanvaardbare vervangende dienstplicht.
In de zomer van 2011 werden Artoer Adjan, Vahagn Margarjan, Haroetjoen Chatsjatrjan en Garegin Avetisjan (Adyan and Others v. Armenia) elk veroordeeld tot een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar. Volgens het EHRM was de rechtsvervolging en veroordeling van deze jonge mannen een inbreuk op hun recht op vrijheid van geweten en godsdienst dat gewaarborgd wordt door artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (Verdrag). Armenië moet de jonge mannen elk een schadevergoeding betalen van 12.000 euro voor ervaren leed.
De veroordeling van de jonge mannen vond plaats kort na de uitspraak van de grote kamer van de EHRM in de zaak Bayatyan v. Armenia (2011), waarin werd geoordeeld dat het Verdrag het recht van dienstweigeraars op grond van gewetensbezwaren beschermt. * Naar aanleiding van die uitspraak moest Armenië een regeling invoeren voor vervangende dienstplicht voor gewetensbezwaarde dienstweigeraars. Maar de regeling waarin Armenië toen voorzag, was niet in lijn met internationale normen omdat die onder het directe toezicht van het leger stond. De vier weigerden die vorm van vervangende dienstplicht en werden, zoals zo veel geloofsgenoten, gevangengezet. Het EHRM oordeelde in de zaak Adyan dat Armenië moet voorzien in ‘een alternatief voor militaire dienstplicht dat een echte vorm van burgerdienst is en dat niet als afschrikmiddel of straf kan worden aangewend’.
Eind 2013 voerde Armenië, na de vrijlating van de vier mannen in de zaak Adyan, eindelijk een aanvaardbare vervangende dienstplicht in die niet onder de controle of het toezicht staat van het leger. Hierdoor worden Jehovah’s Getuigen in Armenië niet langer gevangengezet omdat ze op basis van hun door de Bijbel gevormde geweten militaire dienst weigeren. Ze zijn enorm blij dat ze de mogelijkheid hebben om aanvaardbare vervangende burgerdienst te doen.
^ ¶3 Bayatyan v. Armenia [GC], no. 23459/03, ECHR 2011