Een internationaal panel van juridisch deskundigen van de VN is tot de conclusie gekomen dat de arrestatie en hechtenis van broeder Dmitri Michajlov ‘discriminatie op grond van godsdienst’ was en daarmee een schending van het internationaal recht. Het panel dringt er bij Rusland op aan alle aanklachten tegen hem in te trekken.

Volgens het 12 bladzijden tellende rapport van het panel, de Werkgroep inzake Arbitraire Detentie (WGAD), is Michajlovs gedrag ‘altijd vreedzaam geweest’. Verder ‘is er geen bewijsmateriaal dat hij of de Jehovah’s Getuigen in de Russische Federatie ooit gewelddadig zijn geweest of hebben aangezet tot geweld’.

De WGAD kwam tot de conclusie dat Michajlov ‘alleen zijn recht op godsdienstvrijheid heeft uitgeoefend’ en ‘niet gearresteerd en in voorarrest gehouden had mogen worden’. Daarom heeft hij recht op een schadevergoeding wegens loonderving en het verlies van zijn persoonlijke vrijheid tijdens zijn onrechtmatige hechtenis.

De WGAD erkende ook dat Michajlov niet de enige is die vanwege zijn geloof onrecht wordt aangedaan. Hij is ‘slechts een van het toenemend aantal Getuigen van Jehovah in de Russische Federatie die zijn gearresteerd, vastgezet en beschuldigd van criminele activiteiten alleen maar vanwege het uitoefenen van hun godsdienstvrijheid’ — een recht dat wordt beschermd door het internationaal recht. In een poging de vervolging van onze geloofsgenoten in Rusland in het algemeen te veroordelen, heeft de WGAD expliciet aangegeven dat haar conclusie niet alleen van toepassing is op de onterechte hechtenis van Michajlov, maar op alle Getuigen van Jehovah ‘in vergelijkbare situaties als de heer Michajlov’.

Broeder Michajlov begon als tiener de Bijbel te onderzoeken en werd in 1993 gedoopt. Hij was toen 16 jaar oud. In 2003 trouwde hij met Jelena, en ze begonnen Jehovah samen te dienen.

In 2018 kwamen broeder en zuster Michajlov erachter dat de autoriteiten maandenlang video-opnamen van hen hadden gemaakt en hun telefoons hadden afgetapt. Op 19 april 2018 spande het Onderzoekscomité van de Russische Federatie in de regio Ivanovo een strafzaak tegen Michajlov aan, en zwaarbewapende politieagenten kwamen huiszoeking bij hem doen. Iets meer dan een maand later werd hij gearresteerd en in hechtenis genomen op beschuldiging van het financieren van ‘extremistische activiteiten’. Na bijna een halfjaar (171 dagen) in voorarrest te hebben gezeten, kwam hij vrij. Maar zolang er nog een strafrechtelijk onderzoek naar hem loopt, is hij beperkt in zijn bewegingsvrijheid en communicatie.

De Russische overheid heeft zes maanden de tijd om op de conclusie van de WGAD te reageren. Ze moet aangeven of de strafzaak gesloten is, of er schadevergoeding is uitgekeerd en of er onderzoek is gedaan naar degenen die zijn rechten hebben geschonden.

Een vergelijkbare conclusie van de WGAD heeft waarschijnlijk invloed gehad op de zaak van broeder Tejmoer Achmedov uit Kazachstan. Hij werd in 2017 gearresteerd en tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat hij anderen over zijn geloof vertelde. Nadat alle binnenlandse rechtsmiddelen uitgeput waren, dienden Achmedovs advocaten een klacht in bij de WGAD. In haar conclusie van 2 oktober 2017 veroordeelde de WGAD de stappen die de Kazachse overheid had genomen en werd gepleit voor Achmedovs vrijlating. Zes maanden later verleende de president van Kazachstan Achmedov gratie. Op 4 april 2018 werd hij vrijgelaten.

Ongeacht hoe Rusland zal reageren op de conclusie van de WGAD in de zaak van broeder Michajlov, we hebben het volste vertrouwen in de belofte: ‘Gelukkig is de mens die bescherming bij [Jehovah] zoekt.’ We bidden dat Jehovah zal blijven zorgen voor onze broeders en zusters in Rusland die met strafrechtelijke procedures te maken hebben, zodat ze zullen blijven ervaren dat het iedereen die moedig op Hem vertrouwt ‘aan niets goeds zal ontbreken’ (Psalm 34:8, 10).