Doorgaan naar inhoud

14 OKTOBER 2019
RUSLAND

Transcript van de slotverklaring van Valeri Moskalenko

Transcript van de slotverklaring van Valeri Moskalenko

Op vrijdag 30 augustus 2019 legde broeder Valeri Moskalenko zijn slotverklaring voor de rechtbank af. Hier volgt een gedeeltelijk transcript van zijn verklaring:

Edelachtbare, en geachte rechtbankmedewerkers, ik ben 52 jaar en heb het afgelopen jaar gevangengezeten. Om precies te zijn, meer dan een jaar.

In mijn laatste woorden tijdens deze zitting wil ik kort iets vertellen over mezelf, over hoe ik over de aanklacht denk en over hoe ik in het leven sta. Ik hoop echt dat u, Edelachtbare, zult begrijpen waarom ik mijn geloof in God niet zal afzweren en waarom in God geloven geen misdaad is.

Ik ben niet altijd een Getuige van Jehovah geweest. Mijn ouders waren goed voor me en hebben me een goede opvoeding gegeven, maar als kind had ik er al moeite mee dat er zo veel onrecht in de wereld was. Ik dacht: dit kan nooit de bedoeling zijn, dat het goed gaat met slechte en oneerlijke mensen terwijl eerlijke en vriendelijke mensen lijden.

Op m’n 24ste vond ik antwoorden op mijn vragen nadat ik me een aantal maanden serieus in de Bijbel had verdiept.

Sindsdien probeer ik bij het nemen van beslissingen rekening te houden met Gods gevoelens, wetten en principes, die [in de Bijbel] uitvoerig zijn beschreven en tot uitdrukking komen in de levens van [aanbidders] uit het verleden.

Mijn bejaarde moeder, die afhankelijk is van mijn zorg, woont bij mij in huis. Op 1 augustus 2018, terwijl mijn moeder alleen thuis was, gaf de inspecteur van de FSB de speciale eenheden opdracht om de scharnieren van onze voordeur door te zagen. Zo wilde de inspecteur mijn flat binnenkomen voor huiszoeking.

Mijn moeder was doodsbang. Nadat de gemaskerde speciale eenheden onze flat waren binnengedrongen, kreeg mijn moeder een hartaanval en moest er een ambulance komen. Een halfuur nadat ik had gehoord dat er politie in mijn woning was, kwam ik thuis. Toen ik zag hoe mijn moeder eraan toe was, schoot mijn eigen bloeddruk omhoog. Toch werd ik niet boos en probeerde ik rustig te blijven. Ik bleef vriendelijk, zoals een christen betaamt. Mijn God, Jehovah, heeft me dat geleerd en ik wil hem niet teleurstellen.

Het spijt me, Edelachtbare, normaal praat ik niet zo veel over mezelf. Ik ben dat niet gewend, maar nu moet het.

Ik ben al meer dan 25 jaar een Getuige van Jehovah — een groot deel van mijn leven. Al die tijd heeft men mij niet als extremist bezien. Integendeel, ik stond bekend als een goede buurman, een harde werker en een zorgzame zoon.

Sinds 20 april 2017 word ik opeens een extremist genoemd. Op welke grond? Wat is er veranderd? Ben ik slechter geworden? Nee. Ben ik gewelddadig geworden of heb ik iemand pijn en lijden bezorgd? Nee. Ben ik het recht kwijtgeraakt om me te beroepen op artikel 28 van de Russische grondwet? Ook niet. Mijn naam is niet genoemd in de uitspraak van het Hooggerechtshof. Niemand heeft mij de rechten ontnomen die ik heb volgens de grondwet van de Russische Federatie, in het bijzonder artikel 28. Waarom zit ik hier dan in de beklaagdenbank?

Uit mijn gesprekken met de inspecteur is het me nog duidelijker geworden dat ik ben gearresteerd en gevangengezet omdat ik een gelovige ben die de naam van de Almachtige God, Jehovah, in zijn gebeden en gesprekken gebruikt. Maar dat is geen misdaad. God heeft zijn naam zelf gekozen en in de Bijbel laten optekenen.

Ik herhaal steeds weer: het is absoluut ondenkbaar dat ik zou ingaan tegen Gods wil, die duidelijk in de Bijbel staat. En hoe ik ook onder druk gezet of gestraft word, al zou ik de doodstraf krijgen, zelfs dan zou ik de almachtige Schepper van het universum, Jehovah God, niet in de steek laten.

Edelachtbare, Jehovah’s Getuigen staan wereldwijd bekend als vriendelijke en vredelievende mensen. Hun rechten als gelovigen worden in verreweg de meeste landen gerespecteerd. Ik hoop echt dat ook in Rusland de rechten van gelovigen gerespecteerd zullen worden, en in dit geval mijn rechten als gelovige.

Ik ben niet schuldig aan het misdrijf waarvan ik word beschuldigd en vraag de rechtbank om mij onschuldig te verklaren.

Dank u!