Ja, de volgende vier Bijbelse principes kunnen een hulp zijn bij geldzorgen en schulden.

1.   Plan je uitgaven. „De plannen van de vlijtige leiden waarlijk tot voordeel, maar ieder die haastig is, stuurt waarlijk aan op gebrek” (Spreuken 21:5). Koop dingen niet in een opwelling, alleen maar omdat ze in de aanbieding zijn. Stel een budget op en hou je daaraan.

2.   Vermijd onnodige schulden. „Wie leent, is een knecht van de man die uitleent” (Spreuken 22:7). Als je al schulden hebt en die niet kunt aflossen, probeer dan te onderhandelen over een nieuw afbetalingsplan. Geef het niet te snel op. Pas het advies toe dat de Bijbel geeft aan iemand die zich garant stelt voor een lening terwijl dat niet verstandig is en daardoor verantwoordelijk wordt voor de schuld: „Dring je op bij je naaste en laat hem geen rust. Gun je ogen geen slaap, je oogleden geen rust” (Spreuken 6:1-5, Willibrordvertaling). Zelfs al mislukt de eerste poging, blijf vragen of het aangepast kan worden.

3.   Zorg dat geld niet te belangrijk wordt. „Een hebzuchtig mens jaagt rijkdom na, maar hij beseft niet dat armoe hem wacht” (Spreuken 28:22, WV). Jaloezie en inhaligheid kunnen niet alleen tot financiële problemen leiden maar ook geestelijke zaken naar de achtergrond dringen.

4.   Wees tevreden. „Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn” (1 Timotheüs 6:8). Geld maakt niet gelukkig of tevreden. Veel gelukkige mensen hebben juist helemaal niet veel geld. Ze hebben wel de liefde van familieleden en vrienden en een band met God (Spreuken 15:17; 1 Petrus 5:6, 7).