9 APRIL 2020
ITALIË
Broeders en zusters in Italië blijven ondanks pandemie geestelijk sterk
Italië is een van de landen die het zwaarst getroffen zijn door de COVID-19-pandemie. Onder leiding van het Besturende Lichaam voorziet het Italiaanse bijkantoor in zowel praktische als geestelijke hulp voor onze broeders en zusters.
Drie hulpverleningscomités (hvc’s) voorzien in hulp voor de broeders en zusters in het noorden, midden en zuiden van Italië. De hvc’s blijven up-to-date over de behoeften van de getroffen broeders en zusters door nauw in contact te blijven met de kringopzieners, die regelmatig informatie krijgen van de plaatselijke ouderlingen.
Naast praktische hulp helpen de ouderlingen de broeders en zusters om hun zich aan hun geestelijke routine te houden. Broeder Villiam Boselli, die als kringopziener dicht bij Milaan dient (een van de eerste steden die door de pandemie werd getroffen), vertelt: ‘Hoewel ze binnen moeten blijven, houden alle broeders en zusters contact met elkaar. En door via videoconferencing de vergaderingen te houden, kunnen ze elkaar aanmoedigen en uiting geven aan hun geloof. Ook oudere broeders en zusters hebben veel aan deze manier van vergaderen. Ik denk dat er in de gemeenten nu meer eenheid is dan ooit!’
Verder zijn er veel familieleden die geen Getuigen zijn en meekijken met de vergaderingen. Een zuster zegt: ‘Mijn man wilde nooit de vergaderingen bezoeken, maar nu komen de vergaderingen naar hem . . . en raad eens? Hij geniet er echt van!’
Broeders en zusters maken van elke gelegenheid gebruik om getuigenis te geven. Toen een zuster bijvoorbeeld naar het huis van een oudere zuster reed om haar een rolstoel te brengen, werd ze bij een controlepost aangehouden door drie politieagenten. De zuster legde uit dat ze hulp bood aan een oudere vrouw en liet het document zien dat toestemming geeft om zich op straat te begeven. Daarna bood ze hen de traktaten Hoe denkt u over de toekomst? en Komt er ooit een eind aan pijn en verdriet? aan. De agenten namen de traktaten aan. Toen de zuster de rolstoel gebracht had en terug naar huis ging, werd ze weer door de agenten tegengehouden. Dit keer bedankten ze haar en vroegen haar om meer informatie over de hoop die in de Bijbel staat. Ze betrokken zelfs twee andere collega’s in het gesprek. Onze zuster kon hun jw.org laten zien. Een van de agenten zei: ‘Dankuwel, mevrouw, onze dag kan niet meer stuk!’
Broeder Boselli vertelt: ‘Hoewel het tot een van mijn verantwoordelijkheden behoort om anderen aan te moedigen en te troosten, ben ik degene die is aangemoedigd door te zien dat mijn broeders en zusters geestelijk sterk blijven en vastbesloten zijn om door te gaan. Hun liefde voor Jehovah is zo oprecht en verbazingwekkend sterk, dat ik er een brok van in m’n keel krijg. Ze zijn echt een ongelooflijk cadeau van Jehovah en we hadden niet zonder ze gekund!’
Het is duidelijk dat onze broeders en zusters ondanks de moeilijke omstandigheden geestelijk sterk blijven en door deze situatie niet ‘van slag zijn geraakt’ (1 Thessalonicenzen 3:2, 3).