18 NOVEMBER 2016
RUSLAND
DEEL 1 extra
Exclusieve interviews — Deskundigen aan het woord: Rusland gebruikt anti-extremismewetgeving om Jehovah’s Getuigen te criminaliseren
Dit is het eerste deel van een driedelige serie.
Russische autoriteiten proberen de landelijke rechtspersoon van Jehovah’s Getuigen te ontbinden wegens ‘extremistische activiteiten’. Een ontbinding zou als gevolg hebben dat Jehovah’s Getuigen in de hele Russische Federatie verboden zouden worden. De Getuigen tekenen beroep aan tegen de aanklachten en tegen de rechtsgeldigheid van de waarschuwing tegen hun landelijke bestuurscentrum.
Met betrekking tot de zaak van de Getuigen en de algemene aanpak van Rusland ten aanzien van ‘extremisme’ werden er exclusieve interviews gehouden met bekende geleerden op het gebied van religie, politiek en sociologie, en met Sovjet- en Ruslanddeskundigen.
Zouden geweldloze religieuze groeperingen zoals Jehovah’s Getuigen volgens u ‘extremistisch’ moeten worden verklaard en verboden moeten worden in de hele federatie?
‘Nee. Naar mijn mening is het bezien van Jehovah’s Getuigen als “extremistisch” absurd en onbegrijpelijk.’ — Prof. William S. B. Bowring, hoogleraar rechten, bestuurder LLM/MA Mensenrechten, rechtenfaculteit Birkbeck, Universiteit van Londen; advocaat bij Middle Temple and Gray’s Inn, Verenigd Koninkrijk
‘Op grond van mijn persoonlijke ervaring in het bestuderen van het leven van Jehovah’s Getuigen in Rusland ben ik ervan overtuigd dat dit een absoluut vreedzame religieuze organisatie is met een lange geschiedenis in de Russische Federatie — meer dan 100 jaar. Deze gelovigen hebben niets met extremisme te maken. Om onbegrijpelijke redenen bestempelt de rechtbank deze gelovigen echter als extremistisch, net als criminele terroristen, alleen omdat ze samenkomen en religieuze diensten houden, de Bijbel bespreken en lofliederen voor God zingen.’ — Dr. Jekaterina Elbakjan, hoogleraar sociologie en management van sociale processen, Academie van Moskou voor Arbeid en Sociale Verhoudingen; lid van de Europese Vereniging voor Godsdienstwetenschap; hoofdredacteur van de Russische editie van Westminster Dictionary of Theological Terms, Study of Religion, en Encyclopedia of Religions, Rusland
‘Uit de juridische procedures tegen de Getuigen blijken twee belangrijke kenmerken van een nieuw religieus beleid in de 21ste eeuw. Het beleid is allereerst xenofobisch en verbonden aan een afkeer van westerse invloeden; ten tweede zijn de aanklachten tegen de Getuigen gebaseerd op anti-religieuze stereotypen en argumenten die dateren uit het Sovjet-verleden. Al deze tekortkomingen en manieren om “niet-traditionele” gemeenschappen te behandelen zijn kenmerkend voor de rechtszaken die tegen Jehovah’s Getuigen worden gevoerd.’ — Dr. Roman Loenkin, hoofd van het Centrum voor Religie en Maatschappij aan het Instituut van Europa, Russische Academie van Wetenschappen in Moskou; voorzitter van de Raad van Deskundigen inzake Religie en Wetgeving, Rusland
‘Het meest problematisch aan het Russische religieuze beleid is een geleidelijke vorming van een antireligieus repressief overheidsapparaat, gericht op het reguleren en beperken van de activiteiten van gelovigen. Ik doel niet alleen op nieuwe wetten tegen extremisme of proselitisme, maar ook op het misbruik van macht op uitvoerende en plaatselijke niveaus. Dit apparaat wordt vaak gebruikt tegen vreedzame en gezagsgetrouwe groeperingen.’ — Dr. Dmitry Oezlaner, onderzoeker, departement Sociale en Economische Wetenschappen van de universiteit van Moskou; hoofdredacteur van State, Religion and Church, Rusland
‘Alleen omdat Jehovah’s Getuigen Gods autoriteit als de hoogste beschouwen, mogen de autoriteiten Getuigen gewoon niet — dus verbieden ze hen. De beslissing over Jehovah’s Getuigen is al gemaakt; ze moeten in Rusland niet bestaan. De rechtbanken geven deze beslissing slechts een juridisch voorkomen.’ — Dr. Lioedmyla Fylypovytsj, hoogleraar, hoofd, vakgroep Religieuze Geschiedenis en Praktische Wetenschappen, Instituut Filosofie van de Nationale Academie van Wetenschappen; vicepresident, Oekraïense Vereniging van Godsdienstonderzoekers, Oekraïne
‘Het toepassen van dezelfde benadering en manieren die worden gebruikt tegen groeperingen die geweld en religieuze haat promoten met een terroristisch oogmerk, tegen een geweldloze religieuze beweging die geen geschiedenis van geweld kent en die een vreedzaam gedachtegoed is toegedaan, is niet alleen extreem maar ook niet rationeel te rechtvaardigen. Er zijn serieuzere uitdagingen voor de regeringen in de wereld van vandaag dan de strijd aangaan met de apolitieke Jehovah’s Getuigen die op een geweldloze manier wachten op de komst van Gods Koninkrijk.’ — Dr. Ringo Ringvee, adviseur, Religieuze Zaken, Estisch ministerie van Binnenlandse Zaken; bijzonder hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap, Theologisch Instituut van de Estische Evangelische Lutherse Kerk, Estland
‘Rusland is niet het enige land met wetgeving tegen extremisme. De term is op zichzelf onduidelijk en subjectief. Ik ben geen advocaat maar ik zie liever dat zulke wetten duidelijkheid geven over het verband tussen extremisme en wat het Britse recht beschouwt als het delict van het aanzetten tot geweld. Russische wetten komen in de praktijk bijna neer op wetten tegen meningen die, om wat voor reden dan ook, ongewenst zijn voor de huidige autoriteiten. Het gebruik van deze wetten tegen Jehovah’s Getuigen valt duidelijk in die categorie. Er zijn geen gevallen, voor zover ik weet, van Jehovah’s Getuigen die tot geweld aanzetten, integendeel.’ — Sir Andrew Wood, medewerker van het Rusland en Eurazië programma, Chantam House, Koninklijk Instituut van Internationale Zaken; voormalig Brits ambassadeur in Rusland (1995-2000), Verenigd Koninkrijk
‘Niets van wat ik [over Getuigen] weet, noch enige kennis die ik heb van individuele Getuigen doet me geloven dat er iets extremistisch aan het geloof is.’ — Dr. James Christie, hoogleraar Theologie en Interreligieuze Dialoog, bestuurder, Ridd Instituut voor Religie en Globaal Beleid, voorzitter, Master Godgeleerdheid, Verenigd Centrum voor Theologisch Onderzoek, Universiteit van Winnipeg; voorzitter, Project Ploegscharen, Conrad Grebel-universiteit, Universiteit van Waterloo, Canada
‘De wetgeving zorgt voor verschillende problemen voor Jehovah’s Getuigen. Ze is een serieuze inperking van de godsdienstvrijheid en een schending van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, in het bijzonder van artikel 18, waarin het recht is omschreven om je geloof, alleen of met anderen, te praktiseren. Het woord “extremistisch” is vaag. In eerste instantie omvatte het organisaties die terreurdaden en geweld pleegden. Jehovah’s Getuigen voldoen op geen enkele manier aan deze beschrijving; ze zijn absolute tegenstanders van oorlog en alle vormen van geweld. Ik begrijp dat de term gedeeltelijk gedefinieerd is in de Russische wetgeving als het “opwekken van een raciaal, etnisch of religieus conflict”, wat wederom geen nauwkeurige omschrijving is van Jehovah’s Getuigen op wat voor manier dan ook. Ze zijn een internationale, multiraciale organisatie die haar best doet om mensen van alle rassen en talen [bij de organisatie] te betrekken.’ — Dr. George D. Chryssides, voormalig hoofd godsdienstwetenschappen, Universiteit van Wolverhampton; onderzoeker hedendaagse godsdienst aan de St. John-universiteit van York en de Universiteit van Birmingham, Verenigd Koninkrijk
‘Naar mijn mening zijn de Russische juridische bepalingen over religieus extremisme en de implementatie ervan met betrekking tot Jehovah’s Getuigen en andere religieuze groeperingen het slechtste voorbeeld van het proces van de veiligstelling van religie en godsdienstvrijheid dat, in mildere vorm, ook kan worden waargenomen in andere Europese landen. De twee meest verontrustende kenmerken zijn dat ze een hoge mate van staatsinterventie in de doctrine en organisatie van religieuze gemeenschappen toestaan en dat ze onderscheid creëren tussen religieuze gemeenschappen.’ — Dr. Silvio Ferrari, erevoorzitter, Internationaal Consortium voor Recht en Religie; co-hoofdredacteur, Oxford Journal of Law and Religion; mede-oprichter, Europees Consortium voor Onderzoek naar Kerk en Staat; hoogleraar recht en religie en kerkelijk recht, Universiteit van Milaan, Italië
‘Het gebruik van anti-extremismewetgeving om geweldloze groeperingen zoals Jehovah’s Getuigen te verbieden, is een duidelijk misbruik van een vage wet. Met de brede benadering waarmee aanklagers en rechtbanken “extremisme” hebben gedefinieerd, kan elke religie succesvol vervolgd worden. Tenzij er een aanzienlijke dreiging van naderend gevaar bestaat, en niemand heeft beweerd dat Jehovah’s Getuigen dit vormen, is een verbod op hen een schending van de Russische Grondwet en van internationaal recht.’ — Prof. Elizabeth A. Clark, mededirecteur, regionaal adviseur voor Centraal- en Oost-Europa, Internationaal Centrum voor Recht en Godsdienstwetenschappen, Brigham Young Universiteit, Verenigde Staten
‘Als “extremisme” algemeen gedefinieerd wordt als niet-traditioneel of onorthodox, dan leidt de rekbaarheid van de term ertoe dat deze gebruikt kan worden voor bepaalden doeleinden. Door het zo ruim te interpreteren dat het Jehovah’s Getuigen omvat, lijkt het meer te gaan om wat wordt beschouwd als traditioneel dan om wat werkelijk bedreigend is. Er is een aanzienlijke mate van continuïteit in de behandeling van Jehovah’s Getuigen in de Sovjettijd en in de periode na de Sovjettijd, van berichtgeving in de media tot politieke standpunten.’ — Dr. Zoe Knox, universitair hoofddocent moderne Russische geschiedenis, Universiteit van Leicester, Verenigd Koninkrijk
‘Het probleem met deze zogenaamde extremismewet is dat hij duidelijk ontworpen is om religieuze minderheden aan te pakken, niet terroristen.’ — Dr. Eric D. Patterson, hoogleraar en decaan, Robertson departement Bestuurskunde, Regent Universiteit, Verenigde Staten
‘Tenzij “extremisme” wordt gedefinieerd als iets wat buiten de norm valt, is het belachelijk om Jehovah’s Getuigen extremistisch te noemen. Het gaat in tegen alles wat ik weet over de theologie en de ideologie van de Getuigen.’ — Prof. Frank Ravitch, hoogleraar rechten, leerstoel Recht en Religie aan Walter H. Stowers, Universiteit van Michigan, Verenigde Staten
‘Politieke crises en conflicten waaien vaak over naar het gebied van religie. De redenen voor een intensievere strijd tegen extremisme in Rusland zijn politiek van aard, niet religieus. Jehovah’s Getuigen in Rusland zijn momenteel slachtoffers buiten hun schuld.’ — Dr. Alar Kilp, docent vergelijkende politiek, Instituut van Bestuur en Politiek, Universiteit van Tartu; medeorganisator van ‘Religie en Politiek in Rusland en Oost-Europa’, Centrum voor EU-Rusland Wetenschappen, Estland
‘De tegenstand van de Russische staat tegen Jehovah’s Getuigen kent een lange geschiedenis die teruggaat tot de Sovjettijd. Jehovah’s Getuigen in de Sovjettijd weigerden te stemmen, in militaire dienst te gaan, staatsobligaties te kopen, lid te worden van de communistische partij of de officiële ideologie te onderschrijven. Zelfs onder onvoorstelbare druk om hun geloof af te zweren bleven ze samenkomen in particuliere huizen en hun geloof met anderen delen. Hun weigering om de Sovjetregering te steunen leidde tot decennia van zware vervolging, waaronder hun massale verbanning naar afgelegen gebieden in Siberië. In de Sovjetstaat werden Getuigen decennialang gearresteerd en gevangengezet, waarbij zelfs kinderen van hun ouders werden gescheiden. Daarnaast publiceerde [de staat] sensationele propaganda dat Getuigen afgeschilderde als criminelen, verraders, en als abnormale personen. Het is niet verrassend dat de erfenis van deze aanhoudende vijandigheid en vervolging tot op heden voortduurt, ook al viel de Sovjet-Unie meer dan twintig jaar geleden.’ — Dr. Emily B. Baran, assistent-hoogleraar Russische en Oost-Europese geschiedenis aan de Staatsuniversiteit van Middle Tennessee, Verenigde Staten
‘De acties van Rusland lijken me nogal extreem, zeker in de dramatische tijd van nu, waarin de identiteit van werkelijke “extremisten” duidelijk zou moeten zijn. Jehovah’s Getuigen zijn een beweging die vrede bevorderd; hun gedachtegoed en aard zijn absoluut geweldloos.’ — Dr. Giampiero Leo, vice-voorzitter, Mensenrechtencomité, regio Piedmont, Italië
‘De wet is gewoon te ruim [geformuleerd]. Het taalgebruik in de wet kan worden toegepast door wetshandhavers om personen met religieuze standpunten die impopulair zijn of die de regering simpelweg niet aanstaan te arresteren of te bedreigen. Veelvoorkomende voorbeelden zijn de arrestaties van Jehovah’s Getuigen, andere minderheidsgroeperingen en zelfs van atheïsten. De wet wordt feitelijk gebruikt om de orthodoxe standpunten die door de regering worden gesteund te beschermen en om meningen die worden ervaren als alternatief of bedreigend voor deze orthodoxie, af te straffen.’ — Melissa Hooper, advocaat, bestuurder, Studiebeursproject Internationaal Recht, Mensenrechten Eerst; voormalig regionaal bestuurder van het Rechtsstatelijk Initiatief Amerikaanse Orde van Advocaten in Moskou, Verenigde Staten
‘Hoewel Jehovah’s Getuigen een christelijke denominatie zijn en ze hun overtuigingen op de Bijbel baseren, beschouwen veel Russen ze als ‘niet-christelijk’, ‘niet-patriottistisch’, (omdat de Getuigen militaire dienst weigeren), een ‘bedreiging’ en dergelijke. Nee, ik vind het etiket “extremisten” niet juist.’ — Dr. Basilius J. Groen, voorzitter van de Interculturele en Interreligieuze Dialoog voor Zuidoost-Europa van Unesco (VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie); hoogleraar liturgiek en sacramentele theologie, bestuurder van het Instituut voor Liturgiek, Christelijke Kunst en Hymnologie, Universiteit van Graz, Oostenrijk
‘Jehovah’s Getuigen zouden hun geloof moeten kunnen beoefenen in Rusland net zoals ze dat in andere landen kunnen. De bescherming van het fundamentele mensenrecht om te geloven in een religie en daarnaar te handelen binnen het publieke domein is verankerd in veel mensenrechtenverdragen en nationale wetten, waaronder het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Russische Grondwet. Jehovah’s Getuigen zouden dat recht volledig moeten kunnen genieten.’ — Eric Rassbach, plaatsvervangend algemeen raadsman, Becket Fonds voor Godsdienstvrijheid, Verenigde Staten
‘Ik ben verrast en ontzet dat Jehovah’s Getuigen op deze manier worden bestempeld als “extremistisch”. Het lijkt de bedoeling om de oprechte religieuze doelstellingen van de leden van het geloof in een verkeerd daglicht te stellen. De grote toewijding van de Getuigen aan het beoefenen en verspreiden van hun geloof vormt nauwelijks een bedreiging voor de Russische staat en een verbod op hen zou een serieuze klap voor de godsdienstvrijheid en mensenrechten zijn, terwijl het niets bijdraagt aan de veiligheid en openbare orde in Rusland.’ — Dr. Shawn F. Peters, senior docent Recht en Religie, Universiteit van Wisconsin, Verenigde Staten
‘Het korte antwoord hier is nee. Allereerst is het bereiken van een dergelijke conclusie gebaseerd op een te ruime definitie van extremisme, waarbij een duidelijke specificatie van geweld of bepaalde heftige vormen van haat als vereiste onderdelen van het strafbare feit ontbreekt, en in plaats daarvan mogelijk alle soorten uitingen kan omvatten. Ten tweede zouden regelrechte verbodsbepalingen op organisaties het signaal afgeven dat de regering niet in staat is te voorzien in andere mogelijke maatregelen die de relevante extremistische praktijken doeltreffend kunnen terugdringen. Het treffen van maatregelen die steeds verder opschuiven naar het uiterste van het spectrum van punitieve overheidssancties moet aanzetten tot onafhankelijke rechterlijke controle om vast te stellen of de maatregelen van de regering daadwerkelijk proportioneel en noodzakelijk zijn om de waargenomen dreiging aan te pakken. Hoewel het niet terecht is dat religieuze groeperingen zoals Jehovah’s Getuigen bestempeld worden als extremistisch of verboden worden, maakt het zojuist omschreven gebrekkige juridische kader deze maatregelen wel mogelijk.’ — Professor Robert C. Blitt, hoogleraar rechten, Universiteit van Tennessee; voormalig specialist internationaal recht, Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid (USCIRF), Verenigde Staten
‘Helemaal niet. Ik vind het een vergissing, en het past niet in een beleid ten gunste van godsdienstvrijheid.’ — Professor Pasquale Ferrara, adjunct hoogleraar, leerstoel Diplomatie, departement Politicologie, Internationale Universiteit Libera degli Studi Sociali Guido Carli (LUISS); leerstoel Internationale Betrekkingen en Integratie, Universitair Instituut ‘Sophia’, Figline e Incisa Valdarno, Italië
‘Ik deel niet al hun overtuigingen, maar ik vind het onjuist en disproportioneel om Jehovah’s Getuigen “extremistisch” te noemen op de manier waarop de Russische autoriteiten dit bedoelen.’ — Dr. Javier Martínez-Torrón, hoogleraar rechten, bestuurder, vakgroep recht en religie, rechtenfaculteit van de Complutenzer-universiteit, Spanje
‘Elementen binnen de Russisch-orthodoxe kerk spannen samen met wetshandhavers om hun eigen belangen te bevorderen en alle waargenomen concurrentie te onderdrukken.’ — Dr. Jim Beckford, lid van de British Academy; hoogleraar emeritus sociologie, Universiteit van Warwick; voormalig voorzitter van het Genootschap voor Wetenschappelijk Onderzoek naar Godsdienst (VS), Verenigd Koninkrijk
‘Een echte Rus is, wanneer christelijk, een lid van de Russisch-orthodoxe kerk. Russen die tot de “verkeerde” religieuze organisatie behoren, worden afgezonderd en buitengesloten van het maatschappelijk leven. De burgerrechten van Jehovah’s Getuigen worden dus ernstig geschonden.’ — Dr. Gerhard Besier, hoogleraar emeritus, Europese wetenschappen, Technische universiteit van Dresden; lector, Stanford-universiteit; bestuurder, Sigmund Neumann Instituut voor Onderzoek naar Vrijheid en Democratie, Duitsland
‘Voor mijn gevoel is veel van de vijandigheid tegenover Jehovah’s Getuigen niet te wijten aan hun leer en geschriften, maar meer aan hun succesvolle proselitisme. Hun toename in aantal komt gedeeltelijk omdat ze, paradoxaal genoeg, “gedijen op vervolging”. Daarnaast hadden de deportaties in de Sovjettijd een averechts effect. In 1951 en 1952 werden naar schatting 7000 Getuigen verbannen naar Centraal-Azië en Siberië. Dit droeg alleen maar bij aan de verdere verspreiding van hun boodschap. Hun aanwezigheid in het hele land is dus zowel het onopzettelijke werk van het Kremlin als het werk van de Getuigen. Aangezien Jehovah’s Getuigen de eerdere onderdrukking van het Sovjetregime hebben overleefd, is te verwachten dat ze het huidige juridische verbod ook zullen overleven.’ — Dr. Mark R. Elliott, oprichter en redacteur, East-West Church and Ministry Report, Asbury-universiteit, Kentucky, Verenigde Staten
‘Naar mijn weten is er geen sociologische definitie van het concept extremisme. Extremisme is een politiek concept dat wordt gebruikt in democratieën waar een centrum, een rechts en een links is. Het is echter moeilijk om de kwalificatie “extremistisch” op een religie toe te passen. Er zijn religieuze groeperingen met gebruiken die intensiever zijn dan die van andere groeperingen (bijvoorbeeld gebruiken waarbij hun gelovigen worden opgeroepen meer te bidden dan anderen of om specifieke voedingsrituelen uit te voeren of te vasten), of die van hun volgelingen verlangen dat zij volgens strengere normen en waarden leven dan anderen. Jehovah’s Getuigen kennen gebruiken die vrij intensief zijn; ze komen vaker samen dan de leden van grote denominaties, maar een dergelijk geregeld samenkomen bestaat ook onder vrome joden. De Getuigen voelen zich genoodzaakt om hun leer te verspreiden door middel van proselitisme op straat of van huis tot huis. Ze hebben strengere normen en waarden dan het doorsnee lid van een grote kerk en ze voelen zich verplicht om eerlijk te zijn in hun werk, in hun contacten met buurtgenoten, in hun loyaliteit binnen hun huwelijk, om beleefd te zijn tegen anderen en om anderen geen kwaad te doen. Ze weigeren militaire dienst zodat ze geen ander persoon in de strijd hoeven te doden. Dit alles geeft blijk van een religiositeit die intensiever is dan die van de belangrijkste kerken, maar deze vormt geen gevaar voor de samenleving. Jehovah’s Getuigen zijn geen fundamentalisten omdat ze niet de macht willen grijpen om een theocratie te stichten (voor hen zal de theocratie alleen volgens Gods wil komen). Ze willen geen samenleving stichten waarin hun beginselen leidend zijn, zoals radicale islamisten. De Getuigen zijn simpelweg biblicisten omdat ze hun persoonlijke leven op hun interpretatie van de Bijbel baseren. Dat is hun keuze. Het enige wat voor de samenleving van belang is, is te weten of ze gevaarlijk zijn of niet. Ik antwoord: “Nee”. De Getuigen zijn neutraal en bemoeien zich niet met politiek. Belangrijker nog, ze plegen geen aanslagen.’ — Dr. Régis Dericquebourg, socioloog, universitair hoofddocent nieuwe religieuze bewegingen, FVG Antwerpen, België
‘Nee, ik vind van niet. Ik ben geen lid of voorstander van Jehovah’s Getuigen en met sommige punten in hun leer ben ik het zelfs oneens, maar ik vind niet dat ze extremistisch zijn (natuurlijk hangt het er vanaf wat er wordt verstaan onder “extremisme”). Ik vind des te meer dat ze, net als iedereen, het recht moeten hebben om hun overtuigingen te uiten.’ — Dr. Thomas Bremer, voormalig onderzoeker, Jordan Centrum voor Gevorderd Onderzoek naar Rusland, Universiteit van New York; hoogleraar oecumenische theologie, oosterse kerk- en vredeswetenschappen, Universiteit van Münster, Duitsland
‘De toepassing van de Russische wetgeving op Jehovah’s Getuigen leidt tot een ongerechtvaardigde beperking van fundamentele vrijheden en is daardoor strijdig met internationale mensenrechtenverdragen die de individuele en collectieve vrijheid van godsdienst of overtuiging beschermen en discriminatie op grond van geloof verbieden. Dit berust op de systematiek, vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen, dat voor de beoordeling van beweringen van een inbreuk op de vrijheid van godsdienst of overtuiging moet worden vastgesteld: 1) of de vrijheid van het uiten van iemands geloof of overtuiging is beperkt, en 2) of de relevante beperking proportioneel en wettelijk gerechtvaardigd was.’ — Dr. Marco Ventura, hoogleraar recht en religie, Universiteit van Siena; bestuurder, Centrum voor Religieus Onderzoek bij de Bruno Kessler Stichting; onderzoeker, Centrum voor Recht, Religie, Onderneming en Maatschappij (DRES), Universiteit van Straatsburg (Frankrijk), Italië
‘De inperking van godsdienstvrijheid uit naam van extremismebestrijding is een betreurenswaardige tactiek. Het is verontrustend dat zulke pogingen om gedachten te sturen opgedrongen blijven worden aan samenlevingen in de 21ste eeuw. Wij allemaal hebben beter verdiend.’ — Dr. Mark Juergensmeyer, bestuurder, Orfalea Centrum voor Mondiaal en Internationaal onderzoek, hoogleraar sociologie, bijzonder hoogleraar godsdienstwetenschappen, Universiteit van Californië, Santa Barbara, Verenigde Staten
Hoe zou u Ruslands benadering van de legitieme uitdaging van extremismebestrijding beschrijven?
‘In de strijd tegen extremisme past Rusland zelf extremistische methoden toe. Het is een starre, krachtige en radicale manier van handelen. Het discriminerende optreden van de autoriteiten is niet uit te leggen, te rechtvaardigen of te begrijpen. Deze beslissingen en praktijken kunnen alleen maar worden gevreesd.’ — Dr. Fylypovytsj, Oekraïne
‘Niemand is meer tegen enige vorm van terrorisme en waardeert de noodzaak om in veiligheid te voorzien meer dan ik. Het aanwenden van de wettelijke bepalingen over extremisme tegen de Jehovah’s Getuigen, een religieuze gemeenschap die zich altijd van enig beroep op geweld heeft onthouden, toont het gevaar van het construeren van veiligheid als een metarecht dat boven elk ander recht gaat, waaronder godsdienstvrijheid. Daarom vind ik iedereen verantwoordelijk is, ook academici, om deze juridische bepalingen en de implementatie ervan resoluut te veroordelen, aangezien ze de godsdienstvrijheid en gelijkheid zo openlijk bedreigen.’ — Dr. Silvio Ferrari, Italië
‘De vormen van extremisme die bestreden zouden moeten worden, zijn degene die mensen in fysiek gevaar brengen. De bestrijding van iets anders [dan dit] is zelf een vorm van extremisme; de agressieve Russische vervolging van een vreedzame groepering als de Jehovah’s Getuigen is dus zelf ronduit “extreem”.’ — Dr. Derek H. Davis, advocaat, voormalig bestuurder van het J.M. Dawson Instituut van de Baylor-universiteit, Verenigde Staten
‘Zoals ik eerder aangaf, is het woord “extremistisch” vaag en de toepassing ervan kan subjectief zijn. Ik zou de Russische maatregelen zeker omschrijven als excessief en ongepast, en de Russische autoriteiten zijn door het EHRM [Europees Hof voor de Rechten van de Mens] veroordeeld voor het schenden van godsdienstvrijheid. Zogenaamde extremistische groeperingen als ISIS zijn natuurlijk een serieuze bedreiging en er dienen maatregelen te worden getroffen om hun activiteiten in te perken. De Jehovah’s Getuigen vormen echter op geen enkele manier een vergelijkbare bedreiging. Het is ongepast om de dreiging van terroristische organisaties aan te voeren als rechtvaardiging voor het beperken van hun werk.’ — Dr. Chryssides, Verenigd Koninkrijk
‘De recente wijziging van de Russische anti-extremismewetgeving kondigt de sluiting aan van de religieuze markt in Rusland en zoals het recente voorbeeld van Jehovah’s Getuigen laat zien, worden de wetswijzigingen gebruikt om de activiteiten van religieuze minderheden te beëindigen. Vanuit historisch perspectief lijken de huidige beperkingen op religieus zendingswerk op die in de Sovjettijd.’ — Dr. Ringvee, Estland
‘Niet alleen groepen geven blijk van extremistische neigingen, maar ook, zoals algemeen bekend is, afzonderlijke personen; extremisme is een vorm van politieke activiteit, niet van een religieuze activiteit op zich. In de Russische Federatie zijn dit soort activiteiten door religieuze organisaties onderhevig aan juridische beperkingen. Als er incidenten (extremistische activiteiten) worden vastgesteld, moet er uiteraard een straf worden opgelegd aan de overtreder — dit is een regel die in overeenstemming is met de rechtsstaat. Bestaat het gevaar dat het religieuze domein wordt gecriminaliseerd op grond van extremistische activiteiten? Ja, in het bijzonder door de selectieve toepassing en de arbitraire interpretatie van juridische normen en door het gebruik van amateuristische (onjuiste) deskundigenrapporten in de rechtspraktijk.’ — Dr. William Schmidt, hoofdredacteur, Eurasia: the spiritual traditions of the peoples; hoogleraar, Nationale en Federatieve Relaties, Russische Presidentiële Academie van Nationale Economie en Publiek Bestuur (RANEPA), Rusland
‘Het gebruik van wetgeving om extremisme tegen te gaan — om de weerlozen te beschermen — is acceptabel wanneer het evenwichtig is. Aan de andere kant is de toepassing van die wetgeving met als doel het beperken van de vrijheid van geweldloze religieuze minderheden, zoals Jehovah’s Getuigen, absoluut onacceptabel.’ — Dr. Leo, Italië
‘Er bestaat een algemene conservatieve, haast reactionaire, kentering in het Russische beleid, minstens sinds 2012. Wetten worden strikter en beperken verschillende politieke en zelfs burgerrechten. De huidige Russische anti-extremismewetgeving is zo breed en vaag dat iedereen er eigenlijk van beschuldigd kan worden een extremist te zijn; je hoeft geen terroristische aanslag te plannen om beschuldigd te worden van extremisme, kritiek op een lokale bureaucraat op social media of deelname aan een politieke bijeenkomst is voldoende. Wetgeving op religieus gebied is slechts één voorbeeld van deze algemene trend.’ — Dr. Oezlaner, Rusland
‘De Russische gewoonte om religie te reguleren lijkt vrij extreem (net als in Azerbeidzjan), aangezien niet veel Europese landen lijsten van verboden religieuze boeken publiceren of de extremistische aard van religieuze teksten politiek en juridisch aanpakken.’ — Dr. Kilp, Estland
‘Nadat de Wet inzake de bestrijding van extremistische activiteit was aangenomen in 2002, begon er zich geleidelijk een onrechtmatige strijd te ontwikkelen tegen extremisme dat is gebaseerd op religie. Anti-extremistisch beleid is sindsdien een wapen geworden om “niet-traditionele” religiositeit te bestrijden. De algemene term “extremisme” geeft rechters aanleiding om besluiten te nemen waarin religieuze lectuur extremistisch wordt verklaard om redenen die vaak tegen het gezond verstand ingaan. Vanaf 2005 is de Wet inzake de bestrijding van extremistische activiteit toegepast op niet-orthodoxen en niet-moslims in Rusland op een nogal tragikomische manier.’ — Dr. Loenkin, Rusland
‘Rusland wil de verspreiding van alle religieuze groeperingen of ideeën verhinderen, met uitzondering van de officiële varianten van de vier traditionele religies. Groeperingen als Jehovah’s Getuigen en ook alle evangelische of proseliterende protestanten komen in aanmerking voor vervolging.’ — Prof. Bowring, Verenigd Koninkrijk
‘De strijd van Rusland tegen minderheden zoals Jehovah’s Getuigen is bovenal discriminerend. Het is verankerd in een lange traditie van sociale, politieke en religieuze vijandigheid tegen alle niet-orthodoxe minderheden, die zondebokken zijn. Frankrijk zit ook in de bovenste regionen als het gaat om de “jacht op sekten”. Frankrijk wilde Jehovah’s Getuigen ruïneren door hen een belastingaanslag op te leggen, maar de Getuigen maakten de zaak aanhangig bij het EHRM [Europees Hof voor de Rechten van de Mens] in Straatsburg en wonnen hun zaak uiteindelijk. Het EHRM veroordeelde Frankrijk tot betaling van een enorme schadevergoeding en rente aan het bijkantoor van de Getuigen in Frankrijk omdat de staat hen [de Getuigen] had gediscrimineerd door hun wettelijke religieuze registratie te weigeren en daarmee ook de belastingvrijstelling voor giften van hun leden.’ — Dr. Dericquebourg, België
‘Rusland zou echt extremisme moeten bestrijden — dat wat aanzet tot of uitloopt op geweld — maar de regels in kwestie zijn draconisch wanneer ze worden toegepast op de meeste religieuze groeperingen. Wat ze draconisch maakt is de verhouding van de straf tot de overtreding. De tweede reden waarom ze draconisch zijn, is wegens wat of wie ze als doel hebben. Een voorbeeld is een boete van 15.000 dollar, die verwoestend kan zijn voor een kleine kerkelijke groep of een kleine organisatie zonder winstoogmerk. Een van de regels vereist een registratie van 15 jaar voordat een buitenlands persoon zoals een religieus leider of een missionaris toegang tot Rusland krijgt.’ — Dr. Patterson, Verenigde Staten
‘De uitdagingen van misdaadbestrijding — waaronder terrorisme en extremisme wanneer gebruikt in relatie tot anti-sociale en inhumane daden — worden elke dag relevanter. Het is echter één ding om werkelijke misdaad te bestrijden en iets heel anders om elementen uit het Wetboek van Strafrecht te gebruiken om het recht van mensen op vrijheid van geweten, waaronder de vrijheid van aanbidding, openlijk te discrimineren. Veel deskundigen in Rusland, wetenschappers en juristen, beschouwen de toepassing van de term “extremisme” op bepaalde religieuze minderheden als ongrondwettig en illegaal. Wanneer rechtsbeginselen om verschillende redenen worden verdrongen door corruptie, worden, zoals we weten, rechten, waaronder mensenrechten en [fundamentele] vrijheden, veronachtzaamd.’ — Dr. Elbakjan, Rusland
‘Het meest omstreden punt in de Russische wetgeving in de strijd tegen extremisme is het concept van extremisme zelf. Dit is geen juridisch concept maar meer een politiek concept. Volgens het EVRM [Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens] mogen staten bijvoorbeeld de vrijheden uit het Verdrag, zoals de vrijheid van religie of meningsuiting, beperken wanneer dit noodzakelijk is in het belang van de “nationale en openbare veiligheid, welvaart, bescherming van orde, misdaadpreventie, bescherming van volksgezondheid, goede zeden, of van de rechten en vrijheden van anderen, handhaving van de openbare orde”, etc. Zo zijn staten op grond van het internationale recht al bevoegd om openbare vrijheden te beperken als ze een legitieme bedreiging waarnemen. Het opstellen van specifieke wetgeving tegen extremisme is daarom niet noodzakelijk om de doelstellingen te bereiken die door het EVRM als legitiem zijn aangemerkt. Het ontbreken van een duidelijke definitie in de Russische wet is het meest problematisch. Wat betekent het om “extremistisch” te zijn volgens de Russische wet? Nogmaals, het is eigenlijk een politiek concept, dat autoriteiten in staat stelt de vrijheden te beperken van degenen die in hun ogen ongewenst zijn. Vanuit dit oogpunt is het duidelijk dat de Russische wetgeving strijdig is met zowel de geest als de tekst van het EVRM.’ — Dr. Hocine Sadok, docent publiekrecht, bestuurder, vakgroep Sociale en Juridische Economie, Universiteit van Haute Alsace, Frankrijk
‘Extremismebestrijding vraagt om een complex evenwicht tussen overheidsbelangen en individuele vrijheden, in plaats van een totale verwerping van de laatstgenoemde. Ruslands activiteiten op het gebied van anti-extremisme falen compleet in het bewaren van dit noodzakelijke evenwicht. De aanpak van de regering voor het definiëren en vervolgen van extremisme dient bovenal haar eigen bekrompen belangen. Hoewel de wetgeving de burgers van Rusland kan beschermen tegen werkelijke bedreigingen, geeft het de regering een makkelijk middel om individuen en groepen die om de een of andere reden als ongewenst of bedreigend voor de traditionele geestelijke waarden van Rusland worden gezien, tegen te houden en zelfs tot zwijgen te brengen. Dat Rusland deze wetgeving weet te behouden en uit te breiden, is op zijn minst voor een deel te wijten aan de afbrokkeling van betekenisvolle democratische processen binnen de staat en het falen van verschillende externe spelers — waaronder staten en internationale organen — om deze verontrustende realiteit doeltreffend te signaleren en erop te reageren.’ — Prof. Blitt, Verenigde Staten
‘Helaas staat Rusland op het punt om dezelfde soort fout te maken met Jehovah’s Getuigen als de Verenigde Staten in de jaren 40 hebben gemaakt. In die tijd werden Jehovah’s Getuigen door veel Amerikanen ten onrechte bezien als “extreem” omdat hun religieuze geweten hen niet toestond om de eed van trouw af te leggen. In het begin bestraften overheidsfunctionarissen, en zelfs het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten, Jehovah’s Getuigen voor hun non-conforme gedrag. Dit leidde aanvankelijk tot verschrikkelijk fysiek geweld tegen Jehovah’s Getuigen, maar later tot het heroverwegen van de gewetenskwestie. Uiteindelijk accepteerden de meeste Amerikanen en Amerikaanse rechtbanken dat religieuze diversiteit, Jehovah’s Getuigen incluis, een goede zaak is voor de maatschappij.’ — Rassbach, Verenigde Staten
‘Een ruime beoordelingsmarge is inherent aan hoe Russische juridische bronnen omgaan met ruime categorieën zoals “extremisme/extremistisch” en “extremistische activiteit”, “delen van overtuiging”, “zendingswerk” en aanspraken op beweringen van “waarheid” of “superioriteit” van iemands eigen religie of geloofssysteem. Aangezien de officiële documenten geen afgebakende en duidelijke definities geven en de regels over indiening en beoordeling van bewijs extreem ruim zijn — zo ruim dat extremisme in religieuze context niet vereist dat er sprake is van de bedreiging met of het gebruik van geweld — wordt veiligheidsbeambten, administratief personeel, rechters en deskundigen een enorme beoordelingsmarge toegestaan. Het is veelzeggend dat de Russische autoriteiten ervoor kiezen geen gehoor te geven aan het verzoek van het VN-Mensenrechtencomité (Concluding Observations van 28 april 2015) om de “vage en onafgebakende definitie van ‘extremistische activiteit’ te verduidelijken, ervoor te zorgen dat de definitie een element van geweld of haat vereist en om duidelijk vast te stellen” met specifieke criteria “op welke manier materialen worden aangemerkt als extremistisch” en “alle noodzakelijke maatregelen” te treffen “om het arbitraire gebruik van de wet te voorkomen en om de Federale Lijst van Extremistisch Materiaal te herzien.”’ — Dr. Ventura, Italië
‘De Russische anti-extremismewet werd voor het eerst aangenomen in 2002; tegen 2007 was de wet uitgebreid en omvatte het geweldloze activiteiten of het promoten van standpunten op onder meer religieus gebied. Als Russische ambtenaren het strafrecht te breed gaan toepassen, ontstaat het risico dat vreedzame mensen die zich slechts willen verdiepen in religieuze of andere ideeën die niet geliefd zijn bij de staat, het slachtoffer worden. Moslims die er bijvoorbeeld voor kiezen om hun geloof te beoefenen buiten de officieel goedgekeurde georganiseerde groeperingen, worden vaak veroordeeld door Russische rechtbanken omdat ze in zogenaamd conflict komen met de veel te ruime Russische anti-extremismewet. Echte officiële tolerantie gecombineerd met een nieuwe gerechtelijke benadering zou hervormde religie- en extremismewetgeving toepassen om de prachtige religieuze en etnische diversiteit in Rusland te helpen bevorderen. Rusland zou zijn hardhandige methoden om diversiteit in een grijze regeringsjas van opgelegde conformiteit te persen, achter zich moeten laten.’ — Catherine Cosman, senior beleidsanalist (Europa en de landen van de voormalige Sovjet-Unie), Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid (USCIRF), Verenigde Staten
‘Het meeste religieuze beleid over anti-extremisme komt voort uit de culturele centralisatie die door de Russisch-orthodoxe kerk sterk wordt nagestreefd.’ — Dr. Besier, Duitsland
‘Hoewel Rusland zeker te maken heeft gehad met geweld dat door religieus extremisme is aangewakkerd, heeft het zich in toenemende mate gewend tot juridische anti-extremismemaatregelen om ook impopulaire religieuze groeperingen te beperken, in plaats van alleen de groeperingen die betrokken zijn bij gewelddadige gedragingen.’ — Prof. Clark, Verenigde Staten
‘Het rechtssysteem van Rusland is in twee belangrijke opzichten zeer gebrekkig. De uitvoerige geschreven grondwet die voorziet in, onder andere, vrijheid van aanbidding, wordt bezien als het allerhoogst. Het is de verantwoordelijkheid van het Constitutionele Hof om te beoordelen of bepaalde daden of wettelijke voorzieningen in overeenstemming zijn met de hoogste Russische wet. In de praktijk wordt niet helemaal aan deze voorwaarden voldaan. De Russische rechtbanken zijn in de praktijk onderworpen aan instructies van de federale of de regionale autoriteiten, die uiteindelijk niet wettelijk verantwoordelijk zijn. Ten tweede kunnen Russische wetten heel ruim en op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. De Russische wetgeving over extremisme bevat geen duidelijke definitie van extremisme. De wetten kunnen daarom min of meer geïnterpreteerd worden zoals de uitvoerende instanties op alle niveaus dit willen.’ — Sir Andrew Wood, Verenigd Koninkrijk
‘Rusland heeft het volste recht, en in feite ook een plicht aan zijn inwoners, om echt extremisme te bestrijden. Het bestempelen van impopulaire religieuze groeperingen als extreem terwijl ze geen bedreiging vormen voor de fysieke veiligheid van anderen, is echter zelf best extreem. Ik denk dat de huidige Russische regering minder bezorgd is om echte extremisten zolang zij ze onder controle kan houden. Ik denk dat ze veel banger zijn voor een groep waarvan ze het gevoel hebben dat ze ze niet onder controle kunnen houden. Gezien de loyaliteit van Jehovah’s Getuigen aan God in de eerste plaats, denk ik dat de huidige regering het stempel “extremistisch” gebruikt om Getuigen te weren. Ik denk ook dat de Russisch-orthodoxe kerk invloed uitoefent om proseliterende christelijke minderheden te weren.’ — Prof. Ravitch, Verenigde Staten
‘De Russische wet en het door de autoriteiten gevoerde beleid ontnemen veel personen en organisaties hun fundamentele rechten, zoals het recht op meningsuiting. Zelfs als een mening objectief gezien verkeerd is, moet het recht bestaan om die te uiten. Een verbod is alleen te rechtvaardigen in een klein aantal gevallen waarin het leven van anderen in gevaar zou moeten zijn of de openbare orde verstoord zou kunnen raken. Dit is niet het geval met Jehovah’s Getuigen.’ — Dr. Bremer, Duitsland
Volgens de Russische wet kunnen gelovigen ‘extremistisch’ worden verklaard wanneer ze verkondigen dat hun geloof waar en superieur is. Zou dat een juridische basis voor de vaststelling van extremisme moeten vormen?
‘Nee. Dit is irrationeel, onredelijk en een schending van de mensenrechtennormen die Rusland verplicht is na te komen op grond van verdragen, waaronder artikel 9 van het EVRM [Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens] en artikel 18 van het IVBPR [Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten].’ — Prof. Bowring, Verenigd Koninkrijk
‘Nee, ik ken geen beginsel in het internationale recht dat toestaat dat iemand als een extremist wordt aangemerkt voor het geloof dat zijn of haar religie waar is.’ — Prof. Garrett Epps, hoogleraar rechten, rechtenfaculteit van de Universiteit van Baltimore, correspondent voor het Hooggerechtshof, The Atlantic, Verenigde Staten
‘Ten eerste is dit idee volstrekt absurd. Als het op een eerlijke manier zou worden gehandhaafd zou het resulteren in een verbod op alle religies onder de Russische wet. Alle religies beweren de waarheid te hebben en alle gelovigen vertrouwen erop dat hun geloof waar is. Wat is anders nog de waarde van religie? Deze wet is een juridisch excuus dat de Russische staat in staat stelt om religieuze minderheden te discrimineren, Jehovah’s Getuigen in het bijzonder.’ — Dr. Baran, Verenigde Staten
‘Ik dacht dat iedereen in de superioriteit van zijn eigen religie geloofde. Als ze dat niet deden, zouden ze wel veranderen [van religie]. Jehovah’s Getuigen geloven zeker dat ze de unieke rechthebbenden zijn als het gaat om het bezit van de “de waarheid”, maar andere vormen van het christendom en andere religies zijn ook geneigd om vergelijkbare aanspraken te maken op uniciteit. Geloof in de superioriteit en uniciteit van iemands eigen religie zou zeker erkend moeten worden uit naam van godsdienstvrijheid, zoals gedefinieerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.’ — Dr. Chryssides, Verenigd Koninkrijk
‘Het is schokkend dat deskundigen de essentie van religieuze activiteit kunnen kwalificeren als “extremisme”. Het is de grondslag van het bestaan van elke gemeenschap van gelovigen die leven met het geloof in hun waarheid, die alleen hun toebehoort. Gelovigen in een gemeenschap hebben hun eigen interpretatie van de waarheid en, hierop gebaseerd, van de heilige geschriften. Logischerwijs zijn ze dan “onverenigbaar met andere religieuze groeperingen”.’ — Dr. Loenkin, Rusland
‘Dit standpunt is uiteraard schandalig. Gelovige personen maken de keuze om volgens de leerstellingen van de door hun gekozen religie te leven omdat ze geloven dat deze waar zijn en superieur aan de leerstellingen van andere religies. Het Russische standpunt maakt alle religies tot een voorwerp van spot.’ — Dr. Davis, Verenigde Staten
‘Op slechts enkele uitzonderingen na zijn alle religies ervan overtuigd dat hun overtuigingen over God waar zijn. Niemand zegt: “Een andere religie is beter en meer waarheidsgetrouw dan die van ons”.’ — Dr. Bremer, Duitsland
‘Ik beschouw die vraag als retorisch, onnodig om te beantwoorden. Natuurlijk wenst elke gelovige dat anderen ook worden gered in plaats van rond te blijven dwalen in de duisternis van verkeerde ideeën; dat is de reden dat gelovigen geneigd zijn aan de juistheid van hun eigen religie vast te houden.’ — Dr. Aidar Soeltanov, Russisch rechtsgeleerde en mensenrechtenactivist, Rusland
‘Zoals ik al zei is extremisme niet een begrip uit de religieuze sociologie. Om het potentiële gevaar van een religieuze groepering voor de openbare orde of voor de veiligheid van het land vast te stellen, moet er worden gekeken naar wat ze doet, en niet naar wat ze gelooft. Als ze geen onrechtmatige daad pleegt, kan ze niet veroordeeld worden. Een religieuze groepering heeft het recht om te zeggen wat ze het juiste uitgangspunt acht. Trouwens, alle politici zeggen ook dat ze de beste zijn en niemand noemt hen daarom extremisten. Ik heb nog nooit een politicus horen zeggen dat hij liegt en dat zijn politieke partij inferieur is aan die van andere politici. Elke religieuze groepering denkt dat ze de beste interpretatie van de Heilige Schriften heeft. Wat van belang zou moeten zijn voor regeringen, zijn de illegale of gewelddadige daden die de groeperingen plegen of zouden kunnen plegen.’ —Dr. Dericquebourg, België
‘De recente wetswijzigingen die een beperking op het delen van geloofsovertuigingen opleggen zijn duidelijk onredelijk. Wanneer trouwe aanhangers van een religie wordt verhinderd om te geloven en verkondigen, op een vreedzame en tactvolle manier, dat hun religie de ware is, wordt de godsdienstvrijheid ernstig beperkt.’ — Dr. Ferrari, Italië
‘Enkel het verkondigen van de waarheid van iemands religieuze standpunten of de superioriteit van een bepaald geloof zou niet, op zichzelf, voldoende moeten zijn om extremisme op te leveren. De meeste religies zijn gebaseerd op een aantal eigen aanspraken op bepaalde waarheden die, veelal op het eerste gezicht, rechtstreeks ingaan tegen de grondstellingen van andere religies. Ondanks dit conflict kunnen zulke aanspraken worden gemaakt op een vreedzame manier, die de rechten en vrijheden van anderen niet verstoort en die geen gevaar oplevert voor de openbare orde. Als deze tegengestelde meningen worden geuit zonder bedreigingen, oproepen tot geweld of actieve verspreiding van extreme vormen van haat, vormen ze een fundamenteel element van een levendige democratische maatschappij. Hoewel het IVBPR [Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten] regeringen verplicht om het “promoten van (...) religieuze haat die aanzet tot discriminatie, vijandigheid of geweld” te verbieden, moet een dergelijk promoten een hoge drempel overschrijden voordat deze verplichting van kracht wordt. Bovendien moet elk regeringsbesluit om op deze grond te handelen nog steeds voldoen aan de criteria van proportionaliteit en noodzakelijkheid om zijn acties te rechtvaardigen. Veel bewijs rond het gebruik van de anti-extremismewet door de Russische regering toont hoe bijzonder weinig aandacht er is geschonken aan zaken als proportionaliteit of noodzakelijkheid, laat staan dat er moeite is gedaan om de religieuze standpunten die als “extremistisch” worden beschouwd, echt te begrijpen.’ — Prof. Blitt, Verenigde Staten
‘Het gaat hier niet alleen over godsdienstvrijheid maar ook over de vrijheid van meningsuiting. Deze wet betekent dat deze sancties kunnen worden ingezet tegen alle religieuze groeperingen die als onwelkom worden beschouwd door het politieke establishment, of door andere religieuze groeperingen die invloed hebben op politieke besluitvormers, om ongewenste concurrentie van religieuze ideeën te elimineren.’ — Dr.Ringvee, Estland
‘Het argument dat het verkondigen van de waarheid en superioriteit van iemands religie een bewijs is van extremisme, is een goed voorbeeld van de onduidelijkheid van de kern van de Russische anti-extremismewetgeving. Ten minste één van Ruslands goedgekeurde traditionele religies is gebaseerd op een dergelijke aanspraak.’ — Sir Andrew Wood, Verenigd Koninkrijk
‘Volgens Russische wetgeving kan enkel het promoten van één religie, het zeggen dat die waar is, aangemerkt worden als haatzaaien of aanzetten tot geweld. De echte grens, vanuit het standpunt van nationale veiligheid bezien, zou moeten liggen bij het moment dat een religieus persoon of religieuze groep schade aan anderen promoot — met andere woorden, wanneer mensen zeggen dat hun religie hun aanzet tot het vermoorden van mensen met een ander geloof. Regeringen hebben een veiligheidsbelang in het vaststellen van grenzen. Het aanzetten tot geweld is als het roepen van brand in een bioscoop, of als een religieuze autoriteit die opdracht geeft tot moord. Maar degenen die het voornaamste doelwit zijn van de Russische wet lijken niet aan dit criterium te voldoen.’ — Dr. Patterson, Verenigde Staten
‘De Russische wetgeving schendt een fundamenteel internationaal principe van vrijheid van religie of overtuiging door de opname van het geweldloos promoten van de superioriteit van een religie als zogenaamd onderdeel van extremisme. Deze bepaling is een belangrijke reden dat het USCIRF [Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid] deze wet als een “grote bedreiging voor de godsdienstvrijheid” beschouwt. Een andere bepaling van de wet, die het “aanzetten tot religieuze twist” verbiedt, wordt gebruikt om proselitisme te verbieden, vooral door religieuze groeperingen die niet worden gesteund door de staat, zoals Jehovah’s Getuigen. — Catherine Cosman, Verenigde Staten
‘Voor zover de beperking is gericht tegen de religieuze aanspraak op waarheid en superioriteit, wat betekent tegen de innerlijke geestelijke vrijheid (forum internum) en het wezenlijke recht op het bezitten van een geloof, kan een dergelijke beperking in geen geval gerechtvaardigd zijn.’ — Dr. Ventura, Italië
‘Alle religieuze groeperingen doen wel wat exclusieve aanspraken op de waarheid, die op zichzelf genomen niet gevaarlijk zijn. Exclusieve waarheidsclaims zitten feitelijk in de aard van de meeste religies.’ — Dr. Brian Grim, voorzitter, Stichting Religieuze Vrijheid & Onderneming; gasthoogleraar, Universiteit St. Mary’s in Londen; adviseur, Tony Blair Faith Foundation; onderzoeker, Project Godsdienstvirjheid, Georgetown Universiteit; aangesloten onderzoeker, Instituut voor Cultuur, Religie & Wereldpolitiek, Universiteit van Boston, Verenigde Staten
‘Godsdienstvrijheid omvat het recht van gelovigen om de waarheid van hun religie te verkondigen, en dat het de beste of enige versie van de waarheid is. Hoewel dit voor anderen ongemakkelijk kan zijn, hebben gelovigen het recht om de waarheid van hun eigen geloofsovertuigingen te verkondigen, zolang ze hun meningen niet opdringen of anderen dwingen.’ — Dr. Carolyn Evans, decaan, leerstoel recht bij Harrison Moore, Melbourne rechtenfaculteit, mederedacteur, Religion and International Law; mederedacteur, Law and Religion in Historical and Theoretical Perspectives, Australië
‘Als het verkondigen van de waarheid van je eigen religie “extremistisch” is, zouden de meesten gelovigen schuldig zijn.’ — Dr. William Cavanaugh, hoogleraar katholieke wetenschappen, bestuurder, Centrum voor Wereldwijd Katholicisme en Interculturele Theologie, DePaul-universiteit, Verenigde Staten
‘Dat iemand de waarheid van zijn geloof promoot is geen teken van “religieus extremisme”, maar meer een [blijk van] toewijding aan zijn kernwaarden. Tenzij deze kernwaarden intolerant zijn ten aanzien van andere overtuigingen of religies, moeten ze worden ondersteund door de burgerlijke autoriteiten als fundamenteel mensenrecht.’ — Dr. John A. Bernbaum, voorzitter, Russisch-Amerikaans Instituut (Moskou), Verenigde Staten
Wat voor reputatie hebben Jehovah’s Getuigen als burgers onder deskundigen en geleerden?
‘Mijn onderzoek naar Jehovah’s Getuigen in verschillende landen heeft me in contact gebracht met vreedzame, wetsgetrouwe en betrokken burgers met een scherp bewustzijn van en respect voor de religieuze identiteit van de meerderheid, en die tegelijkertijd ijverig werken om hun eigen recht op vrijheid van geloof en het onbelemmerd beoefenen ervan veilig te stellen. Hun inspanningen, vooral op juridisch gebied, zijn belangrijk geweest voor de bevordering van de vrijheid van religie of overtuiging voor personen en gemeenschappen van veel andere minderheden, maar ook van de grotere religies.’ — Dr. Effie Fokas, bestuurder en oprichter (2008-2012), Forum voor Religie, onderzoeker, Helleens Observatorium, faculteit Economie van de Universiteit van Londen; voormalig medewerker Marie Curie, ‘Pluralisme en Religieuze Vrijheid in Orthodoxe Landen in Europa’ (PLUREL), Helleense Stichting voor Europees en Buitenlands Beleid, Griekenland
‘Ik ken Jehovah’s Getuigen, niet alleen als onderzoeker die hun geschiedenis, leer, en gebruiken bestudeert, maar ook als gewoon persoon in het dagelijks leven. Ze zijn mijn buren, kennissen en collega’s. In mijn kringen is hun reputatie behoorlijk goed. Ze houden zich aan de wet. Ze kunnen goed overweg met anderen, ongeacht hun politieke kijk of religieuze gezindheid. Ze beperken zich niet tot de belangen en behoeften van hun eigen religieuze gemeenschap. Jehovah’s Getuigen onthouden zich van deelname aan de politiek, zijn terughoudend in hun uitlatingen over en beoordeling van de autoriteiten, maar zijn als burgers niet onverschillig ten aanzien van de gebeurtenissen in hun land. Ik geloof dat ze een hele belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke vooruitgang en dat ze de welvaart en de stabiliteit van de maatschappij bevorderen omdat ze traditionele christelijke waarden promoten. Ze zijn goede gezinsleden, zijn trouw aan hun man of vrouw; ze houden van hun ouders en hebben verantwoordelijkheidsgevoel bij het opvoeden van hun kinderen.’ — Dr. Fylypovytsj, Oekraïne
‘De Jehovah’s Getuigen die ik ken in Groot-Brittannië leveren een bijdrage aan de maatschappij door eerlijk werk te doen en hun belasting te betalen zonder deze te ontwijken. Ze bezien gehoorzaamheid aan de wet als een religieuze plicht, behalve in een beperkt aantal gevallen waarin ze het kunnen bezien als strijdig met hun begrip van Gods wet.’ — Dr. Chryssides, Verenigd Koninkrijk
‘Door het bestuderen van verschillende religies als godsdienstgeleerde, weet ik dat de religieuze organisatie van Jehovah’s Getuigen niet agressief is, maar juist pacifistisch. De leden hebben uit principe geen deel aan de politiek en mengen zich nooit in staatsaangelegenheden. Deze gelovigen leveren echter wel een bijdrage aan de samenleving door eerlijk werk te verrichten voor verscheidene bedrijven en organisaties, hun belasting eerlijk te betalen om de regering te steunen, en door medeburgers te helpen in tijden van nood, zoals na sociale of natuurrampen.’ — Dr. Elbakjan, Rusland
‘Ik heb in de loop der jaren veel Jehovah’s Getuigen ontmoet en één van mijn beste studenten in mijn Masterprogramma mensenrechten was een jonge Getuige, die een uitstekende dissertatie schreef over godsdienstvrijheid in Rusland. Mijn ervaring is dat Jehovah’s Getuigen een voorbeeld zijn in beleefdheid en goed gedrag, en dat ze niet beledigd zijn door het feit dat ik het niet eens ben met hun geloofsovertuigingen.’ — Prof. Bowring, Verenigd Koninkrijk
‘Na een groot aantal Jehovah’s Getuigen te hebben verdedigd in de afgelopen 60 jaar, kan ik zeggen dat ik — ook al deel ik hun mening over de Bijbel niet — hen persoonlijk altijd heb bezien als mensen gekenmerkt door extreem hoge morele maatstaven, onbuigzaam geloof en vreedzaam activisme.’ — Bruno Segre, advocaat; journalist, hoofdredacteur, L’INCONTRO; erevoorzitter, Raad van Turijn voor Institutioneel Lekendom; erevoorzitter, Nationale Vereniging voor Vrijheid van Gedachte ‘Giordano Bruno’, Italië
‘Ik heb enkele jaren doorgebracht als toehoorder in gemeenten van Jehovah’s Getuigen om mijn proefschrift, en daarna artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, over hen te schrijven. Ik kan zeggen dat de Getuigen goede, eerlijke burgers zijn van de landen waarin ze leven. Ze mengen zich niet in de politieke aangelegenheden van hun land, maar ze betalen hun belastingen; soms doen ze mee aan plaatselijk vrijwilligerswerk als brandweerlieden; ze helpen mensen die het slachtoffer zijn van rampen, zoals de overstromingen in Orange en Bollène in Frankrijk — zonder dat ze nieuwe volgelingen maken onder de mensen die ze geholpen hebben. Ze doen het gewoon om mensen te helpen. De Getuigen steunen onderzoek naar alternatieven voor bloedtransfusie waar niet-Getuigen profijt van hebben.’ — Dr. Dericquebourg, België
‘Jehovah’s Getuigen hebben de reputatie gewetensvolle, gezagsgetrouwe burgers te zijn.’ — Dr. Knox, Verenigd Koninkrijk
‘ Ik heb het grootste respect voor de Jehovah’s Getuigen. Ze zijn betrokken, vreedzaam, serieus in hun wens om God te eren en dienen anderen trouw. Ik ken werkgevers die echt op zoek gaan naar Jehovah’s Getuigen als toekomstige werknemers wegens hun eerlijkheid en goede werkethiek.’ — Dr. Davis, Verenigde Staten
‘Als ik kijk naar de situatie van Jehovah’s Getuigen in Estland is het duidelijk dat de publieke opinie in de loop van de decennia veranderd is, aangezien de negatieve stereotypen niet meer bestaan. In een seculiere, multireligieuze samenleving worden Jehovah’s Getuigen bezien als een van de vele religieuze groeperingen.’ — Dr. Ringvee, Estland
‘Jehovah’s Getuigen functioneren vreedzaam als een deel van de samenleving.’ — Prof. Clark, Verenigde Staten
‘De vervolging van Jehovah’s Getuigen is helaas gebaseerd op een nogal simpel, elementair uitgangspunt: ze zijn niet gewild door een bepaald deel van de maatschappij dat vaak niets weet over de leringen en gewoonten van Jehovah’s Getuigen. Tegen de achtergrond van doorzoekingen, inspecties, de beslaglegging op en het extremistisch verklaren van hun boeken en tijdschriften, blijven Jehovah’s Getuigen echter binnen de grenzen van de wet.’ — Dr. Loenkin, Rusland
‘Degenen die geen uitgebreid contact hebben gehad met Jehovah’s Getuigen kennen ze mogelijk alleen van hun huis-tot-huis evangelisatie, dat soms weliswaar wordt ervaren als irritant. Ik ben er echter altijd vlug bij om mensen eraan te herinneren dat het recht van de Getuigen om bij je aan te kloppen deel uitmaakt van het leven in een democratische samenleving. We zijn de Getuigen dank verschuldigd voor het wettelijk verdedigen van hun rechten in onze rechtbanken, waardoor de bescherming van het recht op meningsuiting verder is uitgebreid.’ — Dr. Baran, Verenigde Staten
‘Ik ben vooral bekend met Jehovah’s Getuigen in de Verenigde Staten. Ze hebben veel bijgedragen aan de maatschappij en aan het begrip van het Eerste Amendement door op te komen voor burgerlijke vrijheden in bekende zaken zoals Barnette. Ironisch genoeg kan het juist deze geschiedenis van bevordering van burgerlijke vrijheden zijn, waar Rusland voor vreest.’ — Prof. Ravitch, Verenigde Staten
‘Door mijn onderzoek naar de juridische geschiedenis van Amerika ben ik de belangrijke bijdragen van Jehovah’s Getuigen aan het veiligstellen van de grondwettelijke bescherming van burgerlijke vrijheden gaan waarderen. Hun vastberadenheid om onbelemmerd hun geloof te beoefenen heeft geleid tot een uitbreiding van waarborgen voor de rechten van het Eerste Amendement voor alle Amerikanen. Ze hebben ook soortgelijke belangrijke bijdragen geleverd in andere landen. Dit heeft niet alleen voordelen voor henzelf, maar ook voor leden van talloze andere geloven.’ — Dr. Peters, Verenigde Staten
‘In mijn land, Estland, hebben Jehovah’s Getuigen als burgers een goede reputatie. Ze leveren een bijdrage aan de maatschappij en betalen hun belastingen. Ze behoren tot de gezagsgetrouwe hoofdmoot van de maatschappij. Ze gaan niet in militaire dienst maar aangezien er een systeem van vervangende dienstplicht (werk in scholen, ziekenhuizen, etc.) is, leveren ze daar hun bijdrage aan.’ — Dr. Ain Riistan, docent van het Nieuwe Testament, faculteit Theologie en Godsdienstwetenschappen, Universiteit van Tartu; universitair hoofddocent Theologie van vrije kerken en Geschiedenis van godsdiensten, Theologisch Seminarie van Tartu, Estland
‘Ik persoonlijk heb vriendschappelijke contacten met verschillende Griekse Getuigen. Mijn voormalige buren in Thessalonik (waar ik vroeger woonde) zijn Getuigen. Waar ik ook ben, ik protesteer tegen de onjuiste vervolging van Getuigen, uit principe en omdat ze in de regel oprechte christenen en hardwerkende en loyale mensen zijn.’ — Dr. Groen, Oostenrijk
‘Mijn beperkte ervaring met Jehovah’s Getuigen, voornamelijk in Spanje, is dat ze goede, betrokken en eerlijke mensen zijn, onverzettelijk in hun leerstellingen — wat niet per definitie negatief is, mits je er een rationeel gesprek over kunt aangaan.’ — Dr. Martínez-Torrón, Spanje
‘Mensen van geloof, zoals Jehovah’s Getuigen, zijn constructieve burgers in de landen waar ze wonen. Er valt niets te vrezen van deze religieuze gemeenschap. Het is duidelijk onterecht om hen te discrimineren.’ — Dr. Bernbaum, Verenigde Staten
‘Wat ik bewonder aan de Jehovah’s Getuigen is hun geweldloosheid en hun weerstand tegen afgoderij in de vorm van nationalisme en vlaggengroet.’ — Dr. Cavanaugh, Verenigde Staten
‘Wat betreft de Duitse samenleving kan ik zeggen dat ik hen nooit anders heb ervaren dan als normale, loyale en onopvallende burgers, zoals de meeste andere mensen dat zijn.’ — Dr. Bremer, Duitsland
‘De onterechte en disproportionele inmenging in de levens van Jehovah’s Getuigen in Rusland is totaal ongegrond gezien de reputatie van Jehovah’s Getuigen in Europa en wereldwijd als vreedzame gemeenschap die zich inspant voor het algemeen welzijn. Jehovah’s Getuigen genieten een welverdiende en betrouwbare reputatie wegens hun onderwijs [dat mensen vormt tot] gezagsgetrouwe, geweldloze, loyale burgers, en voor het bijdragen aan de groei, saamhorigheid en welvaart van de samenleving op veel verschillende manieren, zoals wordt erkend in onafhankelijk onderzoek op het gebied van geschiedenis en sociale wetenschappen. Hun vrijheid is een kostbaar middel in de strijd tegen extremisme, in Rusland en daarbuiten.’— Dr. Ventura, Italië
Persvoorlichters:
Internationaal: David A. Semonian, Office of Public Information, tel. +1 718 560 5000
Rusland: Jaroslav Sivoelski, tel. +7 812 702 2691